Kleine mededelingen over boekwerken.
De Navorscher, onder bestuur van J.F. van Someren, Bibliothecaris der Rijksuniversiteit te Utrecht. Opgericht 1851. Zalt-Bommel, H.J. van de Garde & Co.
De bestemming van ‘De Navorscher’, die thans op een bestaan van ruim een halve eeuw mag terugzien, is: allerlei onderwerpen van vaderlandsche en algemeene geschiedenis, oudheidkunde en beschaving, munt- en penningkunde, geslacht- en wapenkunde, kerkgeschiedenis, geschiedenis der Nederl. taal en letteren en kunstgeschiedenis te behandelen en daarvoor gegevens bijeen te brengen. Dat is zijne bestemming geweest van de oprichting af, en daaraan bleef hij getrouw, bewust van het belang zijner taak en van de diensten, die hij als pionier op het gebied der geschiedkundige vakken den man van wetenschap, ja elken weetgierige kon bewijzen.
Redactie en Uitgevers beijverden zich om bij de uitgave van den 53en jaargang een aantal geschied-, oudheid- en letterkundigen van naam als medewerkers aan ‘De Navorscher’ te verbinden, om een keur van bijdragen te verkrijgen en op die wijze dit tijdschrift onmisbaar te maken voor ieder, die zich met de studie van een of ander vak van wetenschap of kunst bezighoudt.
Voor 1903 zijn o.a. de volgende stukken toegezegd of reeds ontvangen:
Prins Willem I en Don Juan, door Lucie Miedema.
Uittreksel uit de doopboeken van Hattum, door F.A. Hoefer (vervolg).
Hoe het Bredasche gemeentebestuur in 1804 de wet heeft ontdoken.
Vervolg van het reisverhaal van J.F. Müller, door Prof. Mr. J.E. Heeres.
Zestienjarige officiers en onderofficiers bij de Nederl. armée in 1802.
Een drietal Belgische spotdichten van 1830/31.
Aanteekeningen betreffende de Bat. omwenteling, door een ooggetuige (vervolg).
Genealogie van Beresteyn, Door Jhr. H.H. Roëll.
Enz., enz.
Uit de Prospectus.