XXVI.
Een verkiezings-gedicht uit de 17de eeuw.
Het onderstaande gedicht is afgeschreven van een blad uit een hs. der 17de eeuw. Het blad behoort toe aan Mr. J. Nanninga Uitterdijk te Kampen en is afkomstig uit de nalatenschap van Graaf van Limburg Stirum te Warmond.
Het vers, dat den indruk maakt compleet te zijn, schijnt geschreven bij gelegenheid van de een of andere verkiezing. Het is een hekeldicht op de machtige, anti-orangistische familie Bicker te Amsterdam, waaraan, zooals bekend is, Jan de Wit door huwelijk verwant was. Dat onze poëet geen vriend en bewonderaar is geweest van de patricische, Amsterdamsche familie blijkt duidelijk genoeg uit zijn produkt, waarin bikker = afzetter, despoot, en bikken synoniem gebruikt wordt met: den baas spelen, heerschappij voeren.
Kan misschien één onzer historici het gedicht nader toelichten en verklaren, waarom juist ‘Vrieslant’ gewaarschuwd moest worden voor (de) Bickers?
Rechts boven draagt het blad het nummer 41.