| |
| |
| |
Kleine meedelingen over boekwerken.
Oost Indisch Landjuweel, verzameld door S. Kalff.
Of waarom bestaan er zooveel Nederlandsche chrestomathieën, en geen enkele Nederlandsch-Indische?
Het is beweerd dat op het veld dier letterkunde een bloemlezing geen reden van bestaan zou hebben, simpel omdat de ‘bloemen’ er nog te schaarsch zijn. En indien men alleen met de aesthetica wilde te rade gaan, alleen met die indische werken welke uitblinken door meesterschap over den vorm of rijkdom van gedachten, of adel van voorstelling, door akademischen stijl of vernuft van goeden huize, - ja, dan zou die bewering juist mogen heeten. Maar uit een oogpunt van geschiedenis, ethnologie, reisbeschrijving, romantiek, biografie, natuurkennis, fabelleer, topografie enz. had een grooter werk dan dit er reeds mogen wezen.
Sommige namen en daaronder van de beste, moesten hier verzwegen worden, omdat een zoo klein bestek als het onderhavige slechts luttel keuze gedoogde. Doch zoo de sprokkeling blijken mocht te beantwoorden aan het doel des verzamelaars, d.i. eene opwekking en eene wegwijzing naar den kolonialen letterschat, welke recht heeft op de belangstelling, jà op de studie inzonderheid van het opkomend geslacht; zoo deze vruchten uit den Indischen ‘fruytkorf’ naar smaak mocht wezen, welnu ze groeiden gelijk de pruimpjes van den kinderdichter ‘aan een boom zoo volgeladen’ - en die nog vaak geschud kan worden.
Uit de voorrede.
| |
Nederlandsche Klassieken, (Gulden-Editie), uitgegeven door H. Beckering Vinckers.
De uitgave geschiedt in afleveringen, die elk een compleet werk van een der volgende schrijvers bevatten: Joost van den Vondel, Pieter
| |
| |
Corneliszoon Hooft, Gerbrand Adriaansz. Bredero, Jacob Cats, Constantyn Huygens, Roemer Visscher, Starter, Camphuyzen, Brandt, Westerbaen, Joh. Antonidus van der Goes enz. enz. De eerste serie zal bestaan uit 24 afleveringen, welke 6 deelen vormen. Elk deel bevat de hoofdwerken van een auteur, benevens diens portret.
De uitgave geschiedt in afleveringen van f 0,25; in deelen à f 1,-; en gebonden in keurigen band f 1,40, met duidelijke letter en op houtvrij papier gedrukt.
| |
Geschiedenis der Noord-Nederlandsche letteren in de XIXe eeuw, door Prof. Dr. Jan ten Brink, (1730-1900) 2e Herziene en uitgebreide Druk, bijgewerkt en aangevuld door Taco H. de Beer.
Eene nieuwe uitgave is noodig geworden; noodig omdat geen ander boek bestaat, dat zoo een juist en volledig beeld geeft van onze Letterkunde in de 19e eeuw.
Daartoe aangezocht, was Prof. Ten Brink weder gereed het boek te herzien en uit te breiden; niettegenstaande een ernstige kwaal zijne gezondheid ondermijnde, hem zelfs meer dan eenmaal op het ziekbed wierp, werkte hij met onverdroten ijver voort en reeds was de taak bijna voltooid, toen de onverbiddelijke dood den nijveren geleerde voorgoed de pen uit de hand deed vallen.
Wij hadden het geluk, den heer Taco H. de Beer bereid te vinden, de taak over te nemen en den arbeid te voltooien. De zorg hiervoor berust dus in goede handen.
Het verschijnt thans volledig tot op onze dagen, dus ook behandelende de nieuwe richting.
| |
Kinderspel en Kinderlust in Zuid-Nederland door A. de Cock en Is. Teirlinck. Bekroond door de Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde.
Uit de Inleiding.
De volgende verzameling behoort tot het gebied van de folklore - de wetenschap, welke eerst dagteekent uit de XIXe eeuw.
Wij hebben dezen tekst in den breedst mogelijken zin opgevat. Wij hebben ons niet bepaald bij de zoo volledig mogelijke en nauwkeurige beschrijving der Kinderspelen, zooals men die gewoonlijk beschouwt; allen kinderlust hebben wij in onzen werkkring opgenomen.
Geene moeite hebben wij gespaard om onze studie zoo volledig mogelijk te maken. Wij zeggen met de Academie ‘zoo volledig mogelijk’;
| |
| |
want kan eene verzameling als de onze wel ‘volledig’ zijn? Al wie aan folklore meedeed of -doet, zal zonder aarzelen antwoorden: Neen! En onderstellen wij, voor een oogenblik, dat zulk werk volledig zijn kunne: morgen zou het reeds onvolledig wezen, zoude het reeds opnieuw moeten aangevuld worden; want voortdurend worden bestaande spelen gewijzigd of vergeten, terwijl nieuwe ontstaan of in zwang komen. Geboorte, groei, bloei, dood, vervorming bestaan voor de spelen evenals voor alles wat leeft.
Doch, indien wij in volle nederigheid bekennen dat ons werk niet volledig kan heeten, toch durven wij beweren, dat wij in onze verzameling bijna al de kinderspelen hebben beschreven; en mocht het gebeuren, dat een kinderspel, dat in zekere gouwen van ons Vlaamsche land gespeeld wordt, niet in ons werk zoude te vinden zijn, toch zal men voorbeelden van gelijken aard, met dezelfde speelphasen, met gelijkende wetten, die het beheeren, er in ontmoeten.
Om tot die gewenschte volledigheid te geraken hebben wij zelf met de kinderen gespeeld, ze zien spelen, ze geraadpleegd; talrijke geloofwaardige briefwisselaars hebben ons hunne hulp geschonken, al de folkloristische werken en tijdschriften van Zuid-Nederland, al de Idioticons, in ons land of in Holland verschenen, hebben wij, bladzijde voor bladzijde, nagezien; vele andere werken, die ons voor onzen arbeid konden van nut zijn, hebben wij onderzocht; ook de uitheemsche standaardwerken over kinderspelen hebben wij niet vergeten. Men gelieve enkel één oogslag op de uitgebreide bibliographische lijst te werpen, om hiervan overtuigd te zijn.
Dit legt genoegzaam uit hoe het ons gelukt is zulke overgroote hoeveelheid documenten, alle uit het kinderleven gegrepen, te kunnen bijeenbrengen.
De grootste zorg hebben wij besteed aan de nauwkeurige beschrijving van ieder spel.
De merkwaardige varianten van ieder spel of van deelen van het spel, de verschillende speelphasen, de talrijke rijmpjes, onder het spelen geroepen, gezongen of opgedreund, dit alles hebben wij met nauwgezetheid opgeteekend, omdat wij gemeend hebben, dat niet éene eigenaardigheid - hoe gering zij ook scheen - mocht verloren gaan. Een enkel woord, in slechts èene lezing weergevonden, zal wellicht den zoeker op het goede spoor brengen om menig deuntje, dat ons zinloos, onuitlegbar voorkomt, klaar en verstaanbaar te maken.
Al de gebruikte idiotismen hebben wij niet uitgelegd: enkele, onverstaanbaar schijnen woorden werden verklaard. Op etymologisch gebied hebben we weinig gissingen geopperd. Ons werk is geschreven vooral voor die, welke zich met taal en folklore bezighouden en die lezers zullen wel de niet uitgelegde woorden en wendingen begrijpen.
| |
| |
Bijzondere zorg werd besteed aan het samenstellen der lijsten van namen onzer kinderspelen. Hier en daar hebben wij gebruik gemaakt van uitheemsche spelen. Telkens als het er op aankwam de Vlaamsche kinderspelen te volledigen of te verduidelijken, een eigenaardigheid er van in een helder licht te stellen, of wel er de beteekenis van aan te toonen, hebben wij Noordnederlandsche spelen, ook Hoogduitsche, Fransche, Engelsche, soms Zwitsersche en Italiaansche ter hulp geroepen. Inzonderheid hebben wij getracht, in de mate van het mogelijke, de uitheemsche synoniemen op te geven; want dit alles vraagt zeer veel tijd, groote belezenheid en bevoegdheid en buitengewoon vele opzoekingen.
In onze verzameling komen vele kinderliederen en -deuntjes voor. Waar het voor ons mogelijk is geweest, hebben wij de muziek dier liederen opgegeven. Wij meenen te mogen zeggen, dat wij de reeds bestaande verzamelingen van volksliederen verrijkt hebben met omtrent drie honderd min of meer nieuwe melodieën - een niet onaanzienlijk getal - waarvan, buiten een paar, niet een aan een boekwerk is ontleend; slechts enkelen zijn genomen uit folklorische tijdschriften; al de rest is uit den volksmond opgeteekend.
Wat de noteering der zangwijzen betreft, daarin zijn wij streng wetenschappelijk te werk gegaan. Wij zelf evenals onze correspondenten, hebben steeds de zangwijze getrouw uit den kindermond opgevangen, ons het recht ontzeggend er eene iota aan te veranderen. Het beste zangeresje der school - de school vooral schonk ons dien rijken oogst - werd steeds uitgekozen; waar het echter bleek, dat zij, ten gevolge van eenige schuchterheid, de hooge noten der melodie niet durfde of niet kon laten uitkomen, deden wij telkens een aantal kinderen in koor zingen: Die samenhang van de echt goede stemmetjes geeft, trouwens, den besten waarborg voor de nauwkeurigheid eener melodie, zooals ze, op 't oogenblik der genomen proef, in de kinderwereld voortleeft.
Daar, waar de liedertekst te wenschen overliet of de muziek, in opzicht van maat, rhythmus of anderzins ons gebrekkig voorkwam, en wij beide gemakkelijk konden verbeteren, hebben wij ons niettemin die vrijheid nooit veroorloofd.
Inhoud:
Loopspelen.
Echte loopspelen, |
Loop- en kampspelen, |
Loop- en bergspelen, |
Loopspelen in 't rond, |
Loop- en sprookjesspelen, |
|
| |
| |
Brugspelen, |
Slangespelen. |
Draaispelen. |
|
Springspelen.
Eenvoudigste springspelen, enz. |
Haasje-over en varianten, |
Bok-sta-vast en varianten, |
Hinkspelen, |
Varia. |
|
Dansspelen.
Eenvoudig dansen, |
Touwtje springen, |
Rondedansen, |
Reidansen. |
|
Werpspelen.
Werpen in 't algemeen, |
Werpen met steenen, |
Werpen met stokken, |
Werpen met muntstukken of knoppen, |
Werpen met vruchten, |
Balspelen, |
Bolspelen, |
Varia. |
|
Vinger-, hand- en vuistspelletjes.
Eenvoudigste handspelletjes, |
Klop- en slagspelletjes, |
Wijs- en telspelletjes, |
Draaispelletjes, |
Vingerrijmpjes. |
|
Ambachtspelen. |
Raadspelen.
Echte raadspelen, |
Zoekspelen, |
Orakelspelen, |
Lottrekken, |
Blindei-slaan. |
|
| |
| |
Schommelspelen.
Echte schommelspelen, |
Wiegen en wiegeliederen, |
Paai- en koozeliedjes, |
Knierijden en knierijdersdeuntjes, |
Jezuken- in 't kapelleken. |
|
Marbelspelen.
Het speeltuig of de marbel, |
De speelwijzen in het algemeen, |
Andere vaktermen, |
De speelwijzen in het bijzonder. |
|
Topspelen.
Het speeltuig, |
De speelwijzen in het algemeen, |
Andere vaktermen, |
De speelwijzen in het bijzonder. |
|
Kinderspeeltuig.
Draaiende speeltuigen, |
Hoepelen, |
Vliegende speeltuigen, |
Wapens, |
Varia. |
|
Kind en Natuur.
Kind en dier, |
Kind en plant, |
Kind en natuurverschijnselen, |
Sneeuw- en ijsspelen. |
|
Kind en Kalender.
Nieuwjaar, |
Driekoningen, |
Vastentijd, |
Van Paschen tot Sinksen, |
Juni: St. Jan en St. Pieter, |
Van St. Maarten-in-den-zomer tot |
St. Maarten-in-den-winter, |
Omstreeks Kerstdag. |
Een en ander. |
|
| |
| |
Kind en School.
Schoolfeestjes. |
Pandspelen. |
Viertafelen en varianten, |
Oken-rijen, |
Tel- en cijferspel, |
Guitenstukjes. |
|
Kind en Muziek.
Vocale muziek, |
Snaartuigen, |
Blaastuigen, |
Slagtuigen. |
|
Tergspelletjes.
Echte tergspelletjes, |
Terg- en spotrijmpjes, |
Strikvragen, antwoorden en dergelijk spel. |
|
Voor- en naspel. |
Varia. |
Dit is een uitgave, de Koninklike Vlaamse Akademie waard.
En zo de volgende delen zijn gelijk dit, zal het een ‘Fundgrube’ voor velen blijken te wezen.
B.H.
| |
Nederlandsche Volksboeken; opnieuw uitgegeven vanwege de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde te Leiden. Boekhandel en Drukkerij voorheen E.J. Brill. Leiden, 1902.
De Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde besloot de belangrijkste Nederlandsche Volksboeken opnieuw uit te geven. De oude, dikwijls zeer fraai uitgevoerde drukken uit het laatst der 15de, de 16de en de 17de eeuw - waarvan de blauwboekjes afstammen - zijn uitermate zeldzaam geworden. In verschillende opzichten zijn de oude volksboeken van belang. In de eerste plaats voor de kennis van den letterkundigen smaak onzer voorouders in de 16de eeuw en later. Maar daarvoor niet alleen. Natuurlijk geven zij ook een interessanten kijk op het leven en de zeden in vroeger dagen. Voor den geleerde zijn zij
| |
| |
een gewichtig hulpmiddel bij de studie der middeleeuwsche litteratuur. Toch zijn deze herdrukken geenszins alleen voor geleerden bestemd en wij hopen dat onze volksboeken in ruimen kring belangstelling zullen vinden.
Het doel van de Maatschappij is den besten tekst waarin het volksboek ons is overgeleverd op te sporen en onder het bereik van ieder belangstellende te brengen.
De reeks van herdrukken wordt geopend door Den droefliken strijt van Roncevale.
De herdrukken zijn versierd met afbeeldingen van de origineele houtsneden en titelbladen.
Uit het ‘Prospectus’.
|
|