Te Mollengijs gaen wandelen.
Een soortgelijke uitdrukking als bij ons Naar Kuilenburg gaan voor sterven, met woordspeling op kuil, was de in Vlaanderland gebruikelijke Te Mollengijs gaen wandelen; men dacht daarbij aan de mollen in den grond. In Spiegel der minnen door Colijn van Rijssele, 1561, bl. 130, wordt van een van de hoofdpersonen, die van minnesmart gestorven is, gezegd: ‘By desen misvalle Is Dierick te Mollengijs gaen wandelen.’ Vergelijk hiermee nog de volgende plaats uit een esbastement vande schuyfman, bij Kalff, Trou moet blycken, bl. 9. De zoon, die bij het lijk van zijn moeder zit te waken, zegt:
‘Dlijck moet wech in d'aerde metten mollen zeijlen
Morgen vroech; wat sout hier maecken?’
k.p.