Verbetering.
De heer Hasselbach schrijft me:
‘In den 2en druk van mijn Bekn. Stijlleer komt de door u in T. en L., blz. 443, aangehaalde en veroordeelde uitdrukking niet voor. Wat in 't overzicht der Stijlleer van 1890 staat, mag niet toegeschreven worden aan W.H. Hasselbach, Beknopte Stijlleer. Juist omdat ik bedacht wat u hier opmerkt omtrent welluidendheid en lettergrepen, heb ik de uitdrukking geschrapt.’
Dan vraagt hij:
‘Zegt u: Hij zal 'en goeie slag | slaan met dat zaakje, of
Hij zal 'n goeie slag slaan | met dat zaakje?’
't Laatste zeg ik niet, wel kan ik ook zeggen. ‘Hij zal 'en goeíe | slag slaan | met dat zaakje,’ met een andere bedoeling.
b.h.