von Coornherts Schauspiel Abrahams Uytganck. - B. Ferguut, vs. 1852/3. [Handschrift-tekst bewaren, anders interpungeren; en = demonstr. pron. et + neg. en. Et = wat geraakt is bij de lating.]
Gids, April, o.a.: A.A.W. Hubrecht, Gymnasiale Hervormingen. [Wijziging alleen in de beide hoogste klassen, waardoor de scheiding van A en B vervalt. Van de Ve klas promoveert men als medicus; van de VIe voor alle faculteiten; bij 't eind-eksamen vervalt de wiskunde. Van H.B.S. kan in wis-, natuurkunde en medicijnen ook gepromoveerd, mits overgangsexamen is gedaan, van de tweede tot de derde klasse van een Ned. Gymnasium.] - Hélène Lapidoth-Swarth, Verzen. - Carel Scharten, Verzen. [Daarin zeer eigenaardige woordkunst.]
Beiträge zur Gesch. der deutschen Sprache und Litt., XXIII, 1: B. Liebich, Kleine Beiträge zur deutschen Wortforschung (1. abgemergelt, ausgemergelt; [de bekende etym. van ‘de mergel (uit het land) trekken.] 5. backbord, steuerbord; 6. bugsieren; 8. kiel (Kluge); - W. van Helten, Zur altwestfriesischen Lexikologie. - W. Horn, Aprikose (uit nl. abrikoos, dat weder op fr. abricos uit abricot-s. wijst). - Th. Siebs, Zu den labialisierten Gutturalen (fri. fial ‘wiel’ is uit *thial, wfri. tial ontstaan).
Tijdspiegel, April, o.a.: Dr. W.A.A. Hecker, Gymnasiale hervormingen en het grieksch. [Het beste, wat we noch over deze kwestie lazen; vooral wat er over de klassieken, (‘de moderne leerlingen in te leiden en in te wijden in de hoogere wereld der antieke kunst, om den smaak te ontwikkelen en den geest te veredelen. Dat heeft totale fiasco gemaakt! Dat doel is niet bereikt en kan ook niet bereikt worden. Daarvoor is de leertijd te kort, de leeftijd te jong en te onrijp’) en over wetenschap, en methode, ook van voorstudie gezegd is; en over moderne talen. En de verhouding onderling. (‘De overheersching der classieke studie op het Gymnasium heeft nu al leergeld genoeg betaald.’) -
En toch -
Maar bij al wat over deze zaak is geschreven, zal noch wel meer komen.
We willen in elk geval wachten wat daar omtrent op het Philologen-Kongres zal besproken worden, mischien geven we dan ook onze iedeeën.
Hierop moet het o.i. uitgaan; in grote trekken aangegeven:
't Gymnasium moet worden een School voor Litteraire Studie allereerst, naast de H.B.S. Predomineren in deze de ‘exacte’ vakken; zo moet in de eerste de Moedertaal en Vaderlandsche Letteren het zwaarste wegen, met de nieuwe talen; daarnaast de klassieke, niet als pedagogies onmisbaar, maar als wenselik en nodig, bij historiese studie van elke wetenschap.
Daarbij hoort nieuwe en middeleeuwse Geschiedenis van 't eigen land, en dan van de omgevende landen, als hoofdzaak; oude Geschiedenis in de tweede plaats.
Ook ‘Kunst’ van eigen bodem, met wat daaraan verwant is. Met ‘Tekenen’ vooral.
Wiskunde, Natuurkunde, Aardrijkskunde en annexe vakken als noodzakelik voor de praktijk.]