Taal en Letteren. Jaargang 8
(1898)– [tijdschrift] Taal en Letteren– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 197]
| |
Holland = Hol-land?In de ‘Études archéologiques, linguistiques et historiques déd. à Dr. C. Leemans, p. 285, is Prof. R. Fruin tegen de toen (1885) algemeen aangenomen etiemologie Holland = Holt-land opgekomen en heeft Holland = Hol-land voorgesteld. Prof. Verdam heeft in zijn ‘Woordenboek’ en ‘Geschiedenis der Nederlandsche taal’ deze opienie gedeeld; sinds dien tijd wordt in de meeste geschiedenisboeken deze etiemologie als een zekerheid opgegeven. Terecht? Fruin heeft tegen Holland = Holtland 3 bezwaren: 1e. De oudste vorm, waarin het woord verschijnt, (11e en 12e eeuw) is Holland. ‘Dat de kronieken in handschrift van de 14e en 15e eeuwen, naast de gewone schrijfwijs Holland, ook nu en dan Holtland spellen, baat ons niet veel, want het is waarschijnlijk, dat geleerden van dien tijd, evenzeer als hun volgelingen van de 16e en latere eeuwen, aan de beteekenis van houtland geloofden, en dus om juist te schrijven de t tusschen de beide ll's eigendunkelijk hebben ingelascht.’ 2e. Is het waarschijnlik dat holt voor land in hol, in plaats van in hout is overgegaan? ‘In de oude stukken toch vinden we een Holtreka vermeld en tegenwoordig heeten dorpen in verschillende streken Houtrak en Houtrick en Houtrijk.’ 3e. ‘Past de verklaring Holland uit Holtland ook wel volkomen op het land, dat eigenlijk Holland heet? Zulk een streek zou men later een wildert of een wildernis hebben genoemd; temeer, wanneer wij het land van Dordrecht en van den Zuidhollandschen waard ons voor de verbeelding roepen. We zien dan een land, laag, doorgaans moerassig en drassig, en nu is het opmerkelijk, dat de Teuthonista van Van der Schueren olland met broek of broekland vertaalt.’ Het eerste lijkt het zwaarst, maar, wanneer we enige voorbeelden van vóór 1250 kunnen opgeven, geloven we, dat dit geen gewicht meer in de schaal kan zijn. 1e. In het charter van 1083Ga naar voetnoot1) (Oorkondenboek van Holland en Zeeland, no. 89), dat op zijn laatst, naar de mening van Fruin-zelf, uit de 12e eeuw | |
[pagina 198]
| |
dagtekent, lezen we: ‘In nomine sanctae et individuae Trinitatis ego Theodericus Dei gratia Holtlandensis comes reputans mecum incertos casus humanae fragilitatis, decrevi, etc.’ 2e. In de oorkonde no. 33 (Oorkondenboek v. Holl. en Zeel.) vinden we: ‘Commemoratio de rebus sancti Martini Trajectensis ecclesiae, quae jam olim ibidem a fidelibus traditae sunt. In Holtland IIII mansi.’ Van deze oorkonde zijn 3 hands., alle door de uitgever vergeleken; het eerste (A) is uit de 12e eeuw (Brits Museum), het tweede (B) is eveneens uit die tijd (bisschoppelike Clerezie te Utrecht), het derde is uit de 14e eeuw. Varianten zijn bij deze plaats door de uitgever niet opgegeven; dus we moeten aannemen, dat in A en B dezelfde lezing staat. 3e. In de Annales Egmundani (Monumenta Germaniae historica. script. ts. XVI, p. 442) zijn verscheidene plaatsen, waar de dentaal vóór de l staat. Deze annalen worden door v. Richthofen in de 13e eeuw geplaatst, doch een gedeelte daarvan is waarschijnlik uit vroeger tijd. Slechts plaatsen voorkomende in de perkamenten codex in 't Brits museum, niet uit het Hamburgse afschrift van 1600, zullen we hier opgeven: Mon. Germ.: Holdland, p. 447; Holdlandiae, 447; Holtlandiae, 452, 462, 462, 463, 466, Holtlandensis 455 455, 456, 456, 460, 461, 466, Holtlandense 453, Holtlandensi 462, Holtlandensem 466, Holthlandensem 466, Holtlandenses 455. Misschien zou het aantal der bovengenoemde plaatsenGa naar voetnoot1) noch te vermeerderen zijn, wanneer men Nederrijnse charters en keizersoorkonden doorzocht; we hebben hier ons tot de Hollandse kronieken bepaald. Maar uit de bovengenoemde voorbeelden blijkt o.i. ten duidelikste, dat de vorm Holtland reeds vóór 1200 bestaan heeft en niet door scribenten uit de 14e en 15e eeuw geschapen is. Het tweede bezwaar van de Heer Fruin lijkt ons het minst gewichtig. Het plaatsje toch, dat eens Holtreka genoemd was, gaf zijn naam niet aan een groter gebied, terwijl, wat eens Holtland geheeten was, zijn naam leende aan een geheel grafelik domein; zo kon holt in Holtreka de gewone taalvergroeing | |
[pagina 199]
| |
van holt mee-ondergaan, terwijl holt in Holtland, dat geen noemer van een duidelike eigenschap meer was, hetzelfde lot onderging als zoveel andere eerste leden van persoonsnamen, die oorspronkelik samenstellingen zijn. Voor de 11e eeuw nu was de wegval van de dentaal vóór l mogelik; reeds komt hij voor in de Karolingiese psalmen: anliton (Ohd. antlitze) Gl. Lips. 29, guolicheide 56, 61, 67, 70, 72, Gl. Lips. 535, guolikheide 56, 62, guolikheide 56, 65, guolikkeide 56, guoliccoda 73, evenals in 't Fries: dâla (dadla), wonlian (wondlian), onlinga (ondling). In 't Middelnederl. treft men reeds verscheidene voorbeelden daarvoor aan: Belleem, Scollant, goelike, qualic, brullocht, werelijc, enz. naast Bethleem, Scottlant, goetlike, quatlic, bruutlocht, werelijc, enz. Hoe veel eerder was dat niet fieziologies mogelik na een l! De r in Holtreka daarentegen duldde gaarne de l vóór zich. Tans komen we aan het derde bezwaar van de Heer Fruin. De streek zeker, die oorspronkelik alleen de naam droeg van Holland, was een moerassig land, maar met hout bezet. In de Gesta episcoporum CameracensiumGa naar voetnoot1) leest men: ‘Erat enim locus quidam silvis et paludibus inhabitabilis, qui ab incolis Merweda nomen accepit, ubi videlicet Mosa et Wal fluvius corrivantur.’ In dezelfde Gesta wordt van een ‘silva’ gesproken. Voorzeker de streek om Dordrecht was geen bosland en silva moet hier niet sienoniem gedacht worden met het Nederlandse woud, maar toch de ooggetuige uit die dagen viel het op, dat er zoveel hout in die streek groeide. En zoals men in een bergland heuvelen zal voorbijgaan, maar zijn oog laat rusten op een vallei, zo zal men in 't lage land geen oog hebben voor sloten, kuilen en gras, maar zijn blik geven aan hout, dat ópstaat in de vlakke eentonigheid. Niet de laagte - die hebben de naburige streken met haar gemeen - maar de rijkdom aan hout is het karakteristieke van die plaats en dat karakteristieke geeft de naam. Dat Van der Schueren een woord olland vertaalt met broekland, dat, zoals Prof. Verdam zegt in zijn ‘Woordenboek’, in 't buitenland namen voorkomen met hol (= laag) als eerste deel, kan, geloven we, na het boven door ons aangevoerde van niet grote waarde voor de etiemologie Holland = Hol-land zijn. Het lijkt ons veiliger voorlopig bij de vroegere etiemologie Holland = Holt-land te blijven. Amsterdam, 13 Febr. W.F. Gombault. |
|