Kleine mee-delingen over boekwerken.
Jongens-lektuur.
I.
Volharding bekroond, De reizen van Columbus en Eind goed, al goed. Een boek voor jongens, door W. Brouwer. - Rotterdam, Wenk & Birkhoff. -
Dat is noch eens een boek waarin: ‘utile cum dulce!’
Op blz. 32 is een hele beschrijving van de Alva-zaal, met plaatjes, - reklame voor de heren Hesselink & Cie - te vinden; en van de omstreken van Arnhem enige nuttige geografiese lessen.
Op blz. 81 kan men leren hoe men goedkoop paardevoer krijgen kan; en hoe men verkouën paarden moet kureren: ‘seer nuttiglijck ende aengenaem’ om te lezen. - -
Enkele gedeelten zijn vrij natuurlik geschreven. Maar er is noch veel te veel ouwe-mannetaal in dit boek, zelfs in gesprekken tussen oom en neef!
Zelfs Orpheus komt er bij: tegen een jonge straatmuziekant, zegt de burgemeester: Had Orpheus al vroeg invloed op u? -
En de jongen antwoordt in dezelfde boeketaal:
De geschiedenis van mijn leven, hoe kort zij moge zijn,(!) is te treurig, dan dat er iemand nieuwsgierig naar zou zijn.....
Hier achter dien boom zijt ge onzichtbaar voor het paard? zegt de 12-jarige.
‘Mevrouw had zich van een aangename zijde doen kennen.....’
Enz., enz., enz.
't Geheel is brave-hendrik-lektuur: men zou jaloers worden op zo'n paardentemmer als Jan; en zo'n voorbeeldig jong-cheling als Oscar - de kunstenaar? En dan zo'n geluks-vogel als er nooit in de jongenswereld voorkomt!
Of dit te lezen wel éen jongen zal aanvuren z'n best te doen?
Me dacht, we waren al verder met onze jongenslektuur!
De plaatjes zijn 't mooiste van 't boek.
B.H.