Taal en Letteren. Jaargang 8
(1898)– [tijdschrift] Taal en Letteren– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 35]
| |
Hoe men uitgeeft en verklaart.Ga naar voetnoot1)Vondel's Werken, uitgegeven door Van Lennep, herzien en bijgewerkt door J.W. Unger. Prof. W. de Vreese in Gent wijst in een breed betoog in de Dietsche WarandeGa naar voetnoot2) de onbetrouwbaarheid in elk opzicht van de hier genoemde uitgave aan. ‘Sommige van de afwijkingen’ - door De Vreese in een grote collatie bijeengebracht - ‘kunnen drukfouten zijn, sommige onwillekeurige vergissingen; maar verreweg de meeste hebben al de schijn veranderingen te zijn die wetens en willens door de uitgever zijn aangebracht.’ En ging hij daarbij maar ‘naar een bepaald plan te werk’ en zei hij ‘waar en waarom hij 't doet. Maar ‘het hoge woord moet er uit: dat deze nieuwste Vondel-uitgave volkomen onbetrouwbaar is, en evenals zekere welbekende Huygens-ediesie, onzaliger gedachtenis, de eer der Nederlandse filologie groteliks in gevaar brengt.’ De interpunctie is evenzeer verknoeid, vaak. Mischien met het loffelike doel om daardoor de minder geoefende lezer tegemoet te komen. ‘Maar wat nut kan dat wel opleveren, aangezien er onder de overblijvende regels nog honderden zijn, waarbij Vondel's leestekens zijn blijven staan, ofschoon ze daar evenveel moeilikheden opleveren?’ En dan is vaak een vraagteken in een uitroepteken, een komma in een punt veranderd, of geheel weggelaten, enz. enz. ‘Wat bewijst ons dat hij... door zijn onkontroleerbare veranderingen, de bedoelingen van de dichter niet heeft verduisterd?’ ‘Daarenboven: met de interpunctie uit de 17e eeuw is het gesteld als met die uit de 15e en 16e: wij kennen die nog zo weinig! er zijn verschillen die wij nog altijd niet volkomen begrijpen, en de studie er van werd tot heden volkomen verwaarloosd.’Ga naar voetnoot3) 't Gaat trouwens net zo met de uitgaven van middel-nederlandse teksten, waar evenzeer de interpunctie als een quantité negligeable wordt beschouwd! Kleine letters worden in hoofdletters veranderd, tegen Vondel's eigen handschrift in. En omgekeerd. Afkappingstekens worden geplaatst, weggelaten of verplaatst. Met samentrekkings-tekens en trema's op dezelfde manier gehandeld. | |
[pagina 36]
| |
Ook de spelling is bedorven; we weten nog altijd heel weinig van de nederlandse dialecten van vroeger tijd, 't meeste wordt verdonkeremaand door de spelling te verhedendaagsen of te normaliseren. En vaak geeft dit bij Vondel onjuiste lezingen. Ook worden woorden verbonden of gescheiden, wat meermalen een andere uitleg geeft. De bewijzen zijn, behalve in 't stuk van De Vreese, voor ieder lezer te vinden in de facsimilé's, en de daarbij horende teksten. Wat de Aantekeningen betreft, de data en bibliografiese mededelingen zijn vaak weggelaten, of de eerste niet naar Vondel's eigen aanduiding geeiteerd. Onderschriften en opschriften zijn gewijzigd ‘zonder de minste waarschuwing.’ De lezing van de oorspronkelike tekst wordt niet altijd aangegeven, evenmin van wie de conjecturen afkomstig zijn; en waarom ze gemaakt zijn. Vaak is de oude oorspronkelike lezing zelfs de juiste!Ga naar voetnoot1) De verklaringen zijn vaak klakloos van Van Lennep overgenomen, ofschoon ze dringend moesten verbeterd, of geheel geschrapt als niets-beduidende. Vooral de taalkundige hadden nauwkeurige reviezie nodig; en nu is ‘de heer Unger noch veel minder taalkundige dan Van Lennep het was.’ 't Rezultaat van alles is dat deze uitgave is ‘mislukt.’ 't Is ook wel geen werk voor éen man, in een jaar of zes/zeven. - Ook is zo'n ‘volksuitgaaf een hersenschim.’ Prof. de Vreese hoopt in de D.W. kortere of langere collaties medetedelen, daar ‘in de eerstvolgende jaren meer dan waarschijnlik geen nieuwe uitgave zal ondernomen worden.’ - - Mischien is dit het verstandigste besluit. Ofschoon.... - 't Is mij altijd voorgekomen dat dit soort uitgaven, naar de oude teksten nauwkeurig afgedrukt, met varianten, bibliografiese, historiese toelichtingen, en de nodigste verklarende aantekeningen, moesten gedrukt worden vanwege de Maatschappij van Letterkunde. Men weet met hoeveel moeite het getal intekenaars op de Huygens-ediesie door Worp, - zijn bijeen gehaald. Lukt dit niet, dan moet men trachten een volksuitgaaf te leveren, en deze met kunst- en vliegwerk aantrekkelik maken voor velen: dan blijven varianten weg, en al wat enigsins wetenschappelik-geleerd lijkt; en komen er uitleggetjes voor in de plaats, die onnozel zijn voor wie iets gelezen heeft uit die tijd. En geen wonder: ons land is klein, en de liefhebbers zijn weinige. Bovendien, waartoe deze komplete uitgave voor 't volk? Geef aan dit een keur, dat zal meer profijt en nut doen, meer belangstelling wekken in onze oude litteratuur Vond de Spectator 't al niet, hoe Huygens vervelend werd nu hij kompleet onder 't publiek kwam? 't Ligt m i. op de weg van de Mij van Letterkunde voor de bestudeerders een komplete, wetenschappelike uitgaaf te geven. Zo doet men - naar men | |
[pagina 37]
| |
weet - ook in 't Buitenland. Laat men dan verschillende personen van onderscheidene studie opsporen, aan wie men 't werk toevertrouwt; laten anderen advieseurs zijn met wat zij gezocht of gevonden hebben. Zo krijgen we een betrouwbare serie van onze dichters. Dan is er noch veel te doen, zelfs voor de 17e eeuw. Evenals Vondel vraagt ook Bredero dringend om een verbeterde uitgaaf. En evenzeer Cats, om van de kleinere goden maar te zwijgen. En kans is er dat ook zij hun beurt krijgen. Men heeft het plan al gemaakt om te herdrukken: De spelen en kluchten van Cornelis Everaert. - De Vijftigh Lustige Historien Joannis Boccaty, door Coornhert samengelezen en vertaald. - De Kluchten van W.D. Hooft. - De Gedichten en Brieven van P.C. Hooft. - Roemer Visscher's emblemata. - Veelderhande geneuchlicke dichten, tafelspelen ende refereinen, terecht ‘de voornaamste bron waaruit wij onze kennis van de volkslitteratuur der 16e eeuw’ putten. - Toneelwerken uit het begin van de XVIe eeuw. - Liedboeken en Kluchtboeken. Er is dus mogelikheid dat onze toongevers in de 17e eeuw binnen niet te lange tijd in een uitgaaf verschijnen als zij waard zijn, en wij nodig hebben. Zw. B.H. |
|