De kan over 't hoofd smijten.
Ons Vaenderich is dol ghenoegh ‖ Die inde kan soo slooft, ‖ Drie vier daghen over een boegh; ‖ 'k Haddet schier niet ghelooft, ‖ Daer hy soo trots wil ande kan. ‖ Hy vat die met syn tanden an, ‖ en houter oock sijn handen van, ‖ En slingerts' orer 't hooft.
(Bredero, Boertigh Liedt-Boeck.)
‘Dit gebruik schijnt al zeer oud te zijn. Ik lees in de Wodana van Wolf (XV) een citaat uit de verhandeling van Johannes Lasicz “de diis Samagitarum ceterorumque Sarmatorum et falsorum Christianorum” het volgende: “Sacrificulus euim quem Wurschaiten appellant, tenet dextra obbam cerevisiae plenam, invocatoque daemonii nomine decantat illius laudes ..... hac cantilena finita dentibus apprehendens obbam ebibit cervisiam nulla adhibita manu, ipsamque obbam ita mordicus epotam retro super caput iecit.”’
Wolf voegt er nog bij dat dit een oud Germaansch gebruik schijnt te zijn geweest; hij wijst er op, dat ook kinderen een uitgevallen tand over het hoofd werpen om een nieuwen te krijgen. Verder verwijst hij op Grimm's D. Myth. no. 101, 773, 848, 926, 1059, 1093, 1107; op de Geschiedenis van Deucalion en Pyrrha en op de Jacoba-kannetjes.’
Dr. Kalff in Bredero's Boertigh Liedt-Boeck, ed. Unger, III, 291.
Ik geloof er niet veel van dat die tanden, of Deucalion en Pyrrha er mee van doen hebben. Wat gebeurt er eigentlik? Die drinkt, doet dat zonder zijn handen te gebruiken; neemt met z'n tanden de kan op. Om hem leeg te kunnen drinken, gaat het hoofd hoe langer hoe meer achterover, en de kan eerst horizontaler, dan verticaler, 't onderst boven. Bij de laatste druppel staat de kan bijna verticaal. Dan noch een laatste ruk, en de kan slingert over 't hoofd achter de man-zijn rug.
Waarom deed men dit?
Ik vermoed om te laten zien wat voor vaardigheid men wel had gekregen in 't drinken. En hoe sterk men was; het vereischte een enorm stevig gebit, en harde spieren om een volle beker met de tanden vast te houden, en langzamerhand overeind op z'n kop te brengen.
Of het werpen met stenen en tanden er mee in verband staat?
Ik zie niet in, hoe.
Men smeet stenen achter zich om nieuwe mensen te krijgen; en z'n tanden smijt een kind achter zich om nieuwe tanden. En men kreeg een nieuwe volle beker - als men hem achter zich had gesmeten; maar dáarom werd het toch niet gedaan?!
B.H.