De Taalgids. Jaargang 7
(1865)– [tijdschrift] Taalgids, De– AuteursrechtvrijL.A. te Winkel en J.A. van Dijk (red.), De Taalgids, Tijdschrift tot uitbreiding van de kennis der Nederlandsche taal, Zevende jaargang. C. van der Post Jr., Utrecht 1865.
-
-
gebruikt exemplaar
exemplaar UB Leiden, sign: 3745 B 21
algemene opmerkingen
Dit bestand is, met een aantal hierna te noemen aanpassingen, een diplomatische weergave van de zevende jaargang uit 1865 van De Taalgids, onder redactie van L.A. te Winkel en J.A. van Dijk.
redactionele ingrepen
Bij de omzetting van het oorspronkelijke tekstverwerkingsbestand naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen, maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (I, II en V) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[pagina III]
DE TAALGIDS.
[pagina IV]
DE TAALGIDS.
TIJDSCHRIFT TOT UITBREIDING VAN DE KENNIS DER NEDERLANDSCHE TAAL,
ONDER REDACTIE van L.A. TE WINKEL en J.A. VAN DIJK.
ZEVENDE JAARGANG.
UTRECHT,
C. VAN DER POST Jr.
1865.
[pagina VI]
GEDRUKT BIJ GIEBEN & DUMONT.
[pagina VII]
INHOUD.
Blz. | |
L.A. te Winkel, Over de achtervoegsels -aard, -erd, -aar, -er | 1 |
L.A. te Winkel, Critische beschouwing der verschillende afleidingen van het woord God | 12 |
L.A. te Winkel, Overeenstemming in de vormen geer, geeren, aalgeer en navegaar | 24 |
L.A. te Winkel, Vlijm | 29 |
L.A. te Winkel, Wees, weezen | 31 |
Prof. W.G. Brill, Veil en veilig | 33 |
A.M. Kollewijn, nz., Brill's Nederlandsche spraakleer en de onderwijzers. (Vervolg) | 36 |
J.A. van Dijk, Eene ontleding | 46 |
Prof. M. de Vries, Nog een proefje van Middelnederlandsche taalzuivering | 49 |
W. Wessels, Pr., Begijn | 55 |
J.A. van Dijk, Boekaankoudigingen | 57 |
Brievenbus. Brief van den Heer V.D. aan den Heer J.A. van Dijk | 67 |
Taalkundig zondenregister | 74 |
L.A. te Winkel, Over de zoogenoemde verlenging der woorden op de tweeklanken aai, ei, ooi, ui en oei | 81 |
L.A. te Winkel, De afleiding van de woorden zwezerik, zuster en swager | 103 |
A.M. Kollewijn, nz., Brill's Nederlandsche spraakleer en de onderwijzers. (Vervolg) | 109 |
Mr. A. Bogaers, Veil en veitig. Antwoord aan Prof. W.G. Brill | 121 |
J.H. van Dale, Rigghe | 130 |
W. Wessels, Pr., Aflaat, misbedienen, ouwel, abt | 132 |
Mr. A. Bogaers, Losse aanmerkingen, betrekkelijk woorden bij vondel voorkomende | 141 |
[p. VIII]
J.A. van Dijk, Boekaankondigingen | 161 |
A.M. Kollewijn, Max Mullers voorlezingen over de taalkunde | 169 |
L.A. te Winkel, Over de zoogenaamde verdubbeling der ch | 180 |
W. Wessels, Pr., Doodzonde | 198 |
Prof. W.G. Brill, Veil en veilig | 200 |
Mr. A. Bogaers, Woordverklaring bij vondel, afkapping van ig, germanismen enz. | 202 |
Prof. H. Kern, Proeve eener taalkundige behandeling van het Oost-Geldersch taaleigen | 231 |
Mr. A. Bogaers, Kindsheid of kindschheid | 241 |
Mr. S.J.E. Rau, Eenige taal- en dichtkundige aanmerkingen, naar aanleiding van de twee eerste afleveringen van het Woordenboek der Nederlandsche taal | 249 |
L.A. te Winkel, Vader, moeder, broeder, zuster, dochter en zoon | 274 |
Mr. A. Bogaers, Losse aanmerkingen, betrekkelijk woorden, bij Vondel voorkomende. Woed, godvrucht, te weeke leggen, waren, heersch, onverscheiden, rechtevoort | 279 |
Prof. H. Kern, Proeve eener taalkundige behandeling van het Oost-Geldersch taaleigen. (Vervolg) | 294 |
J.H. van Dale, Rentjes | 303 |
Brievenbus. Zijpen, sijpelen, delen, teelen, teilen, vliem, onvliem | 308 |
L.A. te Winkel, Deel, deelen en deel, delen | 311 |
L.A. te Winkel, Sijpelen | 316 |
Zaakregister | 317 |
Woordregister | 320 |