meer gestaafd is, behoeft men den vorm veiling, in de gedurig
voorkomende uitdrukking veiling der zee, voor beveiliging, niet
langer als eene syncope voor veiliging aan te merken, maar mag men
veiling in dien zin zonder grammatische figuur van veilen
(beveiligen) afgeleid achten.
Vreemd is het niet, dat, al bestond er steeds een adjektief
veil met de beteekenis veilig, niettemin onze lexicografen,
Van der Schueren,
Plantijn en
Kiliaen, de beteekenissen van veil
(te koop) en veilig (verzekerd) zorgvuldig uit elkander
houden. Toen eenmaal het gebruik aan de verschillende vormen van
één woord eene verschillende beteekenis was gaan hechten, waarbij
de duidelijkheid slechts winnen kon, mochten de uitleggers van onzen
woordenschat geene nieuwe aanleiding tot verwarring geven, door bij die vormen
(sedert onderscheiden woorden geworden) de beide beteekenissen op te geven. -
Ontegenzeggelijk is het, bij voorbeeld, dat jonkheer en jong heer
oorspronkelijk één zijn; maar sedert het eerste eene eigen
beteekenis heeft gekregen en eenen rang van adel beduidt, zal geen schrijver
van een beknopt Woordenboek onder de beteekenissen van dit woord langer die van
jongen heer mogen opgeven. Wie twijfelt, of jongwijf iets anders
is dan jong wijf (jonge vrouw), en toch geeft Kiliaen er
geen andere beteekenis van op, dan die van ancilla, famula
(dienstmaagd).
Kan ik voor het voortbestaan van een adjektief veil in den
zin van veilig slechts een en ander voorbeeld uit handschriften
aanvoeren, ook dit heeft een goeden grond. Hij die voor een groot publiek
schrijft in een werk, dat gedrukt zal worden, slaat zijne taal zorgvuldig gade,
en is op zijne hoede, dat hij niet zondige tegen hetgeen eenmaal in het gebruik
is ingevoerd of begonnen ingevoerd te worden. Wie, daarentegen, niet denkt aan
den beoordeelenden blik van het geletterd publiek, schrijft onbezorgd de
uitdrukking neêr, die de zaak zelve hem in de pen geeft. Is hij een
kundig en ernstig man, gelijk
François van Aerssen, aan wien wij het
voorbeeld van onveil voor onveilig ontleenden, en gelijk
blijkbaar ook hij, wien wij de redactie van de Resolutiën