Een suyverlijck ende schriftuerlijck boecxken van drie schriftuerlijcke liedekens, ende drie schriftuerlijcke refereynen
(1556)–Anoniem Een suyverlijck ende schriftuerlijck boecxken van drie schriftuerlijcke liedekens– Auteursrechtvrij
[Folio A4r]
| |
na die wijse, Rijck God wie sal ick claghen.O God wilt my verhooren Ga naar margenoot+
Jck roepe van herten siet Ga naar margenoot+
Die werelt wilt my verstooren Ga naar margenoot+
Sy werckt druck ende groot verdriet Ga naar margenoot+
Daerom tot v moet ick claghen Ga naar margenoot+
Ghy sijt mijn troost alleen Ga naar margenoot+
Laet my doch v behaghen Ga naar margenoot+
Maeckt my van sonden reen. Ga naar margenoot+
Die Duyuel wilt my omsetten Ga naar margenoot+
Met ghewelt seer onghestilt Ga naar margenoot+
Wye can hem dat beletten Ga naar margenoot+
Als ghy niet helpen en wilt Ga naar margenoot+
Jn sonden hout hy my geuanghen Ga naar margenoot+
Bedeckt met vleesschelijcke list Ga naar margenoot+
Met hoouerdije der weerelt behanghen Ga naar margenoot+
Sijn bedrog ick niet en wist.
Die wet my nv oock dreyghet Ga naar margenoot+
Die helle voor ooghen staet Ga naar margenoot+
Tot sonden ben ick gheneyghet Ga naar margenoot+
Bekenne ick eert wort te laet Ga naar margenoot+
Noch moet ick Heere versaghenGa naar margenoot+
Jn uwer gherechticheyt Ga naar margenoot+
Jst dat ghy niet wt blooter ghenaden Ga naar margenoot+
Bedeckt mijn swackicheyt. Ga naar margenoot+
Wel hem die op v bouwet
O Christe der ghenaden troon Ga naar margenoot+
Ende v woordt vast gheloouet Ga naar margenoot+
Die is ghereynicht schoon Ga naar margenoot+
Coemt hier ghy die sijt beladen Ga naar margenoot+
Bekennet uwer sonden noot
Jck wil v ontfanghen in ghenaden Ga naar margenoot+
| |
[Folio A4v]
| |
Dat ghy niet en smaeckt den eewighen doot Ga naar margenoot+
Mijnen gheest wyl ick v schencken Ga naar margenoot+
Die v regeren sal
Den ouden Adam te crencken Ga naar margenoot+
Dat ick frisch ouer al Ga naar margenoot+
Hert, sin, moet en wille
Regeere nae mijnder leer Ga naar margenoot+
Hout hier int ghelooue stille Ga naar margenoot+
Soo sijt ghy gheboren weer. Ga naar margenoot+
Die warachtighe trouwe te ghedencken Ga naar margenoot+
Daer ick mede lief hebbe dy Ga naar margenoot+
Wilt mijn woort in v herte prenten Ga naar margenoot+
Dat ghy te rechte betrout op my Ga naar margenoot+
Die sonde leert af steruen Ga naar margenoot+
Neemt toe in gherechticheyt Ga naar margenoot+
Soo suldy mijn ghenade verweruen Ga naar margenoot+
Dat ghy sult leuen inder eewicheyt Ga naar margenoot+
Mijn siele v hier voor prijset Ga naar margenoot+
God vader der bermherticheyt Ga naar margenoot+
God Sone ghy die my wijset Ga naar margenoot+
Den wech totter salicheyt
Uwen heylighen Gheest my behouwe Ga naar margenoot+
Jnden rechten woorde dijn Ga naar margenoot+
Dat ick niet inder liefden en vercouwe Ga naar margenoot+
Teghen v en den naesten mijn. Ga naar margenoot+
|
|