Surinaamsche Staatkundige Almanach voor den Jaare 1796

[p. 131]

Surinaamsche chronyk.

Ao. 1633.	De Colonie word door den Engelschen Capitein Marchal met zestig Engelschen bewoond, dog men vermeend dat deeze kleine Volkplanting door de Indiaanen is vernield, alzoo geene spooren te vinden zyn, waar dezelven zyn gebleeven.
1640.	De Franschen neemen bezit van de Colonie, zig nederzettende ter plaatze, alwaar nu Paramaribo is, welke plaats zy echter weder schielyk verlieten, zoo men voorgeeft wegens de ongezondheid van 't climaat, en de gestadige invallen der Indianen.
1650.	Mylord Francis Willoughby van Parham, Gouverneur van Barbados, zend een Schip herwaards, en maakt met de Inboorlingen verbonden.
1652.	Een tweede verzending, bestaande uit drie Schepen (waar van één Schip van twintig stukken) wierd door gemelde Lord Willoughby in dit jaar ondernomen, en hy zelve kwam in dat tydperk herwaards, aangezien hem, benevens Lawrence Hide, 2e. Zoon van den Graave van Clarendon, Neef des Konings, door Carel den Tweede Koning van Groot-Brittannien, deeze Colonie in vollen eigendom wierd overgegeeven.
1653.	Lord Francis Willoughby verlaat de Colonie, het Gouvernement overgeevende, aan de Collonel Oldiph.
1654.	De Majoor Ruff in plaatze van Collonel Oldiph tot Gouverneur aangesteld.
1654.	De Franschen onder de Heeren Braglione en du Plessis door de Galibische Indiaanen uit Cayenne verdreeven, komen in de Colonie, werdende door de Engelsche heusch ontvangen.
1662.	Den 2e. Juny, Acte van Octroy en overgifte van de Colonie door Carel de Tweede Koning van Engeland aan Lord Francis Willoughby, en Schildknaap Lawrens Hide verleend.
	Den Heer William Blam vervangt in dit Jaar den Majoor Ruff in het Gouvernement.
1667.	Den 2e. February. De Zeeuwsche Admiraal Abraham Krynszoon, met een Esquader van drie Oorlogschepen, en eenige Transport Schepen met 300 Lands-

[p. 132]

Ao. 1667.	Soldaaten, onder commando van de Capiteinen Julius Lichtenberg en Mauritz de Rama, maaken zich meester van de Colonie, die by verdrag overgaat.
	Juny, de Capitein M. de Rame tot Gouverneur Generaal door de Zeeuwen benoemd.
	Den 31 July, de Vreede te Breda geslooten, en uit kragte van het zesde punt van het Tractaat, deeze Colonie aan den Staat overgelaaten. Echter neemt de Engelsche Bevelhebber John Hormans, nog onkundig zynde van den inhoud van gemelde Tractaat, met zeven Oorlogscheepen, twee kitsen, een lange Bark en twaalf honderd Man, op den 17 en 18e. October, de Colonie en, de Bezetting gevangen, en plunderen alles, en zend den Heer M. de Rame, met de bezetting naa Barbados, van waar Lord Willoughby zynen Zoon Henry 4 dagen naa de afkondiging der Vreede herwaards zond, om 'er weer bezit van te neemen.
1668.	In de Maand July, werd Willoughby door den Koning van Engeland gelast, om deeze Colonie aan de Staaten in te ruimen, zoo als by de gemelde Bredasche Vreede was bepaald.
	En den 4e December wierd door de Zeeuwen, de Heer Julius Lichtenberg als Gouverneur, herwaards gezonden.
1674.	Den 9 February, den Staat, ingevolge de schikkingen tusschen den Koning van Engeland en de Staaten Generaal, by het 5e. en 7e. Articul van het Tractaat van Westmunster, in de Eigendom van Surinamen bevestigd.
1678.	Den 9e September vervangt den Heer Johannes Heinsius, oud Secretaris van den Raad van Justitie in Brazilien, den Heer Lichtenberg in het Gouvernement.
1679.	Thomas Coignart, Directeur op de Plantagie Acambo door de Indiaanen met een vergifte Pyl doodgeschooten.
	Zeker Jood Fonzeca, toond zich aan den Gouverneur van Barbados behulpzaam, om de Colonie wederom aan den Koning van Groot-Brittannien te brengen.
	De Gouverneur Johannes Heinsius, laat koper Geld munten, gestempeld met een Papagaaitje, en geteekend 1. 2 en 4. welke gangbaar waren tegens 1. 2. en 4. duiten, dog wierden door hun Hoog Mogende verboden.
1680.	In April de Gouverneur Johannes Heinsius gestorven, en aan de Commandeur Laurens Verboom, het Gouvernement opgedraagen.
1682.	Den 23e September. Octroy van deeze Colonie verleend door de Staaten Generaal aan de West-Indische Compagnie.

[p. 133]

Ao. 1683.	In January doet de Heer van Odyk, Eerste Edelen en gemachtigde van de Staaten van Zeeland als daar toe geauthoriseerd, afstand van de Colonie aan de West-Indische Compagnie gedaan.
	Den 21e. Mey, de Conditien, onder dewelke de West-Indische Compagnie, de Stad van Amsterdam, en den Heer C. van Arsens, Heer van Sommelsdyk, in den eigendom van deeze Colonie heeft geadmitteert, geteekent.
1685.	De Fortresse Somelsdyk gesticht.
1688.	Den 19e. July, den Heer van Sommelsdyk door eeni- Rebellen van 't Krygsvolk, om het leeven gebragt.
	Den 28e. ditto, de Collonel Verboom overleeden.
	Den 3e. Augustus, de voormelde Rebellen met de dood gestraft.
1689.	Op den 8e. Maart den Heer Joan van Scherpenhuizen als Gouverneur gearriveert.
	Den 18e. April, het Hof van Civiele Justitie opgericht.
	Den 6e. May, de Fransche Admiraal du Casse, die de Colonie tragt te veroveren, door het geschut manmoedig afgeweert.
1696.	Den 14e. May, vervangt den Heer Paul van der Veen, den Heer J. van Scherpenhuizen.
1706.	In October vervangt den Heer Willem de G[...]yer, den Heer P. van der Veen.
1712.	Den 10e. October de Fransche Admiraal Jaques Cassard overweldigt de Colonie, en ontvangt een Brandschatting van zes Tonnen Gouds.
1716.	January 22. de Heer de Goyer overleeden, word als nu den Heer Johan Mahony Gouverneur.
1717.	Dezelve Heer Johan Mahony overleeden.
1718.	Den 2e. Maart, de Heer Jean Courtier als Gouverneur ingehuldigt.
	Dewelken den 21e. July van dat Jaar de doodstraf tegens de Wegloopers heeft ingesteld.
1721.	De eerste Cofiy in Surinamen geplant. En in de Maand September de Gouverneur Courtier gestorven, wordende de Heer Hendrik Temmink den 1e. October tot Gouverneur aangesteld.
1727.	Gemelde Heer Gouverneur Temminck overleeden.
	De Bosch-Negers loopen de Plant. van Kidderbak in Commewyne af.
1728.	De Heer Carel Emilius Hendrik du Cheusses vaard het Gouvernement aan.
1729.	De eerste Cacao geplant.
1734.	De Heer Gouverneur E.H. de Cheuses overleeden.

[p. 134]

Ao. 1734.	en den 9e. July den Heer Jacob Alexander Henry de Cheusses, in deszelfs plaats aangesteld.
1735.	De eerste Grondsteen tot de Fortresse Nieuw Amsterdam gelegd.
	En in Juny van dat zelve Jaar, den Heer J.A.H. de Cheusses overleeden.
	Zynde dit tydstip, wegens de eerste teelinge van de Catoen Plant merkwaardig.
	Den 6e. July, den Heer Jan Ray, tot Gouverneur aangesteld,
1737.	Gemelde Gouverneur overleeden.
	Den 11 September de Heer Gerard van der Schepper, tot Gouverneur aangesteld
1741.	Den 1e. November, dezelve zyn Demissie ontvangen.
1742.	Den 7e. February, den Heer Mr. Joan Jacob Mauritius tot Gouverneur aangesteld.
	Eenige Boeren Huisgezinnen uit 't Markgraafschap Paltz in Duitschland, komen op de uitnodiging van de Groot Achtbaare Heeren Directeuren der Societeit. in deeze Colonie, wierden begunstigd met Beesten en noodige gereedschappen tot den Landbouw, zetten zich aan de zoogenaamde Orange Weg, tusschen Para en Surinamen, dan hun ongeregeld gedrag, heeft aan de goede oogmerken niet beantwoord, zoo dat zy meestendeels verloopen zyn.
	Den 5e. Sept. wierd Wilhelm Haak en Comp. Octroy, tot het zoeken van Myn-Stoffen, verleend.
	En in October deszelven Jaars, wierd de eerste Predicatie in de Luthersche Kerk gehouden, door Domine Johannes Pfaff of Pfaffius, die den 20e. dier Maand alhier was gearriveerd.
	Ook voltooyde men in dat Jaar de Fortresse Nieuw Amsterdam.
1751.	Den 23e. April, den Heer Baron de Sporcke, aanvaard het Gouvernement, en de Gouverneur Mr. Mauritius, vertrekt naar Europa.
1752.	Den 7e. September, den Gouverneur Baron de Sporcke overleeden, en den Commandeur Wigbold Crommelin, in deszelfs plaats pro interim aangesteld.
1754.	Den 6e Maart den Heer Albert van der Meer, Majoor in het Regiment van den Paltzgraaf van Birkensela, tot Gouverneur effectief aangesteld.
1756.	Gemelde Gouverneur Albert van der Meer overlydende werd het Gouvernement pro interim, tot de te rug komst door gemelde Heer Crommelin waargenomen.
1757.	Den welgemelde Heer Crommelin, door Hun Edele

[p. 135]

Ao. 1757.	Groot Achtbaare als Gouverneur Generaal dezer Colonie benoemd zynde, werd den 2e. Maand als zoodanig Ingehuldigd.
1758.	Het Militaire Hospitaal gestigt.
1760.	In dit Jaar het zelve Hospitaal voltooid.
1761.	In de Maand October werd de Vreede met de Negers van Auca en Saramacca gesloten.
1763.	Het eerste Papiere Geld gemunt, en in trein gebragt.
	Den 18e. April deszelven Jaars, des middernagts ontstond aan Paramaribo een zwaare brand, waar door een geheel blok Huizen in de Graave Straat in de vlam wierd gezet.
	Het in Mey deezes Jaars, uit Texel gezeilde Oost-Indische Schip Nyenburg, aan de Kust van America door een gedeelte van het Scheepsvolk afgeloopen, die daar meede Cayenne aandeeden, door den Gouverneur aldaar op de blyken van onraad in verzekering genomen, en op verzoek van Hun Hoog Mogende weder uitgeleeverd, en alhier gebragt, werd de Equipagie gerechtelyk onderzogt.
1764.	Den 10e. February zeven van gemelde Equipagie schuldig bevonden Persoonen, volgens uitdrukkelyk bevel van Hun Hoog Mogende, voor den Hove van Politie te recht gesteld, en ter dood veroordeeld, welk Vonnis den 22e. September, aan boord van het gemelde Schip voor Paramaribo leggende, is ter uitvoer gebragt, zynde de Belhamel onthoofd, en de andere aan de Fokke Raa gehangen.
1766.	Den 21e. 24e. en 27e. October, had men alhier in deeze Colonie, sterke schuddingen van Aardbeving, met een voorafgaande sterk onderaardsch gedruisch, dog niettegenstaande de hevigheid der schuddingen, heeft men weinig schaaden geleeden, voor welke gelukkige verlossing van dat groote gevaar, een Dank - en Bedendag op den 29e. dier Maand gehouden is.
1769.	Door zwaare droogtens, geraakten de Biri Biri Landen en Bosschen aan de Zeekant in brand, welke ruim vier weeken duurden, de vlam woedde op de verschrikkelykste wyze, en ging voort tot aan de Dammen der Plantagien, zoo dat zelfs eenige Plantagien in hunne Coffy stukken schaden leeden, met de Zeewind veroorzaakte deeze brand dikke rook, waardoor men even als in de Europa door de mist, op de straaten aan Paramaribo, in 't uitzigt verhinderd werd.
	Den Heer Wigbold Crommelin, vraagt zyne Demissie, en in deszelfs plaats werd, in dato 27 October, den

[p. 136]

Ao. 1769.	Heer Jan Nepveu tot Gouverneur dezer Colonie aangesteld.
1774.	Den 10 Aug. op heeden wierd door Mr. W.J. Beeldsnyder Matroos, de Eerste Surinaamsche Courant uitgegeeven.
	De Burgery van Paramaribo op 't Plein de groote Revue gepasseerd, by welke gelegendheid 10 Burgers Officieren zyn gepromoveerd, van alle welke op heeden niemand in leeven zyn, dan onze tegenswoordige oudste Capitein J.J. Leysner.
	Den 2e. November. Alhier zag men op onze Kust by Bramspunt opwaards komen aandryven een levendige Cajelot Visch, dien 't water ontvallen zynde, op 't Strand in de modder is blyven zitten, dezelve was 48 voeten lang, houdende van de Neus tot aan de Oogen 12 voeten, en ter hoogte, op zyde leggende 7 en een half voet Rhynlandsch, eenige aldaar zich geneerende Blanken trokken daar van een aanzienlyke quantiteit Thraan.
	In dit Jaar werd het Plan van Cordon of Linie van Defensie, dienende tot afweering der Boschnegers, geformeert, en door de Staaten Generaal goed gekeurd.
1775.	Den 14e April is door de Hoogduitsche Joodsche Gemeente, welkers Synagogue verhoogt en vergroot is geworden, benevens hunne fraaije nieuwe Boeken Mozes Kast en Altaar met veel plechtigheid geïnstalieerd en ingewyd, zynde daar by present geweest, den Wel Ed. Gestr. Heeren J. Nepveu en Mr. J.G. Wichers, toenmaalige Gouverneur Generaal en Raad-Fiscaal dezer Colonie, benevens veel andere Heeren van distinctie.
	Den 24 Augustus de gemanumiteerdens Mulatten en Negers in twee Compagnien geformeerd, om ten dienste van den Lande te kunnen geëmploijeerd werden.
	In dit Jaar (het welk wy als remarquabel aanmerken) arriveerden op deeze Rheede 54 Scheepen, waar onder 10 Slaafhaalders, meede brengende 2356 Negers Slaaven, en wederom van hier direct na den Vaderlande gereverteerd 63 Scheepen, buiten de Slaaf haalders, dewelke, met een gedeelte, of derzelver geheele Armesoenen, naa elders verzeld zyn, hebbende de Laading van opgemelde 63 Scheepen circum circa, bestaan in achtien millioen ponden Coffy, vyftien millioenen tweemaal honderd duizend ponden Zulker, zesmaal honderd ponden Cacao, en honderd en vyftig duizend ponden Catoen, zonder de mindere en geringe Producten, beloopende te zamen aan t'Huisvragt, welke de Naviga-

[p. 137]

Ao. 1775.	tie daarvan is profiteerende, buiten de uitvragten, op eene somma van een millioen, viermaar honderd zestien duizend twee honderd vyftig guldens.
1776.	Den 21 May, heeft de Vrye Neger Quassie, beroemd wegens zyne gedaane dienste tegens de Boschnegers, in 's Hage een particuliere audientie met den Prins gehad.
1776.	In dit jaar werd alhier gesticht een Genootschap, bepaald op twintig Leden, en daar van de eerste Stichters waren, Mr. J.H. van Heeniskerk, G.P. Bennelle, Jan Nepveu, Mr. F.E. Becker, B. Texier, Mr. Cornelis Graafland, N.O. Pelichet, Mr. J.G. Wichers, Dr J.P. van Stuivesandt, Mr. P.C. van Stuivesandt, A. de Mil[...]y, Mr. H.A. Hoff, A.J. Halloy, Dr. M. van den Dam, dezelve droegen den naam van Nini-rotten, en hadden verkoren tot hun Patroon of Bescherm Heilige St. Hubert in 't Westen, in hunne Vergaderingen waren zy vercierd met zilvere jagthoorentjes, met de incisie van gemelde hun Patroon, en 't Wapen van deeze Colonie. Haare eerste Vergadering wierd gehouden op den 27 April, wanneer tot Groot-Meester en President wierd verkooren, den Nim-rot Jan Nepven, en tot Fiscaal, Secretaris en Thesaurier den Nim-rot Mr. W.J. Beeldsnyder Matroos.
	En was by dit Genootschap vastgesteld, om jaarlyks op den 4 November, op wat dag die ook mogt komen, behoorlyk ter eere van St. Hubert, met een middag maal te vieren.
1777.	Den 16 April. Eene Negerin aan den Jood Sel. Romanel behoorende, van 2 Kinderen ter eener dragt verlost geworden, waar van het eene een Neger en het andere een Mulatte Kind is, 't waren beide Meisjes, van. weezens trekken volmaakt naar den anderen gelykende.
	Den 16 July, den Heer Victor Pierre Malsouet, Ordonnateur der Colonie Cayenne met deszelfs Familie in deeze Colonie gearriveerd, en naa 't merkwaardige zo wel aan Paramaribo, als op eenige Plantagien gezien te hebben, wederom vertrokken.
	Den 4 November, ten half twee uuren deezen morgen, ontstond 'er een allersterkste Brand in 't commandement, bewoond by de Wel Edele Gestrenge Heer Commandeur B. Texier, welke in weerwil van alle assistentie, zoo der braave Ingezetenen, als der Zee lieden hier ter Rheede leggende, niet heeft kunnen gestuit werden, zynde dat gebouw, benevens alle deszelfs zy en agtergebouwen, in minder dan 3 uuren, benevens genoegzaam alle de Meubelen en Huiscieraaden in de assche gelegd.

[p. 138]

Ao. 1779.	Den 27 February, den Heer Jan Nepveu, Gouverneur Generaal dezer Colonie, in den ouderdom van 59 Jaaren, 4 Maanden en 29 Dagen overleeden.
	Den 1 Maart den Heer Commandeur B. Texier, als Gouverneur pro interim geinstalleerd.
1780.	Den 8e. Maart welgen. Heer B. Texier, als Gouverneur Generaal effectief ingehuldigd.
1781.	Den 16 Maart, 's Lands Fregat van Oorlog de Eendragt gevoerd door Capt de Rook, brengt tyding van de Vreedebreuk tusschen den Staat en Groot-Brittannien.
	Den 11 dito, door den Gouverneur Generaal de volgende Koopvaardy-Schepen wel bemand en gewapend in commissie gesteld, om benevens 's Lands Scheepen van Oorloge, deeze Colonie tegen der aanval van buitenlandsche Vyanden te helpen verdeedigen, te weeten: De Vrouwe Francoise Hermina, Capitein Pieter Geertz de Vries, de Vrouw Wynanda Luberta, Capitein Pieter Jurgenson, Paramaribo, Capitein Ary Spruyt en de Vrouwen Maria en Elisabeth, Capitein Bartel Vos, alle walke op den den dag daar aan volgende na 't Fortresse Nieuw Amsterdam zyn afgedreeven.
	Den 13 April, op heeder tyding ontvangen, dat de Colonie de Berbice, op den 13 Maart by capitulatie aan de Engelsche was overgegaan.
1782.	December ult., het Collegie Medicum, in dit Jaar opgericht.
1783.	Den 20 Juny, den Heer Jacou de Fiedmond, Marechal de Camp, Inspecteur Generaal der Fransche Troepes, in de Fransche West-Indische Colonien, en oud Gouverneur Generaal van het Fransche Guiana, alhier gearriveerd, eenige dagen alhier vertoevende, het merkwaardige in deeze Colonie in oogenschyn genomen.
	Den 25 September, overleeden in den ouderdom van 57 Jaaren, den Heere Gouverneur Generaal B. Texier.
	Den 3 October, den Heer Mr. W.J. Beeldsnyder Matroos, als Gouverneur Generaal pro interim ingehuldigd.
	Den 9 October, alhier overleeden den Heere J.W. van Oldenbarneveld genaamd Tulling, voerende het 's Lands Schip van Oorlog de Castor, in deeze Colonie gearriveerd op den eerste van dezelve Maand.
1784.	Den 22 December, 's Nademiddags tusschen 3 à 4 uuren bespeurde men alhier 2 zwaare stooten van Aardbeeving, welk echter geen schaade in deeze Colonie hebben veroorzaakt.
	Den 23 dito, den Heer Mr. J. Wichers als Gouverneur Generaal deezer Colonie met het Schip Vrouwe

[p. 139]

Ao. 1784.	Johanna Catharina Maria, gevoerd door Capt. C. Koos, alhier gearriveerd.
1785.	Den 16 Maart, is voormelde Gouverneur Generaal, op een plechtige wyze ingehuldigd, die den 14 Augustus daar aan volgende de Felicitatien ontving, als door H.H.M. vereerd zynde, met den Titel en Rang van Generaal Majoor by de Troupen van den Staat.
	Den 10 November, kwam binnen deeze Rivier een één Mast Vaartuig, bemant slegts met één Man, genaamd J. Schakfort, komende van Londen, laatstelyk van L'Orient, van waar hy den 6 July was vertrokken, met een laading Kryt, werdende deezen alléén Zeilder, alhier door een iegelyk om zyne gevaarlyke onderneeming bewonderd.
1786.	Den 18 October, arriveerden alhier de Heeren van Doornik en Kerstens, de eerste bedienaaren van de Roomsche Godsdienst in deeze Colonie.
1787.	Den 1 April, werd de eerste openbaare Misse in een inweidings Predicatie in de Nieuwe Roomsche Kerk alhier op een plegtige wyze gehouden.
	Juny, Is alhier opgerigt een Begravenis Fonds het welk veele ruttige vooruitzigten opleeverde.
1788.	Werd de Curateele Kamer alhier aan Paramaribo opgerich, ingevolge Instructie en Ordonnantie, de dato 30 July van dat jaar.
	Den 7 September, zekere zwarte Boot die zig zoo by Dag als Nagttyden in de Rivier Cottica vertoonden, echter zo men zyde in eensklaps onzigtbaar wierd, maakte onder de ingezetenen in dit tydstip veel gerucht.
1789.	In de maanden Augustus, September en October wierd deeze Colonie door de verderfelyke ziekte der Kinderpokjes aangevallen, de blanken wierden daarvan niet minder dan de Negers bezocht, en de sterfte onder de Blanken verwekte in een groot aantal Huisgezinnen de grootste droefheid, door het verlies van hunne allernaaste Bloedvrienden, veele verlooren een groot aantal Slaaven, waarin een der Hoofdkapitaalen onzer ingezetenen bestaat, waardoor veele in de uiterste armoede gesteld wierden, en waarvan zy nog op heden de droevige gevolgen ondervinden.
1790.	Den 15 Juny. De Heer Gouverneur Generaal Mr. J.G. Wichers met verlof na den Vaderlande vertrokken met het Schip de Standvastigheid Capt. R. Prahl, overlaatende het bewind der zaaken in deze Colonie aan den thans regeerende Gouv. den Heere J.F. Friderici als toen Commandeur.

[p. 140]

Ao. 1792.	De Heer Jurrian François Friderici tot Gouverneur Generaal dezer Colonie aangesteld zynde, is zyn Hoog Edele Gestrenge op den 24 Aug. 1792 in deeze waardigheid ingehuldigt, zynde kort daarop door Hun Hoog Mog. verheft tot Generaal Majoor by de Infanterie van den Staat der Vereenigde Nederlanden.
	Den 22 December heeft de openbaare Godsdienst oeffening der Roomschen Catholyken opgehouden en haare Kerke geslooten zynde, is de laatste Misse op heden aldaar gehouden.
1793.	April, 's Lands Gasthuis gesticht. Tyding over Barbados alhier gearriveert dat door Frankryk, aan Engeland en Holland de Oorlog wes gedeclareerd.
	Den 9 September, de eerste Steen door den Heere Gouverneur Generaal tot een nieuw Hoff van Civiele Justitie gelegt.
1794.	Den 1 Maart, De groote Vloot bestaande uit 51 Koopvaardyscheepen, daar van 26 Suiker ladingen, 23 Coffy dito, en 2 met ballast, onder de Commando van de Wel Ed. Gestr. Heeren A.G.C. de Virieux en van Braam, voerende de Scheepen de Jason en de Nieuwe Argo, na den Vaderlande vertrokken, overbrengende 11 en een half Mill. ponden Coffy, 4 Mill. 8 hondert duizend ponden Catoen, 5 maal honderd duizend ponden Cacao, en 18 duizend Vaten Zuiker. Hier uit kan men opmaken van welk groot belang ons Colorie voor het Moederland is, en vordert daarom ook de uiterste zorgen en pogingen niet alleen van de Drectie, maar ook van de geheele Republicq.
1795.	Den 14 April, Capt. Mungo Mackay brengt tyding alhier van de gelukkige omwenteling in de Nederlanden op den 18 Jan. 1795.
	Om aan de vergeetelheid te onttrekken melden wy hier het volgende:
	De Heer Pierre Alexander du Pevrou, geboortig in deze Colonie in den jaare 1726, en gestorven te Neuf Chatelle in Zwitserland den 13 November 1794. in zyn leven Eigenaar van de Plantagien Perou, Libanon en la Nouvelle Esperance en meer andere Effecten in deeze Colonie, alle onder Administratie van de Heeren J. Stöckel en J.P. Mazer, heeft by zyn Testament en laatste wille bepaald, dat aan iedere Slaaf aan alle voornoemde Effecten behoorende de waarde van tien guldens zoude werden gegeeven. Het blykt dat de gevoelens der erkentenisse in deezen waardigen Heer, zelfs de werkzaamheid zyner Slaaven, die zyne rykdommen vermeerdert hebben, poogen te beloonen.

[p. 141]

Zy die het Vaderland in het algemeen en deeze Colonie in het byzondere een goed hert toedraagen, zullen met waare welmeenendheid verneemen, dat de Wel Edele Achtbaare Heeren J. Kuvel en P.W. Spillenaar Administrateuren der Plantagie de Drie Gebroeders, aankoomende de Wel Ed. Gestrenge Heeren P. Vermeulen en G.H. de Wilde, aldaar een bekwaame Kielplaats hebben doen vervaardigen, om de 's Lands Oorlog en Koopvaardy Scheepen, door de zo vernielende Worm beschadigd, wederom te herstellen, gelyk zulks met de thans hier leggende Scheepen van Oorlog heeft plaats gehad. --- Verdiend dan deeze belangryke onderneeming dus niet met recht meede hier aangestipt te worden.