gehouden door den Voorzitten, die deze taak dan ook welwillend op zich nam. Deze vergadering had plaats in de zaal boven het Waaggebouw, tot dat einde welwillend door Zijne Excellentie den Heer Gouverneur voor het houden der vergaderingen ter beschikking van het Genootschap gesteld, en werd door een talrijk publiek, alsmede door eenige Dames, bijgewoond.
Het aantal der leden, dat bij de eerste oprigting slechts uit 43 bestond, was intusschen, vóór den 1sten Julij 1853, den dag waarop de opening des Genootschaps bepaald was, tot 144 geklommen.
Sedert dien tijd hadden de vergaderingen geregeld plaats, en werden bij ieder derzelve nieuwe leden voorgesteld, zoodat bij den aanvang van het derde gemeenschappelijk jaar, het aantal leden tot 155 geklommen was, na aftrek der uit de Kolonie vertrokkenen, overledenen, als anderszins, welk getal niet minder dan 40 bedraagt.
Het plan, dat aan de oprigting tevens verbonden was, namelijk de daarstelling eener leesinrigting voor de leden, werd mede ten uitvoer gebragt, en het is allen genoegzaam bekend, welke goede vruchten ook dit oplevert, aan de daarstelling eener bibliotheek is ook reeds een begin van uitvoering gegeven, door de aanschaffing van eenige werken, terwijl ook een paar leden eenige boekwerken ten geschenke daaraan gaven, welk voorbeeld wij hopen en vertrouwen, dat door meerderen zal worden gevolgd.
En zoo moge Oefening kweekt kennis steeds in bloei toenemen, en voortgaan om kennis en beschaving te versprei-