Huurwaardebelasting
(geldende tekst G.B. 1948 No. 154).
Onder de naam van ‘Huurwaardebelasting’ wordt een belasting geheven van gebouwen met daarbij behorende erven.
De belasting is jaarlijks verschuldigd.
Van de belasting zijn vrijgesteld:
a. | de gebouwen met of zonder erven, waarvan de jaarlijkse huurwaarde op minder dan f 60. - wordt vastgesteld; |
b. | de gebouwen en erven voor de publieke dienst bestemd, voor zover zij in volle eigendom aan Suriname toebehoren; |
c. | de gebouwen en erven of gedeelten daarvan, bestemd en door hem die het genot heeft, uitsluitend gebezigd: |
1. | voor de uitoefening van de openbare eredienst; |
2. | als inrichting van onderwijs; |
3. | als inrichtingen van weldadigheid; |
4. | als inrichtingen van wetenschap of kunst; |
5. | als begraafplaatsen; |
6. | voor landbouw en veeteelt en voor be- en verwerking van landbouwproducten, daaronder begrepen magazijnen en bergplaatsen voor landbouwproducten, de hospitalen, kantoren en woningen op de landbouwondernemingen aanwezig voor arbeiders; |
d. | de fabrieken, werkplaatsen, kantoorlokalen, hospitalen, magazijnen en arbeiderswoningen op de mijnbouwondernemingen, mits uitsluitend als zodanig gebezigd; |
| |
e. | de in eigendom aan vreemde Mogendheden toebehorende gebouwen met daarbij behorende erven, waarin het consulaat gevestigd is of welke dienen voor woning van hun beroeps-consulaire ambtenaren, onder voorwaarde van wederkerigheid. |
De belasting bedraagt 1/24 deel van het bedrag waarop de huurwaarde wordt vastgesteld.
De huurwaarde wordt vastgesteld voor een tijdperk van 5 jaren. Tussentijds geschiedt een vaststelling der huurwaarde voor de gebouwen die gesticht zijn of die een verandering hebben ondergaan.
De verordening bevat nog bepalingen omtrent de vaststelling van de aanslag, het bezwaarschrift en het beroep daartegen, e.d.