Berekening van den Paaschdatum met behulp van de bovenstaande gegevens.
Zoek het Gulden Getal, door de laatste twee cijfers van het jaartal, waarvan men den Paaschdatum wil weten, te deelen door 19 en bij de rest 1 op te tellen.
(Voorbeeld voor 1918; deel 18 door 19; 0 maal, rest 18; 18 + 1 = 19 = Gulden Getal voor 1918).
Trek van het Gulden Getal 1 af, vermenigvuldig de rest met 11 en deel door 30; de rest min 1 is dan de Epacta.
(Voorbeeld 1918: 19 - 1 = 18; 11×18 = 198; 198 : 30 = 6 maal, rest 18; 18 - 1 = 17 = Epacta.
Trek de Epacta af van 24; is zij (de Epacta) minder dan 24, dan is de rest de datum in Maart, waarop de volle maan vóór Paschen valt. Ligt de Epacta tusschen 25 en 30, dan trekt men haar getal van 43 af, de rest is de datum in April van de Paasch-Volle Maan. Is de Epacta 24, dan valt de Volle Maan op 19 April.
Paschen valt dan op den Zondag na de aldus berekende volle manen. Deze Zondag is te vinden door middel van de Zondagsletter; is bv. de Zondagsletter F, dan zoekt men bij welken datum van het jaar na dien, voor welken men volgens bovenstaande berekening de Volle Maan gevonden heeft, de letter F het eerst voorkomt. Deze datum is dan Paaschzondag.