Wonden.
Men neme de meest mogelijke zorgen in acht, opdat alle voorwerpen, die met de wond in aanraking komen, zoo rein mogelijk zijn. Daardoor voorkomt men, dat de wond gaat etteren. Als desinfecteerend middel kan men gebruiken sublimaat 1 pastille van 1 gram op 1 liter water. Aangezien sublimaat zwaar vergif is, zij men voorzichtig bij het gebruik. Daarmede wassche men de handen, reinige de nagels tangetjes. De wond zelf wassche men met een sublimaatoplossing van 1 op 5000, met goulardwater, met boorwater, - of met eene carboloplossing van 1 pct.
Met carbol zij men zeer zuinig op wonden, en gebruike het niet sterker dan 1 pct, voor omslagen 2 pct.
Daarna plakke men een Eng. pleister op de wond, of legge een verband aan. Geen ijzerchloried ter bloedstelping gebruiken. Een voortreffelijk bloedstelpend middel op kleine wondjes is eene 2 pct. oplossing in water van zoutzure chinine, of wel een watje met terpentijnolie gedrenkt. Ook aluin is als bloedstelpend middel geschikt, een suikerlepel op een kopje water of ook als strooipoeder op de wond. Is de bloeding aanzienlijk, dan houdt men het gewond lichaamsdeel in de hoogte en drukt zacht op de wond, met reine vingers, of met in ijswater gedoopten doek - geen lauw water -. Ontwijkt slagaderlijk bloed - licht-rood - bloed, dan den slagader dichtdrukken of het lid, hooger dan de wond, afbinden, met caoutchouc slang bijv.
Wat er nog maar ‘aan een velletje’ bij hangt, moet men nooit verwijderen, daar ook in schijnbare ongunstige omstandigheden genezing kan volgen.
Het water, dat voor reiniging van wonden dient, moet zooveel mogelijk zijn: afgekoeld gekookt water.
Voor eenvoudige wonden, hetzij gesneden of gekneusd, is de behandeling zeer aan te raden met verbandgaas in Perubalsem gedrenkt.