De Vraagbaak. Almanak voor Suriname 1918

[p. 288]

Cijfers en andere gegevens omtrent zuigelingenvoeding.^*)

Borstvoeding van gezonde zuigelingen.

1e dag: Niet noodzakelijk; desnoods geve men gekookt water, zonder suiker.

1e week: Aantal maaltijden 6-8 per 24 uur.

Daarna: Alle 3 uur, zoo mogelijk alle 3½ à 4 uur. Bij voorkeur 's nachts niet.

Een gezonde pasgeborene drinkt gemiddeld
den 3^en dag	100 gram
den 6^en dag	300-3.50 gram
den 10^en dag	400-4.50

en later c.a. ⅙ van het lichaamsgewicht. (Budin).

De hoeveelheid, die een normaal kind noodig heeft, kan men approximatief berekenen uit deze tabel:

Leeftijd.	Hoeveelheid per 24 uur in grammen.
1^e kwartaal	150 maal het lichaamsgewicht in kilo's
2^e kwartaal	140 maal het lichaamsgewicht in kilo's
3^e kwartaal	125 maal het lichaamsgewicht in kilo's

*) Ontleend aan ‘Gorter’: De voeding van gezonde en zieke zuigelingen.

Kunstmatige voeding.

Bij gezonde zuigelingen komt daarvoor in aanmerking.

In de eerste 14 dagen een mengsel van

1 deel koemelk.

2 deelen water, dat 8% suiker bevat.

Na dc 2e week

1 deel koemelk,

1 deel water, dat 8% suiker bevat

(de voedingswaarde van dit mengsel bedraagt ¾ van die van moedermelk).

Na de 4e tot de 6e week

2 deelen koemelk,

1 deel water, dat 10% suiker bevat.

Vanaf de 4e maand toevoeging van meel, b.v. 5-10 Grper dag.

Vauaf de 7e maand andere bijvoeging als griesmeel, bouillon, beschuit, vruchtensap.

De hoeveelheden dezer mengsels, voor zoover zij gelijke

[p. 289]

voedingswaarde bezitten als de moedermelk, regele men naar de hoeveelheden moedermelk, die een gezond borstkind noodig heeft.

Deze hoeveelheden zijn voor sommige kinderen te laag, zelden zullen ze, als de kinderen gezond zijn, te hoog zijn. Indien blijkt dat het kind niet genoeg voeding krijgt, kan men een kleine hoeveelheid, b.v. 50 gram per 24 uur, meer geven onder contrôle van de gezondheid. Maar zelden is meer dan 1 L. vloeistof in 24 uur geoorloofd, of behoeft een kind een hooger percentage ⅔ melk te krijgen, voordat het 7 maanden is.

In voedingswaarde ongeveer overeenkomende met moedermelk zijn:

⅔ melk + ⅓ van een 10% suikeroplossing,

volle koemelk,

karnemelk met 5% suiker nn 1.5% meel.

In plaats van water, kan men als verdunningsvloeistof nemen een afkooksel van rijst of gort, (1 eetlepel rijst of gort laat men met 1 L. water 15 minuten koken. Daarna laat men even bezinken en giet het rijstewater of gortwater af).

Voedingsmengsel voor meer of minder zieke zuigelingen zijn o.a

Karnemelk met meel en suiker.

1 Liter karnemelk laat men onder gestadig roeren op zacht vuur met 1 kleine lepel rijstebloem (15 gram) en 1-2 eetlepels suiker (30-60 gram) 10 minuten doorkoken, waarna men met gekookt water aanvult tot 1 Liter. Voor zieke kinderen en pasgeborenen neemt men vaak een maltose praeparaat 30-45 gr. per L. (Nutricia's Voedingsuiker, Soxhlet's Nährzucker, Löflund's Nährmaltose).

Karnemelk is ook gecondenseerd en ingedampt te krijgen. (Gebruiksaanwijzing op de bus).

Mery's Groentenbouillon. (Gebruikt als intermediair diëet, tusschen het waterdiëet en de wedertoediening van voedsel.

65 gram aardappelen	} met 3 L. water en 5 gram keukenzout opzetten en laten verkoken tot 1 L. (3 uur). Dan door de zeef.
65 gram wortelen daarbij òf	} met 3 L. water en 5 gram keukenzout opzetten en laten verkoken tot 1 L. (3 uur). Dan door de zeef.
25 gram princesseboonen òf	} met 3 L. water en 5 gram keukenzout opzetten en laten verkoken tot 1 L. (3 uur). Dan door de zeef.
25 gram zandknolletjes	} met 3 L. water en 5 gram keukenzout opzetten en laten verkoken tot 1 L. (3 uur). Dan door de zeef.

Bouillon. ½-1 ons fijn gesneden vleesch, 3 uur wegzetten met ¼ L. water, en dan ½ uur op zacht vuur laten trekken. Hierna wordt met gekookt water, weer tot ¼ L. aangevuld en even opgekookt.

Groenten worden zeer fijn verdeeld, met weinig water opgezet. Alle vocht late men op de groenten verkoken. Niet afgieten.