Huur en Verhuur.
Inlichtingen betreffende de verordening van 16 December 1912 (G.B 1913 No. 27), tot vereenvoudiging, ten aanzien van kleine woningen, van processueele voorschriften, bij vorderingen, gegrond op wettelijke voorschriften, omtrent huur en verhuur.
Om ontvankelijk te zijn tot het stellen van een eisch tot het doen leggen van beslag op grond van deze verordening, wordt vereischt:
1o. dat het bedrag der verschenen huurpenningen niet meer bedraagt dan f 75.
2o. dat de huurschuld over geen langeren termijn loopt dan zes maanden en
3o dat de huurprijs der woning niet meer bedraagt dan f 12.50 per maand.
(Als b.v. voor een kamer van f 5 's maands huur achterstallig is over 8 maanden, zal de verhuurder alleen over de achterstand van 6 maanden de huur kunnen innen krachtens de bepalingen van deze verordening.
Achterstallige huur van z.g. zijgebouwen die meer dan f 12.50 huur 's maands doen, zullen niet krachtens de verordening kunnen geïnd worden al bedraagt de achterstallige som minder dan f 75.
In zulke gevallen zal de onde procedure gevolgd dienen te worden.)
Het doen leggen van beslag kan geschieden zonder voorafgaand verlof van den Kantonrechter, terwijl het beslag wordt gedaan door een deurwaarder, bijgestaan door een beambte van politie, te Paramaribo, door den Commissaris van Politie, en in de districten door den District-Commissaris kosteloos aan te wijzen. -
Het geding tot invordering der verschenen huurpenningen, tot het van waarde verklaren van het gelegd beslag alsmede een vordering tot ontbinding van de huurovereenkomst en tot ontruiming der woningen, wordt aanhangig gemaakt door indiening van onderstand verzoekschrift op ongezegelt papier.
De ondergeteekende(n) (voluit geschreven naam en voornamen van iederen verzoeker)