Nummering van brilglazen.
De nummering van brilglazen geschiedt thans volgens dioptriën. Als eenheid geldt daarbij een glas met een brandpuntsafstand van één meter. Daar de ‘sterkte’ van een glas in omgekeerde reden tot den brandpuntsafstand staat, is een lens met een brandpuntsafstand van 2 Meter = ½ dioptrie; van ½ Meter = 2 dioptriën, enz. Het aantal dioptriën duidt het nummer van het glas aan; wil men hieruit den brandpuntsafstand berekenen, dan moet men dit nummer op 1 meter deelen. De vroegere nummering was volgens de lengte van den krommingsstraal in Parijsche duimen, die bij gelijke kromming van de beide vlakken op weinig na met den brandpuntsafstand overeenkomt. In tegenstelling met de maat volgens de dioptriën is hier dus het glas des te ‘zwakker’ naarmate het nummer hooger is. Wil men in duimen aangegeven waarde van een lens in dioptr. omrekenen, dan vermenigvuldigt men de breuk, waarvan de noemer het aantal Par. duimen aangeeft, met 37, daar 1 M. = 37 Par. duimen is. Dus op een glas van 18 duim = 1/18 × 37 = 2 dioptr. Daarentegen wordt de waarde in dioptr. in duimen omgerekend door deeling van het nummer op 37; derhalve b.v. 3 dioptr. = 37 : 3 = 12 Par. duimen brandpuntsafstand.
(De Natuur)