Het zuiveren van drinkwater.
Om drinkwater te zuiveren neme men 60 G. kaliumpermanganaat, 50 G. magnesiumoxyde, 390 G. talkpoeder, totaal 500 G. Een duizendste van dit mengsel (=½ G.) is voldoende om 1 Liter water te zuiveren. Men kan dus het mengsel in duizend poeders verdeelen of wel een maatje vervaardigen, dat juist ½ G. bevatten kan. Is het water erg vuil of riekt het onaangenaam, dan gebruike men 2 maatjes.
Het mengsel moet op zijn minst 10 minuten op het water inwerken, daarna voege men toe 2 druppels verzadigde natriumhyposulfiet-oplossing, waaraan men een spoor van basisch bismuthnitraat heeft toegevoegd.
Gebruikt men de dubbele hoeveelheid van het eerste mengsel, dan moet men ook het dubbele quantum nemen van het tweede. Nadat men een minuut lang geschud heeft, filtreert men door watten of papier en verkrijgt men zuiver ongekleurd, steriel water.
(George Lambert, militair geneesheer bij de kol. troepen in de Anales d'Hygiéne et de Médicime Coloniales.)
Eenvoudiger middelen om water te zuiveren zijn de volgende:
In elk geval koke men het water en laat het bezinken.
Een paar druppels zoutzuur op een groot glas water zijn voldoende, om de zich daarin bevindende micro-organismen te dooden. Naar verhouding kan men grootere hoeveelheden water tegelijk desinfecteeren.
Met 10 druppels chloorijzer kan men de hoeveelheid van één emmer water reinigen, wanneer men het omroert en ongeveer een uur laat slaan. Er vormt zich alsdan een bezinksel op den bodem; men giet het heldere water voorzichtig af, waarna het tot gebruik gereed is. Evenzoo ga men te werk met aluin. Hier zijn een paar theelepeltjes aluinpoeder op één emmer voldoende, en reeds na 10 à 15 minuten heeft zich een neerslag gevormd.