De Vraagbaak. Almanak voor Suriname 1917
(1917)– [tijdschrift] Surinaamsche Almanak– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 287]
| |
leveren, kom ik ze halen,’ zeide ons eens de agent van zekere stoomvaartmaatschappij. Tienduizend eieren wekelijksch! D.i. honderd maal honderd eieren. Dit aantal is niet moeilijk te verkrijgen. Honderd kleine landbouwers zouden ieder honderd eieren in de week bij elkaar kunnen maken. | |
Hoe?Bij gewonen leg. Geeft één kip 100 eieren per jaar d.i. 2 eieren per week; 50 kippen gem. 100 eiren p.w. per jaar 5000 eieren. Eén ei ad 4 ct. per jaar f 200. - 50 kippen kosten aan voer per week f 1.75; per jaar f 87.50 voor meerdere onkosten nog 12.50; winst f 100. - Bij rasverbetering en oordeelkundige teelt legt één kip gemiddeld 130 eieren per jaar; 100 eieren per week - 40 kippen. Minder onkosten f 20.-totale winst alsdan f 120 per jaar. | |
Waar zullen de eieren naar toe gaan?Naar Amerika! De legtijd valt in Suriname samen met den winter in Amerika, gedurende welken tijd de leg aldaar slecht is. Dan stijgt de eierprijs tot 30 Am. centen d.i. 75 ct per dozijn: In dien tijd zou de prijs hier per ei wat hooger kunnen zijn dan 4 ct voor de Am. markt. Rusland, Italie, Spanje en Portugal leveren jaarlijks voor milioenen guldens aan eieren aan de overige landen van Europa. Suriname zou voor duizenden guldens kunnen leveren aan Amerika. Honderd landbouwers zouden reeds voor een bedrag van circa f 20000 per jaar kunnen leveren onder gewone omstandigheden. En wanneer de wekelijksche levering niet is tienduizend maar tienmaal tienduizend dan zou het bedrag tot f 200000 - zegge twee ton kunnen stijgen. Geen versmadelijk sommetje! En wel onder gewone omstandigheden. | |
Rasverbetering.'t Is de gewoonte van kippenhouders zich blind te staren op groote kippen. Deze zijn over het algemeen groote eetsters, onderhevig aan spoedige ontaarding. Men moet dergelijke kippen maar voor zijn genoegen op na | |
[pagina 288]
| |
houden en geen voordeel van ze verwachten. Het invoeren van dergelijke kippen vindt reeds sedert menschenheugenis plaats. Zij hebben steeds teleurstelling gebaard aan den kippenkweeker. Suriname is nog niet in het stadium gekomen, om het kweeken van rashoenders loonend te maken. Wij moeten onze zinnen zetten op eierproductie, veel eieren bij weinig onkosten, dit kan alleen geschieden door rasverbetering. In Juli 1906 verspreidden wij een circulaire, behelsende o.m. 't volgende: ‘Leghorns en Minorca's staan in de kippenwereld boven aan de lijst van goede legsters. Zij worden nooit breedsch. Er zijn witte, bruine en gele (buff) leghorns. Van de Minorca's bestaan er slechts twee soorten: witte en zwarte. Echte Minorca en Leghorn eieren en hoenders worden in Europa en Amerika duur betaald. f 7.50 voor een zet van 13 eieren en f 35 voor een stel (een haan en twee hennen) Minorca's en Leghorns kan men de gewone prijzen noemen voor goede legtoomen. De Inland Poultry JournalGa naar voetnoot(*) van 1905 maakt melding van den prijs van f 2500, voor één enkelen zwarten Minorca haan met dubbele kam. Begrijpelijk is het, dat zulke prijzen voor eieren en hoenders tot nu toe boven de financieele draagkrachten zijn van de Surinaamsche liefhebbers. Daarom heeft het Hoenderpark van Paramaribo kruisingen bewerkstelligd van Leghorn en Minorca hanen met goede Sur. leghennen van de zelfde kleur, om zoodoende ons kippenras te verbeteren en goede leg- tegelijk vleeschkippen te bekomen. Een ieder heeft gelegenheid eieren van de kruising van Buff Leghorn en Ideal Black Minorca van het H.v.P. te betrekken.’ Wij hebben ons dus nooit ingelaten met de teelt van de hiervoren besproken rashoenders, omdat wij voor de teelt in 't algemeen geen heil daarvan verwachtten. Ruim tien jaren lang hebben we proeven genomen met de aangeprezen rassen. Bevonden hebben we, dat de kruisingsproducten van Minorca en witte Leghorn niet voldeden. Die van Buff Leghorns daarentegen wel. De gekruiste Buffleghorns behielden de goede eigenschappen van den Leghorn. Goede leg, groote eieren zonder broedsch te worden en, wat niet minder weegt: | |
[pagina 289]
| |
ze zijn sterk, zetten vleesch aan en zijn geen slokkers. Bij alles wat het Hoenderpark van Paramaribo te lijden heeft gehad, vooral van de periodiek terugkeerende overstroomingen, hielden de gekruiste Buff leghorns zich beter dan de andere. Zoodat wij van onzen kant tot de overtugiing zijn gekomen, dat de kruising met Buffleghorns een goed legras voor Suriname kan worden. Daarbij komt dat ze een vroolijke kleur hebben -bruingeel- en daarom mooie groepen vormen. De kleine landbouwer, die een toom gekruiste Buff Leghorns heeft, mag zich verheugen over het bezit van een goeden toom leghennen. Deze moeten in hun bezit gebracht worden door lui die de kruising oordeelkundig doen. Zij zelve zorgen voor de eierproductie: Ten einde hunnen teelt op peil te houden, betrekken zij hunne broedeieren van de geaccrediteerde telers. Hun teelt moet met een kwart van de hoeveelheid en wel elk jaar versterkt worden. Leghennen worden na het vierde jaar minderwaardig, dus elk jaar 25% van de massa vervangen; de afgekeurde hennen en verkregen haantjes worden aan de markt gebracht. Kippen kunnen leggen zonder dat er hanen zijn. Eén haan op de 20 à 25 kippen dient slechts om de teelt levendig te houden. Het kweeken dus van 20 à 25 kuikens, waaronder 50% haantjes in 't aller ongelukkigst geval, houdt een teelt van 40 legsters staande.
HOENDERPARK V. PARAMARIBO. |