| |
| |
| |
Kiesreglement.
(Geldende tekst.)
Verordening van den 15 Februari 1868, waarbij wordt vastgesteld het Kiesreglement (C.B. No. No. 1), zooals het luidt na de daarin bij de verordening van 18 December 1893 (G.B. No. 35), van 14 December 1899 (G.B. No. 45), van 24 December 1901 (G.B. No. 44), van 16 November 1903 (G.B. No. 56), van 9 November 1905 (G.B. 1906 No. 4), 20 Dec. 1907 (G.B. No. 89), van 22 November 1912 (G.B. 1912 No. 93) en van 17 Februari 1914 (G.B. 1914 No. 18), aangebrachte wijzigingen en aanvullingen.
| |
Eerste Afdeeling.
van het kieskecht.
§ 1 Van de kiezers.
Art. 1.
Om kiezer van leden der Koloniale Staten te zijn, moet men ingezetene der kolonie wezen, den vollen ouderdom van vijf en twintig jaren bereikt hebben, in het volle genot der burgerlijke regten verkeeren en, óf belasting betalen over een jaarlijksch inkomen van f 1400.- of meer, óf eene som in de gezamenlijke directe belastingen van ten minste veertig gulden.
| |
Art. 2.
Dit reglement houdt:
voor ingezetenen der kolonie:
a. | Nederlanders volgens de wet op het Nederlanderschap en het ingezetenschap, wanneer zij sinds 10. Januarij van het jaar, waarin de kiezerslijst wordt vastgesteld, in de kolonie gevestigd geweest zijn; |
b | Vreemdelingen, wanneer zij gedurende de laatste vijf jaren voorafgegaan aan 10. Januarij van het jaar, waarin de kiezerslijst wordt vastgesteld, in de kolonie zijn gevestigd geweest; |
voor den vollen ouderdom van vijf en twintig jaren het vervuld hebben van dien ouderdom vóór den 1sten Maart van het jaar, waarin de kiezerslijst wordt vastgesteld;
voor directe belastingen: de inkomstenbelasting, de belasting op de huurwaarde, het patentregt, het paardengeld, de akkergelden de rij- en voertuigen belasting en de geneeskundige belasting;
| |
| |
voor betalen: het betaald hebben van het verschuldigde tot en met het jaar aan dat waarin de kiezerslijst wordt vastgesteld, onmiddellijk voorafgegaan, voor zoover niet verjaard, met dien verstande dat om kiezer te zijn door belasting te betalen over een jaarlijksch inkomen van f 1400.- of meer, volstaan kan worden met het betaald hebben van het verschuldigde voor de inkomstenbelasting.
| |
Art. 3.
De man wordt geacht te betalen den aanslag zijner vrouw in de directe belastingen, de vader dien zijner minderjarige kinderen.
| |
Art. 4.
Het bewijsmiddel voor het betaald hebben van den door deze verordening gevordenden aanslag is de quitantie van den ontvanger, of wel bij gemis van deze, een uittreksel uit het kohier van het middel.
| |
Art. 5.
Van de uitoefening van het kiesregt zijn, behalve hen die een of meer der in art. 1 vermelde vereischten missen, en onverminderd het bepaalde in art. 23 der wet van den 8 Augustus 1862 (Staatsblad No. 164) houdende opheffing der slavernij in de kolonie Suriname, uitgesloten zij, wien dat regt ontzegd is bij regterlijk vonnis of die geregtelijken afstand van hunne goederen aan hunne schuldeischers gedaan en dezen niet ten volle voldaan hebben.
| |
§ 2 Van de lijsten der kiezers.
Art. 6.
Jaarlijks vóór den 10den Januarij wordt door den Gouverneur voorloopig vastgesteld en uiterlijk op dien dag op zijnen last door middel van een der koloniale dagbladen afgekondigd de lijst, de personen aanwijzende, die tot het kiezen van leden van de Koloniale Staten bevoegd zijn.
De lijst wordt tevens aangeplakt aan het gebouw der Gouvernements Secretarie en ter inzage gelegd bij alle Commissarissen en Burgerofficieren in de buitendistricten.
| |
Art. 7.
De lijst vermeld het volgnommer, voorts voor ieder stemdistrict in de alphabetische volgorde de namen der kiezers, hun voornamen, de dagteekening hunner geboor- | |
| |
te of hun ouderdom en òf enkel de aanduiding dat door hen over het laatste verloopen jaar belasting is betaald over hun jaarlijksch inkomen, wanneer dit inkomen f 1400.- of meer bedraagt, òf de som, die zij over dat jaar voor elk der bij art. 2 genoemde middelen afzonderlijk betaald hebben, wanneer zij niet naar een jaarlijksch inkomen van f 1400,- of meer belasting betaalden.
| |
Art. 8.
Zij wier namen of voornamen op de lijst der kiezers verkeerd geschreven mogten zijn, wier dagteekening van geboorte of wier ouderdom, wier cijfer van aanslag of wier woonplaats onnauwkeurig gesteld is, alsmede degene wier namen op de lijst niet voorkomen, zijn onverminderd het bepaalde bij art. 9, bevoegd zich deswege binnen zeven dagen na den in art. 6 vermelden dag, bij verzoekschrift, onder overlegging der noodige bewijsstukken, tot den Gouverneur te wenden, die de lijst, verbetert zoo als hij vindt te behooren. Van de verbeteringen wordt binnen vijf dagen na afloop van den evengemelden termijn, afkondiging gedaan in een der koloniale dagbladen.
| |
Art. 9.
Elk ingezeten der kolonie, de in art. 1 vermelde vereischten bezittende, is bevoegd tegen de lijsten bezwaren in te dienen, wanneer daarop:
1o. | zijn naam of die van een ander, tegen de bepalen van art. 7, niet, of niet behoorlijk voortkomt; |
2o. | de naam is gebragt van iemand die een of meer der in de kiezers gevorderde vereischten mits of uitgesloten is. |
| |
Art. 10.
De bezwaren worden binnen twee en twintig dagen na den in art. 6 vermelden dag, bij een met redenen omkleed verzoekschrift, vergezeld van de bewijsstukken, aan het Hof van Justitie ingediend.
| |
Art. 11.
In de gevallen, begrepen onder No. 1 van art. 9, stelt het Hof het verzoekschrift en de bewijsstukken onmiddellijk in handen van het Openbaar Ministerie, dat binnen vijf dagen na de indiening van het verzoekschrift, zijne conclusien ter openbare teregtzitting uitbrengt. Daarna doet het Hof mede ter openbare terechtzitting binnen acht dagen uitspraak.
| |
| |
| |
Art. 12.
In de gevallen, bedoeld onder No. 2 van art. 9, doet de verzoeker zijn verzoekschrift, met afschriften der bewijsstukken, op den dag der indiening, door een deurwaarder beteekenen aan den persoon of aan het regterlijk domicilium te Paramaribo van dengeen dien hij beweert ten onregte onder de kiezers te zijn opgenomen. Het doet het exploit van beteekening ter griffie van het Hof nederleggen.
| |
Art. 13.
De wederpartij kan binnen veertien dagen eene memorie van antwoord aan het Hof indienen, met overlegging, van bewijsstukken.
| |
Art. 14.
Op den dag der indiening van het antwoord of na afloop van den in het vorige artikel bepaalden termijn, stelt het Hof de bij art. 10, en, in geval van antwoord is gediend, ook de bij art. 13 bedoelde stukken in handen van het Openbaar Ministerie, dat binnen vijf dagen zijne conclusie ter openbare teregtzitting uitbrengt. Het Hof doet daarna, mede ter openbare teregtzitting, binnen acht dagen uitspraak.
De bij dit artikel en bij art 11 bedoelde uitspraken zijn voor geene voorzieningen vatbaar.
| |
Art. 15.
Het Hof is bevoegd, om, alvorens ingevolge art. 11 en 14 uitspraak te doen, schriftelijk inlichtingen van den Gouverneur te verzoeken, die daarop binnen drie dagen schriftelijk antwoordt of doet antwoorden.
| |
Art. 16.
Het Hof geeft telkens op den dag der uitspraak daarvan schriftelijk kennis aan den Gouverneur, die ten zelfden dage de bij de uitspraak bevolen wijzigingen in de lijst doet brengen.
| |
Art. 17.
De lijst wordt door den Gouverneur na den 1n Maart gesloten en daarna op zijn last uiterlijk den 5n Maart afgekondigd op de wijze als bij art. 6 is voorgeschreven. Zij wordt aangeplakt en ter inzage gelegd ter plaatsen bij dat art. aangewezen.
| |
| |
| |
Art. 18.
De gesloten lijst blijft, behoudens de daarin ten gevolge van regterlijke uitspraken door den Gouverneur te brengen wijzigingen, van kracht tot en met den 4n Maart van het volgend jaar.
| |
Art. 19.
De in het vorig artikel bedoelde uitspraken worden door den Regter van wien zij zijn uitgegaan, op den dag der uitspraak ter kennis gebracht van den Gouverneur.
| |
Art. 20.
De in de vorige artikelen bedoelde verzoek- en bezwaarschriften, stukken voor de regtsvorderingen benoodigd uitspraken, kennisgevingen en uitreksels uit de kohieren zijn vrij van zegel en andere ter griffie of op eenig landskantoor geheven wordende regten.
De overigens gemaakte kosten komen ten laste van den verzoeker zoo het verzoek wordt afgewezen en ten laste van de koloniale kas zoo het verzoek wordt toegestaan.
| |
§ 3. Van het kiezen.
Art. 21.
Op den dag der verkiezing kunnen ter Gouvernements-Secretarie bij den Gouvernements-Secretaris van des voor middags acht uur tot des namiddags één uur opgaven van candidaten worden ingeleverd.
Hiervan geschiedt zoo tijdig openbare kennisgeving dat de dag der verkiezing in de districten bekend is ten minste 3 dagen vóór het vertrek van het laatste openbaar middel van vervoer dat volgens de dienstregeling te Paramaribo voor den dag der verkiezing aankomt.
De opgaven, in het eerste lid vermeld, moeten inhouden den naam, de voorletters en de woonplaats van den candidaat of de candidaten en onderteekend zijn door tenminste twintig kiezers, bevoegd tot deelneming aan de verkiezing, waarvoor de inlevering geschiedt.
De vorm en de inrichting der opgaven worden vastgesteld bij besluit van den Gouverneur. Daarin worden tevens bepaald de tijd en de plaats, waarop formulieren kosteloos voor de kiezers verkrijgbaar moeten zijn.
| |
Art. 22.
De inlevering der opgaven geschiedt persoonlijk door een of meer personen, die haar hebben onderteekend. De candidaat kan daarbij tegenwoordig zijn.
| |
| |
Be Gouvernements-Secretaris stelt een bewijs van ontvangst ter hand aan dengene, die de opgave inlevert.
| |
Art. 23.
Is de Gouvernements-Secretaris van oordeel, dat de opgaven niet voldoet aan de door of krachtens deze verordening gegeven voorschriften, dan wordt daarvan, met mededeeling van de redenen, in het bewijs van ontvangst melding gemaakt. De Gouvernements-Secretaris is niet bevoegd eene opgave te weigeren, dan wanneer daarop meer candidaten voorkomen dan het aantal te vervullen plaatsen of wanneer daarop ontbreekt het vereischte aantal onderteekeningen van kiezers, bevoegd tot deelneming aan de verkiezing waarvoor de inlevering geschiedt.
De ingediende opgaven moeten op den dag der verkiezing gedurende de kantooruren voor een ieder ter inzagen liggen ter Gouvernements-Secretarie.
| |
Art. 24.
De namen, de voorletters en woonplaatsen der candidaten worden door den Gouvernements-Secretarie in alphabetische volgorde der namen op een lijst gebracht. Op deze lijst wordt aanteekening gehouden van de overeenkomstig art. 23 gemaakte opmerkingen.
De ingeleverde opgaven van candidaten worden ter Gouvernements-Secretarie bewaard tot dat over de toelating van den benoemde is beslist en vervolgens vernietigd.
| |
Art. 25.
De Gouvernements-Secretaris zendt aan de Districts-Commissarissen onverwijld opgave van de namen, voorletters en woonplaatsen der candidaten in alphabetische volgorde.
De Gouvernements-Secretaris en de Districts-Commissarissen doen deze opgave gedurende de kantooruren op hun kantoor voor een ieder ter inzage leggen en haar zoo spoedig mogelijk in afschrift aanplakken.
De opgave wordt bovendien door den Gouvernements-Secretaris in een of meer der in de kolonie verschijnende nieuwsbladen bekend gemaakt.
Ten minste drie dagen vóór den tot stemming bepaalden tijd ontvangt elk kiezer, die bevoegd is aan de stemming deel te nemen, van den Gouvernements-Secretaris eene kaart bevattende eene oproeping voor de stemming. Op deze kaart worden vermeld zijn naam en voorletters, het nummer waaronder hij op de kiezerslijst voorkomt,
| |
| |
het aantal te vervullen plaatsen, het stemdistrict waar, toe hij behoort, de plaats der stemming in dat district-de tijd der stemming en de namen en voorletters der candidaten in alphabetische volgorde.
De vorm en de inrichting dezer kaart worden vastgesteld bij besluit van den Gouverneur.
Aan den tot deelneming aan de stemming bevoegden kiezer, die zijn kaart heeft verloren, of wien geen kaart is toegezonden, wordt op zijn aanvraag door of van wege den Gouvernements-Secretaris een kaart uitgereikt mithij voldoende van zijn identiteit doe blijken. Tot de uits reiking, hier omschreven, zijn ook de stembureaux bevoegd.
Ten minste drie dagen vóór den tot stemming bepaalden tijd geschiedt tevens openbare kennisgeving van het aantal te vervullen plaatsen, den tijd en de plaatsen, den tijd en de plaats der stemming en de namen en voorletters der candidaten in alphabetische volgorde.
| |
Art. 26.
Bij besluit van den Gouverneur wordt de Kolonie in stemdistricten verdeeld.
In elk stemdistrict is een stembureau.
De stemming geschiedt door iederen kiezer ten overstaan van het stembureau van het voor hem aangewezen stemdistrict.
Bij besluit van den Gouverneur kunnen echter stemdistricten worden aangewezen, waarvan de kiezers bevoegd zijn desverkiezende te stemmen ten overstaan van het hoofdstembureau en waarvan de stembureaux bevoegd zijn tot de stemming toe te laten kiezers, die zich sedert de vaststelling van de kiezerslijst aldaar metterwoon hebben gevestigd.
Het hoofdstembureau heeft zitting te Paramaribo.
| |
Art. 27.
Het hoofdstembureau bestaat uit een door den Gouverneur benoemde Commissie van een voorzitter en vier leden, waarvan een door den voorzitter aan te wijzen lid tevens als secretaris fungeert.
De Gouverneur is bevoegd een of meer plaatsvervangende leden te benoemen.
De overige stembureau bestaan uit een door den Gouverneur bij besluit aangewezen ambtenaar als voorzitter en twee door den Gouverneur benoemde leden.
De Gouverneur en de voorzitters dezer stembureaux zijn bevoegd een of meer plaatsvervangende leden aan te wij- | |
| |
zen. Een der leden, door den voorzitter aangewezen, fungeert als secretaris.
Bij afwezigheid worden de voorzitters als zoodanig vervangen door het oudste lid in leeftijd.
De bureau worden desgevorderd bijgestaan door zoodanige beambten als door den Gouverneur worden aangewezen.
| |
Art. 28.
De voorzitter van het hoofdstembureau alsmede:de leden en de plaatsvervangende leden van de stembureaux leggen in handen van den Gouverneur of van degene, dien hij daartoe mocht aanwijzen, den navolgenden eed of de navolgende belofte af:
‘Ik zweer (beloof) dat ik als lid (voorzitter) van het bureau van stemopening mij geheel gedragen zal naar de bepalingen van het kiesreglement. Zoo waarlijk helpe mo God Almachtig” (Dat beloof ik’).
| |
Art. 29.
Op de tafel van het stembureau ligt een exemplaar van deze verordening en van de besluiten die op de verkiezing betrekking hebben en van de overeenkomsten art. 17 laatst gesloten kiezerslijst.
| |
Art. 30.
De tafel is zoodanig geplaatst dat de kiezers de verrichtingen van het stembureau kunnen gadeslaan.
| |
Art. 31.
Nevens of op de tafel staat de stembus, vervaardigd naar het daarvan door den Gouverneur vast te stellen model en gesloten met twee verschillende sleutels, waarvan de een onder den voorzitter, de ander onder het oudste lid berust.
| |
Art. 32.
Buiten de ruimte voor het publiek bestemd zijn in het stemlokaal een of meer geheel van elkander afgescheiden lessenaars geplaatst, waarvan de toegang zichtbaar is voor het stembureau en voor het publiek, en waaraan de invulling van het stembiljet in het geheim geschiedt.
De verdere inrichting van het stemlokaal, het aantal, de plaatsing en de inrichting der lessenaars wordt door den Gouverneur bij besluit geregeld.
| |
| |
| |
Art. 33.
Bij iedere stembureau moeten stembiljetten aanwezig zijn tot een met veertig ten honderd van het getal der kiesbevoegden in het stemdistrict vermeerderd aantal. Deze biljetten worden aan het bureau toegezonden in een verzegeld pak, waarop het aantal der zich daarin bevindende biljetten is vermeld.
Geen andere stembiljetten mogen bij de stemming worden gebruikt.
| |
Art. 34.
Op het stembiljet zijn aan de eene zijde in alphabetische volgorde de namen der candidaten, waarover de stemming geschiedt; de keerzijde is voorzien van het Gouvernementszegel.
De verdere inrichting van het stembiljet wordt geregeld bij besluit van den Gouverneur.
| |
Art. 35.
Te Paramaribo vangt de stemming aan des voormiddags te acht uur. Zij duurt tot des namiddigs één uur.
In de overige stemdistricten heeft de stemming plaats tusschen acht uur des voormiddags en één uur des namiddags, gedurende ten minste twee uren. De juiste tijd voor de stemming wordt voor ieder stemdistrict door den Gouverneur bij besluit bepaald.
| |
Art. 36.
Vóór den aanvang van de stemming opent het stembureau tijdig het pak met stembiljetten, telt de biljetten en sluit de bus na zich overtuigd te hebben dat zij volkomen ledig is.
| |
Art. 37.
Tot de stemming wordt niemand toegelaten dan die volgens de in art. 17 bedoelde lijst bevoegd is tot de keuze mede te werken en in het bezit is van de bij art. 25 vermelde kaart.
Kiezers, die hoewel niet het resort van het hoofdstembureau behoorende, aldaar krachtens het bij art. 26 bedoeld besluit hun stem wenschen uit te brengen, worden alleen tot de stemming toegelaten, wanneer zij in het stemdistrict, waartoe zij behooren, niet aan de stemming hebben deelgenomen.
Kiezers, die volgens de kiezerslijst tot het resort van het hoofdstembureau behooren, doch tijdens de stemming
| |
| |
in een ander stemdistrict woonachtig zijn, worden door het hoofdstembureau niet tot de stemming toegelaten wanneer zij krachtens het bij art. 26 bedoeld besluit reeds aan de stemming hebben deelgenomen in het stemdistrict, waarin hun woonplaats gelegen is.
Te dien einde worden de lijsten van de kiezers, die in die districten aan de stemming hebben deelgenomen op den dag der stemming bij het hoofdstembureau ter tafel gelegd.
| |
Art. 38.
De kiezer overhandigt aan het stembureau de kaart, vermeld bij art. 25.
| |
Art. 39.
De kiezer ontvangt daarop uit handen van den voorzitter, die daarbij overluid den naam van den kiezer en het nummer waaronder deze op de kiezerslijst voorkomt opleest, het stembiljet dicht gevouwen naar de zijde waarop de namen der candidaten zijn gesteld.
De biljetten mogen niet vroeger en alleen op deze wijze aan de kiezers worden verstrekt.
Twee leden van het stembureau houden aanteekening van het getal der verstrekte biljetten.
| |
Art. 40.
De kiezer begeeft zich na ontvangst van het stembiljet onverwijld naar eenen niet in gebruik genomen lessenaar en stemt aldaar door met potlood zwart te maken een wit stipje geplaatst in een stemvlak voor den naam van den candidaat zijner keuze. Hij vouwt het biljet dicht naar de zijde waarop de namen der candidaten zijn gesteld en begeeft zich daarmede onmiddellijk naar het stembureau.
De voorzitter van het stembureau, na zich, zonder het stembiljet in handen te nemen, overtuigd te hebben dat het aan de buitenzijde den voorgeschreven stempel draagt doet den kiezer het biljet in de bus steken.
| |
Art. 41.
Een lid van het stembureau houdt, door het stellen zijner paraphe naast den naam van den kiezer op een afschrift of afdruk van de kiezerslijst, aanteekening, dat de kiezer aan de stemming heeft deelgenomen.
| |
Art. 42.
Een kiezer kan, wanneer hij zich bij de invulling van zijn biljet vergist, eenmaal een nieuw stembiljet aanvra- | |
| |
gen, mits het eerst overhandigde door hem wordt teruggegeven.
| |
Art. 43.
Wanneer blijkt dat een kiezer lichamelijk hulpbehoevend is, kan de voorzitter van het stembureau toestaan. dat hij zich doet bijstaan.
| |
Art. 44.
De kiezer die na waarschuwing de bij deze verordening of de bij het tot uitvoering daarvan genomen besluit gegeven voorschriften omtrent de stemming niet opvolgt, wordt niet tot de stembus toegelaten, en is verplicht het stembiljet, zoo hem dit reeds overhandigd is, terug te geven.
De kiezer, die tot de stembus toegelaten, weigert het stembiljet in de bus te steken, is eveneens verplicht dit terug te geven.
De teruggegeven stembiljetten worden door het stembureau onmiddellijk onbruikbaar gemaakt op de wijze bij, besluit van den Gouverneur te bepalen.
| |
Art. 45.
Gedurende den tijd, dat het stembureau zitting houdt zijn de kiezers bevoegd in het stemlokaal te vertoeven voor zoover de orde daardoor niet wordt verstoord en de voortgang der stemming niet wordt belemmerd.
De kiezers verschijnen daar ongewapend, tenzij zij behooren tot de gewapende macht of een wapen bij zich hebben, dat behoort tot hunne ambtskleeding of bij de kleeding door hen met vergunning van het boven hen gesteld openbaar gezag gedragen.
De in het stemlokaal aanwezige kiezers kunnen, zoo de stemming niet overeenkomstig de verordening geschiedt, bezwaren inbrengen. Hiervan wordt door het stembureau in het proces-verbaal der stemming melding gemaakt.
| |
Art. 46.
De voorzitter van het stembureau is belast met de handhaving der orde in het stemlokaal.
Niet dan op zijne vordering en alleen tot bedwang van wanorde, mag eenige gewapende macht in het stemlokaal of zijn toegangen worden geplaatst. De burgerlijke en militaire autoriteiten zijn gehouden aan een daartoe door den voorzitter van het stembureau gedane vordering te voldoen.
| |
| |
| |
Art. 47.
Bevindt het stembureau dat wanorde in het stemlokaal of zijn toegangen den behoorlijken voortgang der stemming onmogelijk maakt, dan wordt dit door den voorzitter verklaard, De stemming wordt daarop aanstonds geschorst en tot den volgenden dag, of, is deze eene Zondag of feestdag, tot den daaropvolgenden des voormiddags 8 uur verdaagd.
De stembus wordt onmiddellijk in tegenwoordigheid der in het stemlokaal aanwezige kiezers gesloten en verzegeld.
Het proces-verbaal der gehouden zittting wordt daarna opgemaakt en evenals de sleutels, de niet gebruikte stembiljetten, de teruggegeven stembiljetten, de ingeleverde kaarten en de kiezerslijst, bedoeld in art. 41, in afzonderlijke verzegelde papieren gesloten. Van alle deze verrichtingen wordt door het stembureau in het procesverbaal melding gemaakt.
De voorzitter van het stembureau zendt onmiddellijk op de spoedigste wijze bericht van de schorsching der stemming aan den Gouverneur.
| |
Art. 48.
Onmiddellijk na de onderteekening van het in het vorig artikel bedoelde procesverbaal, wordt dit met de stembus en de verzegelde pakken door den voorzitter van het stembureau in bewaring genomen. Deze levert alles op den dag waarop de stemming wordt hervat, vóór den aanvang der stemming, op nieuw aan het stembureau in.
Vóór den aanvang der hervatte stemming worden de verzegelde pakken geopend.
De hervatte stemming duurt tot des namiddags één uur.
| |
Art. 49.
Zoodra de in artt. 35 en 48 voor de stemming bepaalde tijd verstreken is, wordt dit door den voorzitter van het stembureau aangekondigd en worden alleen de op het oogenblik dezer aankondiging in het stemlokaal aanwezige kiezers nog tot de stemming toegelaten.
Nadat de stemming is afgeloopen wordt de stembus zoo gesloten dat geen stembriefjes daaruit gelicht of daarin gestoken kunnen worden en verzegeld met de zegels van den voorzitter en elk der leden van het stembureau; het aantal kiezers dat blijkens het aantal
| |
| |
ingeleverde kaarten aan de verkiezing heeft deelgenomen en het aantal der niet gedruikte en der teruggegeven stembiljetten worden opgemaakt en aan de aanwezige kiezers bekend gemaakt. Daarop wordt de kiezerslijst door het stembureau, met opgave van het aantal der daarop gestelde paraphen, gewaarmerkt, en worden deze lijst, die niet gebruikte stembiljetten, de teruggegeven stembiljetten, de ingeleverde kaarten, alsmede de sleutels van de stembus in afzonderlijke verzegelde papieren gesloten.
| |
Art. 50.
Na afloop hiervan wordt procesverbaal opgemaakt. Dit is ingericht overeenkomstig het bij besluit van den Gouverneur vast te stellen model en wordt door den voorzitter en de leden van het bureau van stemopneming geteekend.
| |
Art. 51.
De stembus, de krachtens art. 49 in verzegelde papieren gesloten zaken, alsmede de processenverbaal in artt. 47 en 50 bedoeld, blijven, wat het hoofdstembureau betreft, onder berusting van den voorzitter tot de opening van de stembus.
Wat de overige stembureaux betreft berusten zij voorloopig onder den voorzitter en worden zij zoo spoedig mogelijk door dezen gezonden aan den voorzitter van het hoofdstembureau bij wien zij, behoudens het bepaalde bij het slot van art. 37, mede blijven berusten tot aan de opening van de stembus.
| |
Art. 52.
De voorzitter van het hoofdstembureau brengt de in het vorig artikel bedoelde zaken op den daarvoor bepaalden tijd in het voor de opening der stembussen bestemde lokaal.
| |
Art. 53.
Het openen der stembussen geschiedt door het hoofdstembureau op den dag van de stemming te Paramaribo en in het lokaal waar die heeft plaats gehad.
De Gouverneur kan, zoo noodig de opening van de stembussen tot op den derden dag na de in het vorige lid genoemde stemming verdagen.
| |
Art. 54.
Het openen der stembussen geschiedt des namiddags
| |
| |
te vijf uur; ingeval van verdaging overeenkomstig de tweede zinsnede van art. 53 bepaalt de Gouverneur het uur der opening.
De stembiljetten worden dooreengemengd, geteld en vergeleken met het getal kiezers, die aan de stemming hebben deelgenomen.
| |
Art. 55.
De voorzitter opent de stembiljetten. Hij deelt, na opening van elk biljet, den naam mede van den candidaat of de candidaten op wie eene stem is uitgebracht.
De oudste der leden van het stembureau ziet het stembiljet na. Twee leden van het bureau houden aanteekening van elke uitgebrachte stem.
| |
Art. 56.
Van onwaarde zijn andere stembiljetten dan die, welke volgens deze verordening mogen worden gebruikt.
Van onwaarde zijn voorts, de stembiljetten:
waarop geen der candidaten is gekozen;
waarop de namen van andere personen dan de candidaten of waarop andere bijvoegingen geplaatst zijn;
waarop meer candidaten zijn gekozen dan plaatsen te vervullen zijn;
waarop de aanwijzing van eenen candidaat is geschied op eene andere wijze, dan is voorgeschreven in art. 40;
en de stembiljetten, die eene aanduiding van den kiezer bevatten;
of die niet voorzien zijn van den voorgeschreven stempel.
Onder bijvoegingen worden niet begrepen punten, strepen, vlakken, nagelindrukken, vouwen, scheuren, gaten en vlekken, tenzij deze blijkbaar opzettelijk zijn aangebracht.
Het stembureau beslist over de waarde van het stembiljet, terstond nadat het bìljet is geopend.
De voorzitter maakt de redenen van ongeldigverklaring en van twijfel en de beslissing onmiddellijk bekend. Indien een der in het stemlokaal aanwezige kiezers dit verlangt, moet het biljet worden vertoond. Van een en ander geschiedt aanteekening in het procesverbaal der stemming.
| |
Art. 56a
Terstond nadat alle stembiljetten zijn geopend en de daarop uitgebrachte stemmen zijn opgenomen, maakt de voorzitter van het stembureau bekend het getal der geldige stemmen dat in het geheel en dat op elk der can- | |
| |
didaten is uitgebracht, alsmede den uitslag der verkiezing.
Door de in het lokaal aanwezige kiezers kunnen bezwaren worden ingebracht, die in het in artikel 56b bedoeld procesverbaal worden vermeld.
| |
Art. 56b.
Daarop worden de geopende zoowel geldige als de van onwaarde verklaarde stembiljetten, elke soort afzonderlijk, in een verzegeld papier gesloten.
Vervolgens wordt procesverbaal opgemaakt. Dit is ingericht overeenkomstig het bij besluit van den Gouverneur vast te stellen model en wordt door den voorzitter en de leden van het stembureau geteekend.
| |
Art. 56c.
Binnen vier en twintig uren hierna worden de processen verbaal bij artt. 47, 50 en 56b bedoeld en de overeenkomstig de artikelen 49 en 58b verzegelde pakken aan den Gouverneur toegezonden.
| |
Art. 56d.
Het Koloniaal Bestuur bewaart de processen-verbaal en doet afschriften of afdrukken daarvan zoo spoedig doenlijk afkondigen, aanplakken en ter inzage leggen op de wijze en ter plaatsen als bij art. 6 is voorgeschreven. Het bewaart de stembriefjes gedurende een jaar en vernietigt ze vervolgens.
| |
Art. 56e.
De kosten van het verkiezingswerk komen ten laste van de koloniale kas en worden gebracht op de koloniale huishoudelijke begrooting.
| |
Tweede afdeeling.
Van de benoeming van leden der Koloniale Staten.
Art. 57.
Leden der Koloniale Staten kunnen alleen zijn de ingezetenen dezer kolonie, ingevolge §§ a en b van art. 2 van dit reglement, die den vollen ouderdom van vijf en twintig jaren bereikt hebben en in het volle genot der burgerlijke regten verkeeren.
| |
Art. 58.
De verkiezing van leden van de Koloniale Staten ter vervulling van de plaatsen, die met den volgenden tweeden Dinsdag der maand Mei naar den rooster moeten af- | |
| |
treden, heeft plaats in de tweede helft der maand Februari op een voor elk stemdistrict door den Gouverneur te bepalen dag.
| |
Art. 59.
De verkiezing ter vervulling der plaatsen die door ontslag of overlijden of om eene andere reden openvallen, geschiedt binnen veertig dagen nadat dit openvallen ter kennis van den Gouverneur is gekomen.
Binnen acht dagen nadat dit openvallen ter kennis van den Gouverneur is gekomen wordt daarvan op zijn last door middel van een of meer der in de kolonie verschijnende nieuwsbladen afkondiging gedaan.
| |
Art. 60.
Bij de vaststelling van den dag der verkiezing worden tevens bepaald de dagen waarop, zoo noodig, de stemming en de herstemming zullen plaats hebben.
| |
Art. 61.
Terstond nadat de voor de inlevering der opgaven van candidaten bepaalde tijd is afgeloopen, wordt de lijst der candidaten door den Gouvernements-Secretaris vastgesteld.
Is geen candidaat op die lijst gebracht dan verklaart de Gouvernements-Secretaris dat niemand is benoemd.
Zijn er op die lijst niet meer candidaten gebracht dan het aantal te vervullen plaatsen dan verklaart de Gouvernements-Secretaris deze candidaten te zijn benoemd tot lid der Koloniale Staten.
De Gouvernements-Secretaris maakt van zijn handeling onmiddellijk proces-verbaal op, dat ter Gouvernements-Secretarie gedurende de kantooruren voor een ieder ter inzage wordt nedergelegd, in afschrift wordt aangeplakt en in een of meer der in de kolonie verschijnende nieuwsbladen wordt bekend gemaakt.
Het proces-verbaal wordt ingericht overeenkomstig het bij besluit van den Gouverneur vast te stellen model.
| |
Art. 62.
Zijn er meer candidaten op die lijst gebracht dan het aantal te vervullen plaatsen, dan geschiedt over hen uiterlijk binnen veertig dagen, een stemming.
Bij eerste stemming wordt geen hunner benoemd, dan met volstrekte meerderheid van stemmen.
Hebben moer candidaten de volstrekte meerderheid verkregen, dan er plaatsen te vervullen zijn, dan zijn zij,
| |
| |
die de meeste stemmen hebben verkregen en, bij gelijk aantal stemmen, de oudste in leeftijd benoemd. In geval van gelijken ouderdom beslist het lot.
Bij herstemming, noodzakelijk wanneer de volstrekte meerderheid van stemmen bij de eerste stemming niet is verkregen, wordt men benoemd met de meeste stemmen. Indien de stemmen staken is de oudste in leeftijd de benoemde. In geval van gelijken ouderdom beslist het lot.
De volstrekte en de betrekkelijke meerderheid worden vastgesteld naar het aantal van waarde zijnde, in de stembussen gevonden stembiljetten.
Indien bij eerste stemming of bij herstemming geen stemmen zijn uitgebracht of alle stembiljetten van onwaarde zijn verklaard, geschiedt binnen veertig dagen een nieuwe stemming of herstemming.
| |
Art. 63
Wanneer bij eene eerste stemming geen volstrekte meerderheid is verkregen, wordt onmiddellijk door den voorzitter van het hoofdstembureau een lijst opgemaakt, bevattende de namen der candidaten die bij de eerste stemming de meeste stemmen hebben erlangd, en zulks ten getale van het tweevoud van het aantal te vervullen plaatsen.
Komen tengevolge van gelijk aantal stemmen meer candidaten voor plaatsing op de lijst in aanmerking dan het tweevoud van het aantal te vervullen plaatsen bedraagt, dan worden deze allen daarop geplaatst.
De herstemming heeft plaats uiterlijk binnen veertig dagen na de eerste stemming te Paramaribo.
| |
Art. 64.
De benoemde ontvangt onderwijl van den Gouvernements-Secretaris een afschrift van het proces-verbaal, waar uit zijn candidaatstelling of zijn benoeming blijkt en ingeval van stemming of herstemming, bovendien van den voorzitter van het hoofdstembureau afschriften van de door dat bureau opgemaakte processen-verbaal. Deze afschriften strekken den benoemde tot geloofsbrief.
Woont de benoemde in de districten, dan geschiedt de uitreiking door tusschenkomst van den Districts-Commissaris.
| |
Art. 65.
De benoemde geeft bij het bekomen van het afschrift of de afschriften een bewijs van ontvangst daarvoor af,
| |
| |
en geeft binnen veertien dagen na de dagteekening van dat bewijs schriftelijk kennis aan den Gouvernements-Secretaris of hij de benoeming aanneemt.
Hij wordt, laat hij dien tijd zonder kennisgeving voorbijgaan, geacht de benoeming niet aan te nemen.
| |
Art. 66.
De Gouvernements-Secretaris geeft onmiddellijk kennis aan den Gouverneur wanneer een benoemde zijn benoeming heeft aangenomen. Gelijke kennisgeving geschiedt wanneer een candidaat vóór de stemming of zoo iemand die in herstemming komt vóór de herstemming komt te overlijden of wanneer een benoemde zijn benoeming niet heeft aangenomen of den in art. 65 bepaalden tijd heeft laten voorbijgaan.
Binnen veertig dagen geschiedt eene nieuwe verkiezing op den dag door den Gouverneur te bepalen.
| |
Art. 67.
Wanneer het proces-verbaal van den Gouvernements-Secretaris niemand als benoemd aanwijst, geeft deze daarvan kennis aan den Gouverneur.
Binnen veertig dagen geschiedt eene nieuwe verkiezing op den dag door den Gouverneur te bepalen.
| |
Art. 67a.
De tot lid der Koloniale Staten benoemde legt, binnen den tijd van twee maanden na zijne benoeming, nevens zijn geloofsbrief, aan de Koloniale Staten over een uitreksel uit de geboorteregisters, bij gemis daarvan eene akte van bekendheid waaruit zijn ouderdom blijkt, en eene door hem zelven af te geven verklaring, vermeldende alle openbare betrekkingen, welke hij bekleedt.
Voldoet hij daaraan niet binnen den gestelden termijn, dan wordt hij geacht zijne benoeming niet aan te nemen, en wordt zulks door de Koloniale Staten ter kennis van den Gouverneur gebracht.
| |
Art. 67b.
De tijd van aftreding ingevolge art. 74 van het Regeeringsreglement is de tweede Dinsdag van Mei.
Bij ontbinding heeft de eerste aftreding plaats over een jaar, te beginnen met den eerstvolgenden Dinsdag in Mei.
| |
Overgangs- en slotbepalingen.
Art. 68.
De voorloopige vaststelling in 1868 der in art. 6 be- | |
| |
doelde lijst van kiezers van leden der Koloniale Staten, geschiedt na 1 Maart en de afkondiging op 4 Maart.
De lijst wordt na 15 Maart door den Gouverneur gesloten en daarna uiterlijk op den 19 Maart afgekondigd.
Op de in dit artikel bedoelde voor 1868 bestemde lijst worden de bij art. 2 genoemde middelen niet elk afzonderlijk vermeld, maar wordt in eens uitgetrokken het bedrag van den aanslag in al die middelen te zamen.
De regtsvorderingen, die overeenkomstig de artt. 9-16 worden ingesteld, sluiten het werk der verkiezing niet.
| |
Art. 69.
De verkiezing ter vervulling der plaatsen van de leden der Koloniale Staten, die met den tweeden Dinsdag van Mei 1868 moeten aftreden, geschiedt te Paramaribo op Woensdag den 1n April 1868 en in Nickerie en Coronie op den daaraanvoorafgaanden Maandag den 30 Maart.
| |
Art. 69a.
Deze verordening kan worden aangehaald onder den titel van: ‘Kiesreglement’.
| |
Art. 70.
Deze verordening is verbindende met den dag harer afkondiging.
|
|