Voorwoord.
L.S.
Een oud-bekende, de Surinaamsche Almanak, komt thans voor de twee en twintigste maal zich bij het publiek aanbevelen.
Het is mijn voornemen, den vroeger ingeslagen weg, verder te bewandelen.
Er zal ernstig naar worden gestreefd, den Almanak zoo volledig en betrouwbaar mogelijk te maken, in de hoop, dat dan ook deze gids op geen enkele schrijftafel meer zal ontbreken.
Ik verbeeld mij niet, dat het doel, hetwelk ik mij voor oogen heb gesteld, reeds ten volle bereikt is. Een beroep op de toegevendheid van het publiek zal daarom noodig zijn.
Voor wenken en opmerkingen omtrent den inhoud van den Almanak, houdt ondergeteekende zich ten zeerste aanbevolen. Aan hen, die reeds bij de samenstelling van dezen jaargang hun