Surinaamsche Almanak voor het Jaar 1902
(1901)– [tijdschrift] Surinaamsche Almanak– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdVerordening van den 5n Maart 1872 betreffende het recht van Zegel, gewijzigd bij die van 22 November 1886(G.B. 1886 No. 42) e.a.
Het zegelrecht wordt gekweten door middel: van gebruik van gestempeld papier of van plakzegels, van 's landswege uitgegeven; van aanbod ter viseering. Het plakzegel wordt in zijne geheele grootte op de stukken geplakt ter plaatse voor de onderteekening bestemd. De onderteekening wordt met inkt over het plakzegel heen geschreven, en daarop mede met inkt het tijdstip vermeld, waarop het wordt gebruikt, door aanduiding van den dag, de maand en het jaar. De zegelbelasting onderscheidt zich in: formaatzegel; vaste zegelrechten; proportioneele zegelrechten. Het formaatzegel regelt zich naar het formaat van het te gebruiken papier en de uitgebreidheid der akte. Aan formaatzegel zijn o.m. onderworpen alle minuten, brevetten, grossen, expeditiën of afschriften, kopiën, dubbelen en uittreksels van burgerlijke, gerechtelijke, buiten gerechtelijke, administratieve en onderhandsche akten, rechterlijke of arbitrale uitspraken, verzoekschriften zelfs in den vorm van memoriën of brieven. Aan een vast zegelrecht ten bedrage als hieronder bepaald zijn, behoudens eenige vrijstellingen, onderworpen:
aan een recht van vijf en twintig gulden: de brieven van meerderjarigverklaring of venia aetatis; de beschikkingen van den Gouverneur houdende toestemming in veranderingen of bijvoegingen van geslachtsnamen; de aanstellingen tot notaris en de admissiën als praktizijn; | |
[pagina 146]
| |
aan een recht van tien gulden: de beschikkingen houdende dispensatie van de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek, het huwelijk betreffende; de beschikkingen van het Hof van Justitie houdende toestemming in verandering of bijvoeging van voornamen; de vonnissen waarbij echtscheiding wordt uitgesproken; de beschikkingen van den Kantonrechter waarbij bepaalde rechten van meerderjarigheid worden toegekend; de aanstellingen tot deurwaarder bij het Hof van Justitie of een der Kantongerechten; de aanstellingen tot translateur of tolk; de zeebrieven.
aan een recht van vijf gulden: de akten van huwelijksche voorwaarden; de vonnissen waarbij echtgenooten van tafel en bed of van goederen worden gescheiden; de akten van boedelscheiding, behoudens het bepaalde in art. 32; testamenten in welken vorm ook ongemaakt, daaronder begrepen de beschikkingen bedoeld bij art. 932 B.W.
aan een recht van twee gulden: de akten van bewaargeving van olographische en de akten van sperscriptie van besloten testamenten; de buitenlandsche paspoorten, de akten van borgtocht;
aan een recht van vijf en twintig cents: de livretten afgegeven en aan de contracten aangegaan met veldarbeiders, werklieden en dienstboden;
aan een recht van tien cents: alle niet uitdrukkelijk van zegelrecht vrijgestelde quitantiën, de som van tien gulden en meer bedragende en andere eenzijdige akten of geschriften, bevattende de erkenning door of namens den schuldeischer van het geheel of gedeeltelijk te niet gaan eener geldschuld; onverschillig in welken vorm die stukken overigens zijn opgemaakt, al ware het in dien van berichten of brieven. Het zegelrecht voor quitantiën komt, zoo niet het tegendeel bedongen is, ten laste van den schuldenaar. Voor eene quitantie door een gevolgmachtigde voor onderscheidene of gezamenlijke rechthebbenden gegeven, zijn evenveel rechten verschuldigd alsof elk rechthebbende zelf hadde gequiteerd. Het proportioneel zegelrecht regelt zich naar de hoegrootheid der waarden, welke het onderwerp der akte uitmaken. Aan het proportioneel zegelrecht zijn o.m. onderworpen: de authentieke en onderhandsche akten houdende schuldbekentenis; de processen-verbaal van willige of gerechtelijke openbare verkoopingen en alle andere akten en geschriften, waarbij roerende of onroerende zaken in eigendom worden overgedragen; | |
[pagina 147]
| |
de huurcontracten; de contracten van aanneming van werk; de wisselbrieven, orderbriefjes of promessen aan order, assignatiën, bank en ander papier aan toonder; de vonnissen, arresten en andere uitspraken van rechters en scheidsmannen in burgerlijke geschillen, waarbij eene vordering in geld of geldswaarde wordt toegewezen. Het recht op de schuldbekentenissen, hetzij onderhands of bij notariëele akten, met of zonder hypothecair verband aangegaan, bedraagt een half ten honderd. Hetzelfde recht is verschuldigd op onderhandsche of notariëele akten, al dan niet onder bezwarenden titel, houdende overdracht van eene schuldbekentenis. Het recht op de processen-verbaal van openbare willige of gerechtelijke verkoopingen van roerende goederen bedraagt, behoudens enkele uitzonderingen, twee ten honderd van de onzuivere opbrengst. Het recht van twee ten honderd wordt op de helft verminderd voor openbare verkoopingen van voortbrengselen van plantages en van kost of houtgronden van deze kolonie. Het recht van twee ten honderd wordt mede tot een ten honderd verminderd voor openbare verkoopingen van koopmansgoederen, niet tot verhuisboedels of sterfhuizen behoorende, mits geene der in veiling gebrachte of verkochte kavelingen voor minder dan honderd gulden verkocht of opgehouden worden, en mits geene andere goederen in de veiling begrepen zijn. Het recht op de huurcontracten van onroerende goederen, zoomede op elk dubbel van zoodanig contract, bedraagt een vierde ten honderd van den huurprijs, berekend als volgt: wanneer de huurprijs op twee jaren of minder is bepaald, wordt de huurprijs over den geheelen huurtijd berekend; op meer dan twee jaren wordt de huurtijd ten volle genomen over de eerste twee jaren met bijvoeging van den halven huurprijs over den geheelen overigen huurtijd. Bijaldien voor een of meer jaren een andere prijs is bedongen dan voor de overige, wordt de jaarlijksche huurprijs gemiddeld berekend over den geheelen huurtijd. De jaren, ter keuze of opzegging van huurders of verhuurders staande, worden onder den huurtijd begrepen, ten ware mocht zijn bedongen dat, bij het ingaan van die jaren ter keuze, een nieuwe akte van verhuring zal worden gemaakt. Het recht wordt berekend over ronde sommen van f 100 tot aan een bedrag van f 2000, en boven de f 2000 over ronde sommen van f 200. Het recht op de contracten van aanneming van werk bedraagt een vierde ten honderd van de som waarvoor de aanneming geschiedt. | |
[pagina 148]
| |
[pagina 149]
| |
Akten van beleening of inpandgeving van wisselbrieven of ànder handelspapier, van effecten, obligatiën, koopmansgoederen, producten en mineralen, de hernieuwingen dezer akten, mits niet langer dan uiterlijk voor drie maanden wordende aangegaan of verlengd, zijn onderhevig aan een zegelrecht van een half per mille. Het recht wordt berekend over de som in het stuk uitgedrukt en wel over de ronde sommen van f 500 tot aan een bedrag van f 10000, en boven de f 10000 over de ronde sommen van f 1000. Echter zal het recht over sommen van f 300 of daarbeneden slechts over f 300 worden berekend. Alle prima-, secunda-, tertia en verdere wisselbrieven, orderbriefjes of promessen aan order, assignatiën, bank- en ander papier aan toonder en ander handelspapier, zijn onderhevig aan het navolgende recht: wanneer de stukken binnenGa naar voetnoot(*) deze kolonie betaalbaar zijn, een half per mille; wanneer de stukken buiten deze kolonie betaalbaar zijn, een vierde per mille. Het recht wordt berekend over de som in het stuk uitgedrukt, en wel: in het eerste geval, over ronde sommen van f 500 tot aan een bedrag van f 10000 en boven de f 10000 over ronde sommen van f 1000; en in het tweede geval, over de ronde sommen van f 1000 tot een bedrag van f 20000 en boven de f 20000 over ronde sommen van f 2000. Echter zal het recht, in het eerste geval, voor sommen van f 300 of daarbeneden, en in het tweede geval, voor sommen van f 600 of daarbeneden, slechts over die f 300 of f 600 worden berekend. Van het zegelrecht worden o.m. vrijgesteld: de verzoekschriften of requesten van onvermogenden, mits van het onvermogen blijke; alle akten, schrifturen of andere stukken, benoodigd en dienende in zaken of handelingen betreffende den invoer van vreemde arbeiders in de kolonie; de certificaten van onvermogen, de akten door notarissen, volgens art. 5 van het reglement op het notarisambt, voor onvermogenden opgemaakt, alsmede de aan onvermogenden uitgereikte certificaten van goed gedrag, en binnen- of buitenlandsche paspoorten; alle stukken dienende tot het in dienst treden bij of het doen gelden van redenen van vrijstelling van de schutterij en van de gewapende burgermacht in de buitendistricten; | |
[pagina 150]
| |
alle stukken in strafzaken, zoowel burgerlijke als militaire; alle stukken dienende in burgerlijke rechtsgedingen, ingeval de kosteloos procedeerende partij in het ongelijk wordt gesteld; de coupons of bewijzen van rentbetaling en de dividendbewijzen van openbare schuldbrieven of van aandeelen in naamlooze maatschappijen, alsmede, krachtens art. 16 van het hier te lande bij Publicatie van 28 Juni 1864 (G.B. No. 14) afgekondigd Koninklijk Besluit van 19 Mei 1864 No. 30, de bilietten der Surinaamsche Bank, mitgaders alle wissels en ander handelspapier door die Bank al- of uitgegeven; de attestatiën de vita tot ontvang van en de quitantiën voor lijfrenten, pensioenen, gagementen en ridderssoldijen ten laste van de Schatkist van het Koninkrijk of van deze kolonie, of ten laste van bij de wet of bij koloniale verordening erkende pensioenfondsen, wanneer het jaarlijksch bedrag de som van f 300 niet te boven gaat; de quitantiën, hetzij op mandaten, betaalslijsten of declaratiën, hetzij afzonderlijh afgegeven voor bezoldiging, loon, soldij, gage en dergelijke meer, van personen, vast of tijdelijk in 's lands burgerlijken of militairen dienst, ingeval het jaarlijksch bedrag de som van f 300 niet te boven gaat; alle quitantiën voor betaalde landsbelastingen en die voor teruggave van te veel betaalde belastingen en voor ten onrechte gehevene of kwijtgescholdene boete, voorts alle stukken en bescheiden welke door belanghebbenden voor de regeling van de door hen aan den lande verschuldigde belastingen behooren te worden ingeleverd, behoudens het zegel op de memoriën van aangifte voor het recht van successie; de quitantiën wegens teruggave van alle voor den lande bij voorschot gedane betalingen; de quitantiën af te geven aan comptable ambtenaren voor hunne overstortingen in de koloniale kas, alsmede die voor de afgifte van gelden uit 's lands kassen aan ambtenaren en rechthebbenden; de quitantiën wegens tegemoetkoming of schadeloosstelling in gevallen van brand, overstrooming, veepest en andere onheilen, en de stukken tot bewijs van de geledene schade overgelegd; de akten, registers en stukken van binnen de kolonie opgerichte spaarbanken, quitantiën voor inlagen en livretten daaronder begrepen, met uitzondering evenwel van alle bescheiden betrekkelijk de uitzetting van de gelden der spaarbank aan derden, ten ware die derden uit eigen hoofde, of die bescheiden op zich zelven in eenigen term van vrijstelling van zegelrecht mochten vallen; de vrachtlijsten, vrachtbrieven en cognossementen, zoowel de binnenlandsche als die welke buiten 's lands opgemaakt, hier te lande moeten dienen; | |
[pagina 151]
| |
[pagina 152]
| |
de kassiersbriefjes, waaronder alhier uitsluitend worden verstaan de op de kassiers afgegeven briefjes aan order of toonder; de wisselbrieven, briefjes aan order of toonder en ander handelspapier in Nederland of in 's Rijks Overzeesche Bezittingen opgemaakt, en aldaar van zegel voorzien; de ontwerpen van akten van oprichting van naamlooze maatschappijen, volgens art. 36 van het Wetboek van Koophandel aan den Gouverneur in te zenden; de memoriën van aangifte voor het recht van successie en van overgang bij overlijden, mits van het onvermogen der aangevers door eene verklaring van de bevoegde autoriteit blijke, alsmede de negatieve memoriën van aangifte, benevens de minuten en expeditiën van akten van eedsaflegging ter voldoening aan de verordeningen op het recht van successie; de bezwaarschriften tegen aanslagen in de beschreven middelen, benevens alle verzoekschriften om teruggave van betaalde belastingen; de huur- en verhuurcontracten van onroerende goederen, wanneer de huurprijs, over den geheelen huurtijd berekend, de som van f 100 niet te boven gaat; de exploten en alle verdere stukken tot en met het vonnis van toewijzing in zake van uitwinning van onroerende goederen tot invordering van belastingen; alle akten en geschriften waarvan, en in zooverre als het zegelrecht geheven wordende, zoude komen ten laste van de koloniale kas. Behalve de ambtenaren met de ontvangst van het zegelrecht belast of daartoe gequalifrcherd, is ieder ambtenaar, aan wien in de waarneming zijner betrekking van eenige overtreding dezer verordening blijkt, verplicht daarvan proces verbaal op te maken. |
|