Surinaamsche Almanak voor het Jaar 1901

Verl. concessies v/Jan.-Apr. 1900.

Concessie recht per H.A.	Suriname.		Saram.
	aantal	oppervlakte	aantal	oppervlakte
10 ct.	10	6245	^a)14	23593
25 ct.	1	300	3	600
50 ct.	1	500	1	939
10 ct.
25 ct.
10 ct.
50 ct.
10 ct.
25 ct.
50 ct.
25 ct.
50 ct.
Totaal	12	7045	18	25133

Concessie recht per H.A.	Marow.		Lawa.		Totaal.
	aantal	oppervlakte	aantal	oppervlakte	aantal	oppervlakte
10 ct.	5	3150	7	3681	36	36669
25 ct.					4	900
50 ct.					2	1439
10 ct.
25 ct.
10 ct.
50 ct.
10 ct.
25 ct.
50 ct.
25 ct.
50 ct.
Totaal	5	3150	7	3681	42	39009

a) waaronder 1 tot eene oppervl. van 89 H.A. ter vergr van 1 verleende concessie.

[p. 122]

Hern. concessies. v/Jan./Apr. 1900.
Concess.-recht per H.A.	Surin.		Saram.		Marow.
	aantal	oppervlakte	aantal	oppervlakte	aantal	oppervlakte
10 ct.	10	4001	3	600	2	990
25 ct.	15	8130	11	18014
50 ct.	25	19589	3	1900
10 ct.
25 ct.
10 ct.
50 ct.
10 ct.
25 ct.
50 ct.
25 ct.
50 ct.
Totaal	50	31721	17	20514	2	990

Hern. concessies. v/Jan./Apr. 1900.					Totaal.
Concess.-recht per H.A.	Lawa.		Totaal.		Gener.^(1)
	aantal	oppervlakte	aantal	oppervlakte	aantal	oppervlakte
10 ct.	1	200	14	4801	50	41471
25 ct.	1	200	29	27334	33	28234
50 ct.	2	700	30	22189	32	23628
10 ct.
25 ct.
10 ct.
50 ct.
10 ct.
25 ct.
50 ct.
25 ct.
50 ct.
Totaal	4	1100	73	54325	115	93334

In 1899 werden kosteloos 25 vergunningen verleend tot het doen van onderzoek ged. 4 mdn. naar de aanwezigheid van delfstoffen te zamen betrekking hebbende op 474100 H.A., en wel:

in Bov. Suriname	9	tot eene gez. oppervl. van	180000 H.A.^(2)
in Nickerie	9	tot eene gez. oppervl. van	172500 H.A.
in Saramacca	3	tot eene gez. oppervl. van	58000 H.A.^(3)
in Cottien	2	tot eene gez. oppervl. van	26800 H.A.
in Commewijne	2	tot eene gez. oppervl. van	36800 H.A.
	_____		_____
	25		474100 H.A.

Door de Maatschappij Suriname werden in 1899 gekozen 35 terreinen te zamen groot 18999,7 H.A. om deel uit te maken van de oppervlakte waarop zij bij eventueel verleenen van de in art. l sub c van de verordening van 21 December 1896 (G.B. No. 55) bedoelde concessie, aanspraak zal verkrijgen. Deze terreinen worden voor genoemde Maatschappij gereserveerd.

In 1897 en 1898 koos de Maatschappij respect. 3 en 19 terreinen te zamen groot 7766 H.A.

(1) van de in Jan.-Apr. 1900 verl. en hern. concessiën.

(2) Deze vergunningen werden alle voor den tijd van 4 maanden verlengd.

(3) Van deze vergunningen werden 2 tot eene gez. oppervl. van 40000 H.A. met 4 maanden verlengd, terwijl de 3e tot eene oppervlakte van 18800 H.A. verleend werd tot het doen van onderzoek naar de aanwezigheid van kaelin (porceleinaarde.)

[p. 123]

Op ult. December 1899 bedroeg alzoo het totaal der door de Maatschappij Suriname gekozen en voor haar gereserveerde terreinen 57 met eene gezamenlijke oppervlakte van 26765,7 H.A.

In de eerste 4 maanden van 1900 werden kosteloos 14 vergunningen verleend tot het doen van onderzoek naar de aanwezigheid van delfstoffen, te zamen betrekking hebbende op 280000 H.A., en wel:

in Saramacca	11	tot eene gez. oppervl. van	220000 H.A.
in Bov. Suriname	3	tot eene gez. oppervl. van	60000
	_____		_____
	14		280000 H.A.

Deze vergunningen werden verleend voor den tijd van 4 maanden.

In het jaar 1899 had het door de Maatschappij Suriname ingesteld geologisch onderzoek tot resultaat, dat er verscheidene goudhoudende kreken werden ontdekt, waarvan verscheidene eene loonende exploitatie in uitzicht stelden. Tusschen de Sarakreek en de Marowijnekreek deden de prospecties een complex van 7 belangrijke exploitabele kreken ontdekken; terwijl eene proefbewerking in eene dier kreken tot hooge verwachtingen recht gaf. Dit gaf aanleiding aan genoemde Maatschappij om een terrein groot 12000 H.A. in concessie aan te vragen. Voor de bewerking van deze concessie kwam eene nieuwe maatschappij, de Mijnbouw Maatschappij Granplacer, tot stand, aan welke de Maatschappij Suriname hare rechten op bedeelde concessie overdroeg.

In het Gouvernementsblad van 1899 werd opgenomen onder No. 35 de verordening van 24 Juni 1899 betreffende het verleenen van concessie aan de Maatschappij Suriname tot aanleg en exploitatie van een tramweg en tot ontginning en exploitatie van terreinen in de landstreek, gelegen bezuiden Paramaribo tusschen de Suriname- en Marowijne rivieren.

Krachtens deze verordening werd aan de Maatschappij tot het ontginnen en exploiteeren, overeenkomstig het bepaalde bij art. 1 sub b dier verordening concessie verleend van ongeveer 500000 H.A. domeingrond, gelegen in de landstreek bezuiden Paramaribo tusschen de Suriname- en Marowijnerivieren, en werden de voorwaarden vastgesteld waarop zij de terreinen, welke deel moeten uitmaken van de concessie van 500000 H.A., zoude kunnen bekomen.

Na die concessie vroeg en verkreeg de Maatschappij tot 4 September 1900 7 concessiën. Van deze concessiën zijn 6 gelegen ten Oosten van de Suriname met eene gezamenlijke oppervlakte van ± 25305 H.A., waaronder begrepen zijn 10 terreinen tezamen groot ± 8110 H.A., welke voor haar te voren waren gereserveerd. De zevende concessie is gelegen ten Westen van de Marowijne en beslaat juist de oppervlakte van een voor de Maatschappij vroeger gereserveerd terrein groot ± 200 H.A.

[p. 124]

Naar de aangiften door belanghebbenden gedaan bedroeg de hoeveelheid goud in 1899 gevonden aan of in de nabijheid van de

Boven Suriname	400760,5 gram.
Saramacca	131589 gram.
Marowijne	70142,1 gram.
Lawa	290610,8 gram.
Corantijn	95 gram.
	_____
Totaal	893197,4 gram,

en, berekend tegen den prijs van f 1,37 per gram, eene waarde vertegenwoordigt van f 1223680,44.

Gedurende het 1e kwartaal 1900 werd, volgens aangiften, gevonden aan of in de nabijheid van de

Boven Suriname	37719,5 gram.
Saramacca	25068,5 gram.
Marowijne	9816 gram.
Lawa	80513 gram.
	_____
Totaal	153117 gram,

hetgeen berekend naar gemelden koers, eene waarde vertegenwoordigt van f 209770,29.

In 1899 werd 872373,5 gram goud uitgevoerd, volgens den prijs van f 1,37 per gram, eene waarde vertegenwoordigende van f 1195151,69⁵.

Hiervan werd uitgevoerd naar Nederland 823831 gram, naar Groot-Britannië 47039 gram, naar de Vereenigde Staten van Noord-Amerika 1368,5 gram, naar Britsch-Guyana 2 gram, naar Barbados 91 gram, en naar diverse andere plaatsen 42 gram.

Daarenboven werd uitgevoerd naar Nederland 172998,5 gram, naar Groot-Britannië 53839,5 gram, en naar de Vereenigde Staten van Noord-Amerika 888 gram goud van Fransch-Guyana in Suriname ingevoerd.

De waarde van het uitgevoerde goud van den aanvang der industrie tot en met 1898 bedroeg f 23009055,77.

Dit cijfer klimt alzoo door den uitvoer in 1899 tot f 24204207,46⁵.

Van 1 Januari tot 30 April 1900 bedroeg de uitvoer 216949 gram, eene waarde vertegenwoordigende van f 297220,13.

Hiervan werd uitgevoerd in:

Januari	45717,5 gram.
Februari	41431 gram.
Maart	75578,5 gram.
April	54222 gram.

Nog werd gedurende deze 4 maanden uitgevoerd 52136,7 gram goud van Fransch Guyana in de kolonie ingevoerd.