Surinaamsche Almanak voor het Jaar 1899

Troepen en Garnizoen te Paramaribo.

O.W. Westeronen van Meeteren, majoor-commandant. B.J. Ephraim, 1e luit, adjud, J.W. van Oorschot, 2e luit., adj. v.d. Gouverneur, J.H. Masman, 1e luit. kwartierm.

J.A.A. Lodewijks, F.G.J. Bosschart, R.M.W. 4e kl., B. Kg., kapiteins, J.M. Herold, L. van de Poll, J.N. van den Berg, P.F.W. van Romondt, 2e luitenants.

Militair Gerechtshof.

J.H. Teunis, gep. kapit., O.A. Peters, offic. v/gez. 1e kl., J.H. Masman, 1e luit. kwartierm., F. Smith, 1e luit., leden. B.J. Ephraim, 1e luit. adjud. pl.verv. lid.

Administratie der Troepen.

De majoer-commandant, pres., J.A.A. Lodewijks, F. Bosschart, R.M.W. 4e kl. B. Kg., kapiteins, leden.

De 1e luit. kwartierm., secretaris.

[p. 167]

Militair Geneeskundige dienst.

O.A. Peters, arts, offic. van gezondh. 1e kl., chef van den milit. geneesk. dienst, J.J.F.M. Nooren, Dr J.W. van Rijn, offic. van gezondh. 2e kl., J.S. Surie, J.F. Pool, apoth. 2e kl.

Administratie van het Militair Hospitaal.

De majoor-commandant der Troepen en van het Garnizoen, belast m/d. contrôle over het hospitaal.

Deze autoriteit is hiertoe bij Koninkl. Besluit benoemd, met machtiging zich daarbij, voor zoover hem dit noodig voorkomt, te doen bijstaan door den luiten.-kwartiermeester van het Garnizoen.

H.H.L. Kuilman, gep. kapt. der intanterie, administrateur, J.W.H. Donner, spijsverzorger, H.B. Berkemeijer, magazijnm, in het magaz. van kleeding.

In de sterkte der troepen werden in 1897 gebracht:

2 kapiteins der infanterie, 1e mil apoth., 1 offic v. gezondh 2e kl., 3 2e luit. der infanterie, benevens 65 minderen, waarvan uit Nederland 7 officieren en 37 minderen, 10 nieuw aangenomenen, 10 van voor memorie terug en 8 minderen van gedetineerd terug.

Naar Nederland vertrokken 2 offic. v. gez. 2e kl. en 27 minderen; gepasporteerd werden 24, gegageerd 36, gedetineerd 7, voor memorie 7 minderen: 1 overgeplaatst naar Curacao, 1 als deserteur, 1 krachtens rechterlijk vonnis afgevoerd, 1 met vervroegd binnenl. paspoort; gepensionneerd 1 majoor en 2 kapiteins der infanterie: met een briefje van ontslag werden uit den dienst verwijderd 2 minderen.

Het Garnizoen was op ulto, December 1897 samengesteld uit: 22 officieren en 320 onderofficieren en manschappen, nl. staf 4 officieren en 4 onderofficieren; infanterie 10 officieren en 204 onderofficieren en manschappen; artillerie: 1 officier, 1 conducteur 2e kl. magazijnm., en 31 onderofficieren en manschappen; officieren van gezondheid 5 en apothekers 2: dus 2 officieren van gezondheid en 150 manschappen minder dan de vastgestelde formatie.

Buiten de sterkte werden nog gevoerd 34 infanteristen als dienstdoende bij de gewapende politie en 1 infanterist als gedetineerd.

Van de hiervoren vermelde 22 officieren en 320 manschappen, waren: op non-activiteit 1 offic. van gez. 1e kl. en 1 mil. apoth. 2e kl.; met binnenlandsch verlof afwezig 1 officier en 1 infanterist; ter verpleging in het militair hospitaal 19 onderofficieren en manschappen, en voor den krijgsraad 2 infanteristen.

Door den militair geneeskundigen dienst werden in 1897 5125 ziektegevallen (of 236 minder dan 1896) behandeld, waarvan:

[p. 168]

te Paramaribo in het militair hospitaal	3070
idem den buitendienst (garnizoen)	484
op het fort Nieuw-Amsterdam	349
op den post Nickerie	187
op den post Albina	135
	_____
te zamen	5125

Van de behandelden in het militair hospitaal te Paramaribo waren 397 militairen of schepelingen van de zeemacht en 4728 civielen (waaronder begrepen de schepelingen van de koopvaardijvloot en de beambten van politie). Hiervan overleden 202, en bleven bij het einde van 1897 respectievelijk 29 en 199 in behandeling.

Gedurende 1897 werden in de garnizoensapotheek 28062 recepten gereed gemaakt; daarvan komen op rekening van den binnendienst 20317 en van den buitendienst 7745. Voor de militairen werden gereed gemaakt 6641 recepten en voor den civielen dienst 21421.