Art. 1.
Be Eigenaren van huizen, pakhuizen, negerhuizen of andere gebouwen aan Paramaribo, welke, ingevolge Art. 1 en 2 der Publicatie van het voormalig Gemeente-Bestuur te Suriname, dd. 27 September, 1832, met niets anders mogen worden gedekt dan met pannen, tigchels, leijen, of andere onbrandbare stoffen, zullen, wanneer zij deze Artikelen mogten hebben overtreden, door de daken dezer gebouwen met andere dan onbrandbare stoffen, hetzij geheel, hetzij gedeeltelijk, te dekken of te verdekken, of te doen dekken of te doen verdekken, verbeuren eene geldboete van niet minder dan Honderd en niet meer dan Vijf Honderd Gulden, en zullen daarenboven worden veroordeeld tot eene gevangenzetting in de Forteresse Zelandia van niet minder dan ééne maand, en niet meer dan drie maanden, behoudens het bepaalde bij Art. 5 der evengemelde Publicatie, ‘dat alle zoodanige daken van huizen, pakhuizen, negerwoningen en verdere gebouwen, welke, strijdig met de daarin voorkomende bepalingen, met singels of andere brandbare stoffen mogten worden gedekt, door de daartoe bevoegde Authoriteit, zonder eenigen form van proces, zullen worden afgebroken, en de kosten daarvan op den Eigenaar worden verhaald bij parate executie, even als zulks in materie van belastingen gebruikelijk is.’ De straffen, in dit Artikel vermeld, zullen zoowel afzonderlijk als te zamen kunnen worden opgelegd.