Wet
van den 24sten April, 1837, waarbij eene wijziging wordt vastgesteld in Artikel 5 van het Reglement voor het Departement der Onbeheerde Boedels in de Kolonie Suriname.
IN NAAM DES KONINGS.
DE GOUVERNEUR-GENERAAL DER NEDERLANDSCHE WESTINDISCHE BEZITTINGEN.
Allen, die deze zullen zien of hooren lezen, Salut! doet te weten:
Aangezien het reeds meermalen is gebleken, dat de Wetsbepaling, voorkomende in Art. 5 van het Reglement voor het Departement der Onbeheerde Boedels in de Kolonie Suriname, geëmaneerd bij onze Publicatie van 8 Februarij, 1836 (Gouvernements-Blad, e.a., No. 1), volgens welke twee Leden uit het Geregtshof zitting hebben in de Commissie tot het Departement der Onbeheerde Boedels, tot moeijelijkheden en botsingen aanleiding geeft, welke het van dringend belang is, op te heffen en weg te nemen.
Zoo is het, dat Wij, den Kolonialen Raad gehoord: