| |
| |
| |
Mengelingen.
| |
| |
Verslag van de gezamenlijke Corresponderende Leden van de Nederlandsche Huishoudelijke Maatschappij, in de Kolonie Suriname,
aan het Geëerd Bestuur van deze Maatschappij, te Haarlem.
Wij kunnen, sedert onze laatste correspondentie van den 21sten Julij, a.p., met genoegen vermelden, dat de ontzettende droogte, welke voor de onderscheidene voortbrengselen van den grond zoo hoogstnadeelig was, later in een meer vruchtbaar regensaizoen is veranderd, waardoor de schaarschheid aan kost, bijzonder voor de Negermagten, en voornamelijk in Bananen en Taaijers bestaande, welke in de eerste maanden van 1834 heeft plaats gevonden, gelukkig thans niet meer bestaat; terwijl het vooruitzigt dienaangaande, door het aanhoudende regensaizoen en de minder plaats gevonden hebbende rukwinden, geenszins ongunstig is.
Door deze gewenschte saizoensverandering is de cultuur van de Suiker in 1834 voordeeliger geweest,
| |
| |
dan men zich bij den aanvang van dat jaar had durven voorstellen; blijkens den uitvoer van dit produkt, welke dien van de drie laatste jaren overtreft, en met den uitvoer in 1829 nagenoeg gelijk staat, zoo als de onderstaande Tabelle nader aanduidt.
|
KOFFIJ. |
KATOEN. |
SUIKER. |
CACAO. |
INDIGO. |
RUM. |
jaren. |
aantal schepen. |
amst. ponden. |
amst. ponden. |
amst. ponden. |
amst. ponden. |
amst. ponden. |
|
1829 |
74 |
2,956,158 |
1,569,441 |
29,567,291 |
94,885 |
1,270 |
|
1830 |
83 |
6,021,077 |
1,963,055 |
32,351,052 |
17,990 |
9,048 |
|
1831 |
72 |
2,980,670 |
1,339,612 |
27,976,826 |
45,801 |
4,646 |
|
1832 |
66 |
2,466,904 |
1,115,728 |
26,837,125 |
23,210 |
3,714 |
75 Gall. |
1833 |
63 |
3,137,371 |
1,339,141 |
26,714,661 |
15,865 |
3,614 |
|
1834 |
72 |
2,241,229 |
1,583,275 |
29,602,095 |
7,735 |
1,374 |
64 Punchons. |
|
MELASSIE, uitgevoerd met 37 N. Amer. Schepen, 7,384 Vaten, inhoudende 795,034 Gallons. |
|
Het vooruitzigt der cultuur van de Suiker in dit jaar laat zich, bij de wisselvalligheid en de onregelmatigheid van de saizoenon, welke men in de laatste jaren waargenomen heeft, met geene zekerheid bepalen; wanneer de thans aanhoudende regentijd spoedig door een niet te lang aanhoudend droog saizoen wordt opgevolgd, is hetzelve geenszins ongunstig.
De cultuur van de Koffij heeft, door de vroeger
| |
| |
gemelde ontijdigheid van de saizoenen in 1833, en in de eerste zes maanden van 1834, het meest van al de produkten geleden; de bloesem kon op vele Plantaadjes niet spenen; op andere Plantaadjes werd, door de later dan gewoonlijk invallende regens, in het geheel geen bloesem waargenomen. De uitvoer van dit produkt is alzoo in 1834 bijna een millioen ponden minder dan in het voorgaande jaar, en minder dan in een van de laatste vijf jaren geweest.
Het vooruitzigt van de cultuur van dit produkt is, wat den voorpluk aanbelangt, redelijk.
Van de Katoen-cultuur kan hetzelfde als van de Suiker gezegd worden. De uitvoer van dit produkt bedraagt drie millioenen ponden meer dan in 1833, en staat, even als de Suiker, nagenoeg met den uitvoer in 1829 gelijk.
De schoone verwachting, welke men op eenen rijken Katoenoogst in dit jaar op eenige Plantaadjes heeft gehad, is grootstendeels vernietigd door een bijzonder insekt, dat alhier vroeger niet is waargenomen, en hetwelk, geheel onderscheiden van de gewone katoenrups (eene soort van spanrups zijnde), op sommige Katoenvelden niet alleen de boomen ten eenemale kaal heeft gegeten, maar de boomen zelve heeft doen sterven.
Het ware zeer wenschelijk, dat tegen dit vernielend insekt en den katoenworm zelven, die eenen rijken Katoenoogst in eenen zeer korten tijd kunnen vernietigen, een geschikt aan te wenden middel voor deze
| |
| |
zoo uitgestrekte Katoenvelden mogt ontdekt worden; voor het overige hangt de cultuur van dit produkt op andere Plantaadjes, welke geen nadeel van deze insekten in de laatste maanden hebben ondervonden, hiervan, en van het volgende saizoen af.
De Cacao-cultuur neemt, zoo als uit bovenstaande Tabelle blijkt, jaarlijks af. De uitvoer in 1834 is zelfs de helft minder dan in het voorgaande jaar geweest, en sedert het jaar 1829 van circa vijf en negentig duizend ponden tot op zeven duizend zeven honderd vijf en dertig verminderd; zoodat de Cacao thans alleen als een bijprodukt kan beschouwd worden, en welligt in volgende jaren alleen voor de inlandsche comsumtie, die door eene in deze Kolonie opgerigte Chocolaadfabrijk min of meer bevorderd wordt, dienen zal.
De vaste en rijzende markt van de genoemde produkten, welke tot ultimo December, a.p., zich heeft staande gehouden, is voor deze Kolonie bijzonder gunstig geweest, vermits hierdoor het geldelijk bedrag van de in 1834 uit deze Kolonie uitgevoerde produkten zeker dat van de vorige jaren zal hebben overtroffen.
De Indigo-cultuur, van welke men in 1830 eene gewenschte uitbreiding hoopte, komt jaarlijks meer en meer in verval. Welligt kan hiertoe hebben bijgedragen, dat de invoer in het Moederland van dit produkt uit de Kolonie Suriname vreemd was geworden; de verschillende vorm, wijze van emballage, enz., zijn omstandigheden, welke mede oorzaken kun- | |
| |
nen geweest zijn, dat men voor den Indigo, uit deze Kolonie aangevoerd, niet dien prijs konde bedingen, als voor anderen, in kwaliteit met den Surinaamschen gelijk staande, doch van elders of in eenen anderen vorm aangevoerd; hoe dit ook wezen moge, zoo heeft, niettegenstaande de uitvoer van dit produkt in deze Kolonie onbelast is gebleven, alleen ééne Indigo-Plantaadje zich tot heden kunnen staade houden.
De uitvoer van Rum zoude voor de Kolonie een gewenschter resultaat opleveren, bijaldien de inkomende regten van dit artikel in het Moederland niet zoo bezwarend waren. Daar de prijs van de Melassie zich in deze Kolonie veelal naar de scheepvaart van de Noord-Amerikanen regelt, gebeurt het meermalen, dat men, bij het lang uitblijven van deze Noord-Amerikaansche schepen, geene berging voor de bij iedere maling toenemende Melassie heeft; in welke omstandigheid men, bij minder drukkende inkomende regten van den Rum in het Moederland, eene aanzienlijke hoeveelheid Melassie voor de Rum-distillering met voordeel zoude kunnen gebruiken.
De uitvoer van deze Melassie naar de Vaderlandsche havens, welke in een der vorige jaren ondernomen is, schijnt geenszins aan de verwachting te hebben beantwoord.
De proeven, welke in de jaren 1831 en 1832 alhier met de cultuur van den Tabak, uit Maracoubo-Tabakszaad geteeld, genomen zijn, hebben geene meer algemeene cultuur van dit produkt, niettegenstaande
| |
| |
de goede kwaliteit van dezen Tabak, te weeg gebragt; zoo lang men voor de drie hoofdprodukten, Suiker, Koffij en Katoen, eene goede markt vindt, zal wel geen Planter, die zijn voordeel behartigt, zich op de cultuur van eenig ander produkt toeleggen.
De uitvoer van Meubelhout blijft, niettegenstaande den vrijen uitvoer uit deze Kolonie, en den vrijen invoer van hetzelve in de Vaderlandsche havens, alsnog te onbeduidend, om in de Tabelle van de uitgevoerde produkten, te worden opgenomen, waarschijnlijk wegens de, door het verre transport, of de lange zeereis, veroorzaakt wordende hooge vrachtgelden. Van andere produkten, als: Rijst, Inlandsch Koren, Cassave, enz., voor de inlandsche consumtie dienende, is weinig bijzonders te melden. Wanneer de in het afgeloopen jaar door het Gouvernement daargestelde kolonisatie van vrije personen aan de verwachting beantwoordt, zal de Kolonie, bij den bloei van deze vrije Kolonie, den aanvoer van Rijst door de Noord-Amerikanen kunnen ontberen.
Het Fabrijkwezen in deze Kolonie is en blijft in eenen achterlijken staat; eene onderneming in het verleden jaar tot de oprigting van eene Steen- en Dakpannen-bakkerij heeft, wegens de mindere deugdzaamheid en meerdere kostbaarheid van deze Dakpannen of Tigchels, geenen verderen voortgang gehad.
In de Suikerfabrijken hebben in de laatste jaren de stoommachines meer en meer de beesten en watermolens vervangen; voor de Suiker-Plantaadjes, wel- | |
| |
ke met molens, door beesten gedreven, het Suikerrietsap uitpersten, is deze vervanging van grooter dienst dan voor de laatstgenoemde, daar men, al het voor en tegen van eenen molen, door stoom, in plaats van door het water, gedreven wordende, overwegende, van deze laatste, wanneer dezelve namelijk wel aangelegd zijn, de voorkeur schijnt te moeten geven op Plantaadjes, welke, in het benedengedeelte van de Kolonie liggende, van eenen goeden sterken waterval en daarbij van eene genoegzaam werkbare magt zijn voorzien; en zulks voornamelijk, wegens de groote hoeveelheid Hout, tot brandstoffe voor de stoommachine dienende, hetwelk door een gedeelte van de werkbare magt soms op eenen aanmerkelijken afstand, door het meer en meer omhakken der vroeger meer in de nabijheid zijnde bosschen, moet bezorgd worden; waardoor men op dusdanige Suikerstaten zoo vele handen voor den veldarbeid moet ontberen.
Hiermede dit Verslag over den Surinaamschen Akkerbouw voor het afgeloopen jaar eindigende, hebben wij de eer ons te onderschrijven,
De Leden, Correspondenten van uwe Maatschappij:
H. KLINT.
A.F. LAMMENS.
H.H. DIEPERINK.
Paramaribo,
den 20sten Februarij,
1835. |
|