| |
| |
| |
Register op de gouvernements-bladen,
Te Suriname uitgegeven sedert 1816,
behelzende zoodanige Proclamatiën, Publicatiën, Notificatiën en Resolutiën van den Gouverneur van Suriname, van den Gouverneur-Generaal der N.W.I. Bezittingen, en van het voormalig Hof van Policie, waarvan de publiekmaking nuttig geoordeeld is.
Jaar en doorloopend Nommer. |
KORTE INHOUD. |
1816. |
|
No. 1. |
Behelzende ontslag uit den eed aan Zijne Britsche Majesteit en organisatie van de Hooge Regering. |
No. 2. |
Reglement op het beleid van de Regering, het Justitiewezen, den Landbouw en de Scheepvaart in Suriname. |
No. 3. |
Betreffende het schieten der Koopvaardijschepen en het emploi hunner equipage. |
No. 4. |
Betreffende het hoofdgeld op de Slaven, behoorende tot de Houtgronden en Plantaadjes; de 6 pCt. op de uit te voerene produkten, ten aanzien van vreemde vaartuigen, enz.; het merken der Plantaadjes, Plantaad- |
| |
| |
Jaar en doorloopend Nommer. |
KORTE INHOUD. |
1816. |
|
|
jevaartuigen en Ponten, Suikervaten, Koffijbalen en andere Emballagiën, Pontvoerdersvaartuigen, enz.; het hangen van Lantaarns in de Pontvoerdersponten, en de bepaling van de maat der Suikervaten. |
No. 5. |
Betreffende eene vereischt wordende opgave aan het Gouvernement der Slaven aan Paramaribo, aan geene gronden of Plantaadjes behoorende. |
No. 6. |
Behelzende het honorabel ontslag van de korpsen Blanke Burgers, Kleurlingen en vrije Negers aan Paramaribo. |
No. 7. |
Waarbij het Nieuwe Hof van Civile Justitie wordt verklaard geconstitueerd te zijn, met honorabel ontslag der Leden van het voormalige Hof. |
No. 8. |
Behelzende de aanvaarding van het Gouvernement a.i. door den heer Raad-Fiskaal Mr. C.R. Vaillant. |
No. 9. |
Ter afkondiging van een Besluit van Z.M. den Koning der Nederlanden, behelzende voorziening in cas van hooger beroep. |
No. 10. |
Afkondiging van een Besluit van Z.M. den Koning der Nederlanden, ter voorkoming van onwettige aanmatiging der Administrateuren voor saldo, aan hen verschuldigd door Eigenaars der Plantaadjes. |
No. 11. |
Behelzende bekendmaking van eene Resolutie, genomen bij het Hof van Policie, waarbij aan alle gemanumitteerden wordt verboden, zich buiten deze Kolonie te begeven, dan jaar en dag, nadat zij de brieven van vrijdom zullen hebben gecontinueerd, ten ware aan dezelve dispensatie mogt worden verleend. |
No. 12. |
Waarbij gearresteerd is een provisioneel Reglement voor de Schutterij van Paramaribo. |
| |
| |
Jaar en doorloopend Nommer. |
KORTE INHOUD. |
1816. |
|
No. 13. |
Betreffende provisionele voortduring der Belastingen op den ouden voet. |
|
|
1817. |
|
No. 1. |
Behelzende de invoering van het Gouvernements-Blad. |
No. 2. |
Betreffende de voltrekking der Huwelijken. |
No. 3. |
Behelzende de vervoering van Slaven uit de overige Divisiën naar het District Nickerie. |
No. 4. |
Behelzende nadere bepalingen omtrent den uitvoer van Slaven naar het District Nickerie. |
No. 5. |
Behelzende eenige bepalingen omtrent de vaart van de rivieren Suriname en Commewijne naar de rivier Nickerie en vice versa. |
No. 6. |
Behelzende een Reglement op het verkoopen van Buskruid. |
No. 7. |
Bepalende een nader Tarief voor de Uitgaande Regten op eenige produkten dezer Kolonie. |
No. 8. |
Eenige reglementaire Artikelen, waarbij de sjouwers; vraagdragers en kruijers onder het opzigt van eenen Kommissaris varden gesteld, en de Joongelden voor hunne werkzaamheden worden bepaald. |
No. 9. |
Waarbij gearresteerd is eene Instructie voor een' aan te stellen' Kommissaris bij 's Landt Waag. |
No. 10. |
Behelzende een Reglement op de Vrachtloonen, die de Pontvoerders zullen mogen berekenen. |
No. 11. |
Behelzende verhooging en ampliatie van het Zegelregt. |
No. 12. |
Waarbij eene boete van f500 wordt gestatueerd, te betalen door de Schippers, die Passagiers aanbrengen, van geene behoorlijke passen voorzien. |
No. 13. |
Behelzende eene herinnering van de ampliatie op het Re- |
| |
| |
Jaar en doorloopend Nommer. |
KORTE INHOUD. |
1817. |
|
|
glement voor de Directeuren en verdere Bedienden der Plantaadjes en gronden, vervat in de Publicatie van Gouverneur en Raden, gearresteerd den 31sten Aug., 1784. |
No. 14. |
Behelzende de bepaling van eenige Algemeene Schoolwetten voor de Schoolhouders en Onderwijzers der jeugd in deze Kolonie. |
No. 15. |
Betreffende de continuatie der Belastingen op den ouden voet. |
|
|
1818. |
|
No. 1. |
Betreffende de uitoefening der Justitie over de Koloniale Militie, niet behoorende tot de Landmagt van den Staat der Nederlanden. |
No. 2. |
Behelzende 1o. creatie van Obligatiën, ten beloopt van f35000; 2o. Tiendeverhooging op de Belastingen, except het Zegel. |
No. 3. |
Alteratie in de Resolutie van 6 Junij, 1817, houdende verhooging en ampliatie op het regt van het Zegel. |
No. 4. |
Behelzende eene ampliatie op Art. 17 van de Proclamatie van 97 Februarij, 1815, betreffende de zaken van de Gemeene Weide. |
No. 5. |
Behelzende alteratie van het Tarief voor den Impost op de ingevoerd wordende Dranken. |
No. 6. |
Betrekkelijk de jaarlijksche opgaven aan het Kantoor van de Kas der Wegloopers en van de Hoofdgelden. |
No. 7. |
Betreffende het Lastgeld. |
No. 8. |
Betreffende den Handel en de Vaart der Noord-Amerikanen op de Kolonie Suriname. |
No. 9. |
Betreffende den Slavenhandel. |
| |
| |
Jaar en doorloopend Nommer. |
KORTE INHOUD. |
1819. |
|
No. 1. |
Behelzende de bepaling van den tijd der meerderjarigheid in de Nederl. Koloniën. |
No. 2. |
Behelzende de aanstelling van het gemengd Geregtshof. |
|
|
1820. |
Gedurende het jaar 1820 zijn er geene Gouvernements-Bladen uitgegeven. |
|
|
1821. |
|
No. 1. |
Behelzende Besluit van Z.M., wegens de vervaardiging van zilveren Munten, ten dienste van Ned. Indië, den stempel van dezelve en de wijze van verkrijging. |
No. 2. |
Behelzende oproeping van hen, die door den brand van 21 en 22 Januarij, 1821, tot behoefte vervallen zijn. |
No. 3. |
Behelzende, dat de 18de Junij Godsdienstig zal worden gevierd. |
No. 4. |
Behelzende eenige voorzieningen betrekkelijk het schoonhouden der erven van de afgebrande huizen, en het maken van afdaken boven de regenbakken. |
No. 5. |
Betreffende den Slavenhandel. |
No. 6. |
Behelzende regeling van de contributiën op de winsten en inkomsten over den jare 1820. |
No. 7. |
Betrekkelijk de uitgifte van nieuwe gronden ter cultuur. |
No. 8. |
Houdende verbod tegen het wederopbouwen van sommige gedeelten der stad Paramaribo. |
No. 9. |
Behelzende vrijdom van de Belasting aan de Gemeene Weide, voor nieuw op te bouwen huizen in het afgebrande gedeelte van Paramaribo, voor den tijd van zes jaren. |
| |
| |
Jaar en doorloopend Nommer. |
KORTE INHOUD. |
1821. |
|
No. 10. |
Wegens het heffen van een buitengewoon Waaggeld, Pakhuishuur en Meetgeld. |
No. 11. |
Wegens eene Negotiatie, tot opbouw van eene nieuwe Waag. |
No. 12. |
Wegens de inrigting der keukens en stookplaatsen te Paramaribo. |
No. 13. |
Houdende bepaling, dat de Belasting, bekend onder den naam van ordinair Hoofdgeld, over het jaar 1821, vóór of op den laatsten November van hetzelfde jaar moet worden voldaan. |
No. 14. |
Inhoudende Reglement, nopens het ter executie leggen van Civile vonnissen op den persoon des gecondemneerden. |
No. 15. |
Wegens de betaling van de Kanon- of Recognitiegelden. |
|
|
1822. |
|
No. 1. |
Waarbij eene boete wordt gestatueerd tegen het niet schoonhouden der onbebouwde erven. |
No. 2. |
Betrekkelijk het herstellen en onderhouden der schoeijingen langs de rivier aan den waterkant binnen Paramaribo. |
No. 3. |
Houdende kennisgeving van het eervol ontslag van den Heer Gouverneur-Generaal a.i. Mr. C.R. Vaillant, en van de benoeming van den Hoog Edel Gestrengen Heer A. de Veer, als Gouverneur dezer Kolonie. |
No. 4. |
Houdende kennisgeving van de aanvaarding van het Gouvernement door Z.E.A. de Veer, en het afleggen van den voor dit ambt bepaalden eed. |
No. 5. |
Behelzende betaling der Uitgaande Regten in Wisselbrieven, in Ned. Courant. |
| |
| |
Jaar en doorloopend Nommer. |
KORTE INHOUD. |
1822. |
|
No. 6. |
} Houdende drie bekendmakingen, behelzende de 1ste, dat het Hof voortaan niet buitengewoon meer zal vergaderen, dan in geval van volstrekte noodzakelijkheid; de 2de bepaling, waarnaar de Uitgaande Regten in het vervolg zullen moeten worden gerekend en betaald, en de 3de, dat op den 18den Junij een Algemeene Dank- en Bededag zal worden gehouden. |
No. 7. |
} Houdende drie bekendmakingen, behelzende de 1ste, dat het Hof voortaan niet buitengewoon meer zal vergaderen, dan in geval van volstrekte noodzakelijkheid; de 2de bepaling, waarnaar de Uitgaande Regten in het vervolg zullen moeten worden gerekend en betaald, en de 3de, dat op den 18den Junij een Algemeene Dank- en Bededag zal worden gehouden. |
No. 8. |
} Houdende drie bekendmakingen, behelzende de 1ste, dat het Hof voortaan niet buitengewoon meer zal vergaderen, dan in geval van volstrekte noodzakelijkheid; de 2de bepaling, waarnaar de Uitgaande Regten in het vervolg zullen moeten worden gerekend en betaald, en de 3de, dat op den 18den Junij een Algemeene Dank- en Bededag zal worden gehouden. |
No. 9. |
} Omtrent het betalen van Contributie voor de Schutterij.
Hoedanig de Wisselbrieven moeten gezegeld worden. |
No. 10. |
} Omtrent het betalen van Contributie voor de Schutterij.
Hoedanig de Wisselbrieven moeten gezegeld worden. |
No. 11. |
Houdende alteratie in de Proclamatie, d.d. 8 Maart, 1816, tot opheffing van het verbod, dat binnenkomende en uitgaande schepen niet mogen schieten. |
No. 12. |
Bepalende, dat de Schutterij, eenmaal georganiseerd zijnde, zich voortaan onder de onmiddellijke orders van Z.E. den Gouverneur gesteld vindt. |
No. 13. |
Hernieuwing der Publicatie van den 24sten September, 1821, No. 13, houdende bepaling van vervroeging der betaling van het jaarlijksch ordinair Hoofdgeld. |
|
|
1823. |
|
No. 1. |
Behelzende een Reglement op het verkoopen van Schietgeweer. |
No. 2. |
Behelzende eene ampliatie op de Publicatie van den 15den Maart, 1817, op het verkoopen van Buskruid. |
No. 3. |
Dat de 18de Junij wederom Godsdienstig zal worden gevierd. |
No. 4. |
Behelzende renovatie en ampliatie der Notificatie, d.d. 25 Maart, 1816, inhoudende bepalingen, waarnaar de Schippers van de hier aankomende vaartuigen zich moeten gedragen. |
| |
| |
Jaar en doorloopend Nommer. |
KORTE INHOUD. |
1823. |
|
No. 5. |
Betrekkelijk de jaarlijksche opgaven en betalingen aan het Kantoor der Hoofdgelden. |
No. 6. |
Behelzende eene ampliatie op de Publicatie van den 26sten Febr., 1817, betreffende de voltrekking der Huwelijken. |
No 7. |
Behelzende de te houdene Directie, in geval van Sequestratie van onroerende goederen. |
No. 8. |
Behelzende ampliatie op de Publicatie van 27 Mei, 1817, relatief het Plantaadje-Reglement van 31 Aug., 1784. |
|
|
1824. |
|
No. 1. |
Waarbij Embargo is gelegd op de schepen in deze Kolonie, tot wederopheffing toe. |
No. 2. |
Waarbij opgeheven wordt het Embargo, op de schepen gelegd, bij Publicatie van den 10den Januarij, 1824. |
No 3. |
Waarbij, met inhaesie aan de Resolutie en Publicatie van den 23sten Julij, 1821 (Gouvernements-Blad, No. 7), bepaald wordt een tijdstip, binnen hetwelk zal moeten voldaan worden aan de voorschriften, daargesteld omtrent de in der tijd gedane verzoeken, om nieuwe gronden ter cultuur, of om approbatie van den Souverein op de vroegere uitgiften van gronden. |
No. 4. |
Behelzende alteratie in de Publicatie van den 19den Mei, 1817, waarnaar de Pontvoerders de Vrachtloonen zullen mogen berekenen. |
No. 5. |
Houdende afschaffing van de Kerkelijke Contributiën van Plantaadjes, van de Belasting van de winsten en inkomsten van particulieren, en justificatie van de aangifte der verkochte Dram en Melassie van Suiker-Plantaadjes en der revenuën van Houtgronden. |
| |
| |
Jaar en doorloopend Nommer. |
KORTE INHOUD. |
1824. |
|
No. 6. |
Reglement van Organisatie, Administratie en Discipline, voor de Schutterij te Paramaribo. |
No. 7. |
Behelzende bepalingen, ten aanzien van gebouwen, zich op verlatene Plantaadjegronden bevindende. |
No. 8. |
Behelzende ampliatie op het Plantaadje-Reglement van 31 Aug., 1784, en de Publicatie van 27 Mei, 1817, betreffende het aanleggen van Kostgronden op Plantaadjes. |
No. 9. |
Waarbij provisioneel in werking gelaten worden de instellingen en bepaling van betaling van 3 pCt. Uitgaande Regten, zonder meer, in Wisselbrieven, in Ned. Courant getrokken, van goederen, uit deze Kolonie naar het Rijk verzonden wordende. |
No. 10. |
Houdende verbod aan alle Ingezetenen, om Boschnegers te logeren, en interdictie, om eenig onroerend goed aan Boschnegers in eigendom te doen overgaan. |
No. 11. |
Hernieuwende en ampliërende de Advertentie van den 7den Oct., 1817, betrekkelijk tot de Legalisatie der Handteekeningen van Authoriteiten of Ambtenaren in deze Kolonie, op de door hen afgegeven wordende Stukken. |
No. 12. |
Bepaling, dat de betaling in Wisselbrieven op bekende Handelshuizen te Amsterdam, Antwerpen, Rotterdam of Middelburg van de Uitgaande Regten in deze Kolonie, wegens de goederen, welke van hier naar het Moederland gezonden worden, insgelijks wordt uitgestrekt tot het Hoofdgeld der Plantaadje-Slaven en het Lastgeld der schepen, in het Rijk te huis behoorende. |
| |
| |
Jaar en doorloopend Nommer. |
KORTE INHOUD. |
1824. |
|
No. 13. |
Houdende verbod aan alle Ingezetenen, om Slaven uit te zenden, ten einde werk op te zoeken, en daardoor week- of maandgeld op te brengen. |
|
|
1825. |
|
No. 1. |
Behelzende bepalingen, waarnaar de Schippers van al de hier aankomende vaartuigen, alsmede de Logementhouders, Herbergiers of Tappers en alle Ingezetenen zich hebben te gedragen, ten aanzien van aankomende vreemdelingen. |
No. 2. |
Houdende bepalingen, waarnaar de Ingezetenen zich hebben te gedragen, ten aanzien van weggeloopene Slaven; het uitzenden van Slaven tot het kappen van brandhout, enz., en het doen overblijven van Slaven, als Wachtnegers rondom Paramaribo, gelijk mede interdictie aan gemanumitteerde Slaven, om zich rondom Paramaribo met Schietgeweer te vertoonen, en verbod aan elk en een' iegelijk, om op Zonen Feestdagen met een geweer in het veld te gaan. |
No. 3. |
Van 's Konings Besluit van den 2den April, 1825, No. 149, intrekkende de Privilegiën der Israëlitische Gemeente in de Koloniën van het Rijk, met verdere bepalingen te hunnen opzigte. |
No. 4. |
Houdende nadere bepalingen, welke bij het manumitteren van Slaven behooren in acht te worden genomen, ter voorkoming van eenige verkeerde praktijken, welke daarbij soms plaats hebben. |
No 5. |
Van den 8sten October, 1825, waarbij wordt afgekondigd het Besluit van Z.M. den Koning van den 6den Julij, |
| |
| |
Jaar en doorloopend Nommer. |
KORTE INHOUD. |
1825. |
|
|
1825, No. 54, bepalende zwaardere straffen tegen den verboden' Slavenhandel in 's Rijks W.I. Koloniën en Etablissementen op de Kust van Guinea. |
No. 6. |
Waarbij wordt in werking gebragt de Decimale Berekening bij de deeling van de Koloniale Geldswaarde, aanvang te nemen met den 1sten Januarij, 1826. |
No. 7. |
Inwerkingstelling van 's Konings Besluit, d.d. 13 Mei, 1825, No. 29, behelzende nadere bepalingen ten opzigte der uitgifte van perceelen land ter cultuur, en van erven land, tot opbouw van huizen in deze Kolonie, in verband met Z.M. Besluit van den 20sten December, 1820, No. 46, gepubliceerd in het Gouvernements-Blad van 1821, No. 7. |
|
|
1826. |
|
No. 1. |
Publicatie en inwerkingstelling van 's Konings Besluit, d.d. 4 Jan., 1826, No. 92, behelzende eenige nadere bepalingen en voorzieningen ter ampliatie van de Slaven-Registers binnen deze Kolonie, om te strekken tot de krachtdadige beteugeling van den Slavenhandel. |
No. 2. |
Behelzende extensie van Art. 32, alsmede van Art. 3 en van Art. 30 van het Besluit van Z.M. den Koning, d.d. 4 Jan., 1826, No. 92, betrekkelijk tot de Slaven-Registers binnen deze Kolonie, in werking gesteld bij de Publicatie, vervat in het Gouvernements-Blad van het jaar 1826, No. 1. |
No. 3. |
Behelzende verordeningen ten aanzien der Rum- en Dramverkoopers en der Ingezetenen over het algemeen, voor zooverre dit onderwerp aangaat. |
| |
| |
Jaar en doorloopend Nommer. |
KORTE INHOUD. |
1826. |
|
No. 4. |
Behelzende bepalingen omtrent de intrekking, met po. Januarij, 1827, van het Surinaamsch papieren en kaarten geld, enz. |
No. 5. |
Strekkende ter wijziging en vereenvoudiging van de jaarlijksche opgaven van Familiën en Slaven, aan het Kantoor der Hoofdgelden in te dienen. |
No. 6. |
Strekkende tot wijziging en regeling der Belastingmiddelen binnen deze Kolonie, in overeenstemming en in verband met het Besluit van Z.M. den Koning, waarbij het Nederl. Muntstelsel in deze Kolonie is in- en daargesteld, aanvang te nemen met den 1sten Januarij, 1827.
‘Het Tarief, bevattende een Generaal Tarief der Belastingen, behoorende tot voorm. Publicatie, achter dezelve.’ |
No. 7. |
Houdende bepaling van een Tarief, naar hetwelk de Leges en Emolumenten op de Publieke Kantoren zullen worden berekend. |
No. 8. |
Waarbij wordt vastgesteld de Ordonnantie, volgens welke het Patentregt op den Handel, Nering, Beroepen en Bedrijven zal worden geheven. |
|
|
1827. |
|
No. 1. |
Strekkende ter wijziging van een Tarief, waarnaar de Doctoren, Chirurgijns, Vroedmeesters, Vroedvrouwen en Apothekers zich zullen hebben te reguleren. |
No. 2. |
Behelzende de intrekking der nog onafgeloste Obligatiën tot opbouw der Gereformeerde Kerk in Ao. 1810, benevens tot opbouw van de nieuwe Waag in Ao. 1821. |
| |
| |
Jaar en doorloopend Nommer. |
KORTE INHOUD. |
1817. |
|
No. 3. |
Houdende invoering van een nieuw Reglement voor het Brandwezen dezer Kolonie. |
No. 4. |
Houdende bepalingen omtrent den verkoop van vaste Effecten, Gronden en Plantaadjes, enz. |
No 5. |
Bekendmaking van het Reglement, volgens hetwelk zal worden geprocedeerd tegen zoodanige gevangenen, die tot geene confessie der misdaad of misdaden, hun door den publieken Aanklager te last gelegd, kunnen gebragt worden. |
|
|
1828. |
|
No. 1. |
Bepalingen omtrent het inwisselen en buiten effect stellen van het Surinaamsch kaarten of papieren geld. |
No. 2. |
Bepalende de hoeveelheid koperen cents, welke in betaling kunnen worden aangenomen. |
No. 3. |
Waarbij geïntroduceerd worden eenige bepalingen omtrent het doen van aangifte van geborene en overledene personen. |
No. 4. |
Waarbij daargesteld worden maatregelen, ten einde den staat der bevolking van Paramaribo naauwkeurig te constateren. |
No. 5. |
Ampliatiën op 'sHofs Notificatie van den 14den Aug., 1782, relatief den separaten verkoop van Slavinnen en derzelver kinderen, gelijk mede bepalingen ten aanzien van Slaven, voor den vrijdom verkocht wordende. |
No. 6. |
Waarbij ter kennisse van de Ingezetenen worden gebragt de Opene Brieven, door Z.M. den Koning aan Z.E. den Generaal-Majoor van den Bosch, |
| |
| |
Jaar en doorloopend Nommer. |
KORTE INHOUD. |
1828. |
|
|
als Hoogstdeszelfs Kommissaris-Generaal in de N.W.I. Bezittingen, verleend. |
No. 7. |
Kennisgeving van het eervol ontslag van den Generaal-Majoor A. de Veer, als Gouverneur der Kolonie Suriname, en van de benoeming van den Schout-bij-Nacht P.R. Cantz'laar tot Gouverneur-Generaal over de gezamenlijke W.I. Bezittingen. |
No. 1. |
Kennisgeving van de aanvaarding door den Schout-bij-Nacht P.R. Cantz'laar, benoemd Gouverneur-Generaal over de gezamenlijke W.I. Bezittingen van het Generaal-Gouvernement dier gewesten. |
No. 2. |
Waarschuwing tegen het uitvaardigen van naamlooze briefjes. |
No. 3. |
Kennisgeving van de installatie van den Hoogen Raad, en van de onderscheidene Besturen, in deze Kolonie gevestigd. |
- |
Reglement op het beleid der Regering van de N.W.I. Bezittingen. |
- |
Reglement voor de Regtbanken van Kleine Zaken. |
- |
Reglement op het beleid der Regering, het Justitiewezen, den Handel en de Scheepvaart voor de Kolonie Suriname. |
- |
Instructie voor het Gemeente-Bestuur te Suriname. |
No. 4. |
Waarbij de Instructie van den Gouv.-Solliciteur wordt bekend gemaakt. |
No. 5. |
Rangschikking van de civile Ambtenaren in deze Kolonie, welke met de nieuwe orde van zaken in functie blijven of treden, alsmede ten aanzien van de Costumes en Titulature, aan hen toegekend. |
| |
| |
Jaar en doorloopend Nommer. |
KORTE INHOUD. |
1828 |
|
No. 6. |
Waarbij het Kollegie tot de zaken der Nieuwe Kuretele en Onbeheerde Boedelskamer, alsmede het Kollegie van Raden Houtvesters en Kommissarissen van de Gemeene Weide verklaard worden te zijn ontbonden, en aan de Leden, die deze Kollegiën hebben uitgemaakt, eervol ontslag wordt verleend. |
No. 7. |
Alteratie van Art. 2, 5, 20 en 21 van de Publicatie van Gouverneur en Raden, d.d. 5 Maart, 1828, vervat in het Gouvernements-Blad van dat Jaar, No. 4, omtrent het constateren der bevolking. |
No. 8. |
Bepalingen, die moeten geobserveerd worden bij het indienen van Stukken door personen, die niet lezen of schrijven kunnen. |
No.9. |
Voorschriften, hoedanig te handelen bij het verloten van goederen. |
No. 10. |
Bepalingen, hoedanig te handelen bij het doen van verzoeken, om vrij van Leges en Zegels te mogen procederen. |
No. 11. |
Waarbij de Instructie voor den Scheepsmeter wordt vastgesteld. |
No. 12. |
Bepalingen, ten opzigte van de wijze, waarop de Verzoekschriften aan de gevestigde Authoriteiten moeten worden ingerigt, en waarop de ontvangene Leges moeten verantwoord worden. |
No. 13. |
Bepaling van de wijze, waarop in het vervolg kortingen op Traktementen van Ambtenaren kunnen worden verleend. |
No. 14. |
Reglement op het Havenen te Suriname. |
No. 15. |
Reglement op de Posterij te Suriname. |
| |
| |
Jaar en doorloopend Nommer. |
KORTE INHOUD. |
1828. |
|
No. 16. |
Wijziging der bestaande Wetten op de beschrevene en onbeschrevene middelen, mitsgaders invoering van eene Belasting, onder de benaming van Regt van Successie. |
No. 17. |
Reglementaire bepalingen voor de Plaatselijke en Landelijke Policie. |
No. 18. |
Reglement op de Waag en daartoe behoorende Instructie voor den Waagmeester. |
No. 19. |
Reglement op het Brandwezen, en Instructie voor den Opperbrandmeester en verder daartoe behoorende Beambten. |
No. 20. |
Reglement op het honden der Venduën in de Kolonie Suriname. |
No. 21. |
Reglement op het uitoefenen van de Notariële Praktijk door gezworene Klerken in Suriname. |
No. 22. |
Bepalingen omtrent de invordering der kosten in Criminele Procedures. |
No. 25. |
Verordeningen en strafbepalingen op het wegloopen van Slaven. |
No. 24. |
Instructie voor den Exploicteur bij het Hof van Civile en Criminele Justitie en deszelfs Substituten. |
No. 25. |
Instructie voor de Deurwaarders bij de Regtbank van Kleine Zaken. |
No. 26. |
De heffing van het middel van het Klein Zegel. |
No. 27. |
Nadere uitbreiding van Art. 34 der Instructie voor het Gemeente-Bestuur der Kolonie Suriname. |
No. 28. |
Reglement op het bezit en den verkoop van Schietgeweer en Buskruid, en over het vervoer van het laatste. |
No. 29. |
Bepalende de Leges en Emolumenten, welke op de |
| |
| |
Jaar en doorloopend Nommer. |
KORTE INHOUD. |
1828. |
|
|
Publieke Kantoren ten behoeve van den Lande en voor de Ambtenaren zullen worden berekend. |
|
1829. |
|
No. 1. |
Ter vervanging der vroegere Koloniale verordeningen, relatief den separaten verkoop van Slavinnen en derzelver kinderen, en der vroegere bepalingen, ten aanzien van Slaven, voor den vrijdom verkocht wordende. |
No. 2. |
Waarbij wordt bekend gemaakt het Besluit Z.M. van 30 December, 1828, La. O, 36, betrekkelijk het oprigten te Suriname eener Particuliere Bank. |
No 3. |
Betrekkelijk het solemniseren der Huwelijken binnen de Kolonie Suriname. |
No. 4. |
Omtrent het begraven van lijken van onvermogende personen. |
No. 5. |
Houdende voorziening over het beheer van Plantaadjes, in geval van verschillen tusschen medebeheerders, waardoor de publieke rust zou kunnen gevaar loopen. |
No. 6. |
Houdende bepaling van de wijze, waarop in het vervolg de zoogenaamde Goedbriefjes moeten zijn ingerigt. |
No. 7. |
Betrekkelijk het als Koloniale Munt gangbaar verklaren van de Biljetten der alhier opgerigte Particuliere W.I Bank. |
No. 8. |
Houdende bepaling van eenen termijn, binnen welken de thans circulerende Bankbiljetten der Ned. Maatschappij, ter begunstiging van de Volksvlijt te Brussel, alhier zullen moeten worden ingewisseld, en van hetgene daarmede in verband staat. |
| |
| |
Jaar en doorloopend Nommer. |
KORTE INHOUD. |
1829. |
|
No. 9. |
Houdende bepaling der rangschikking en van het Costuum der Kommissarissen en van den Secretaris van de alhier opgelikte Particuliere W.I. Bank. |
No. 10. |
Houdende bepalingen ten aanzien van Slaven, die geene Meesters hebben. |
No. 11. |
Houdende bepaling der rangschikking en van het Costuum van den Substituut van den Procureur-Generaal. |
No. 12. |
Strekkende ter verzekering eener doelmatige en rigtige uitvoering van het laatste gedeelte van Art. 34 der Instructie voor het Gemeente-Bestuur te Suriname. |
No. 13. |
Waarbij wordt bepaald, dat het Besluit van Z.M. van den 17den Febr., 1819, La. Ba., niet derogeert aan Art. 3 der Ordonnantie van 10. April, 1580, betrekkelijk het Huwelijken. |
No. 14. |
Waarbij bepaald wordt de graad van praeferentie, welke de Particuliere W.I. Bank hebben zal, ten aanzien van de bij dezelve beleende Effecten. |
No. 15. |
Waarbij de rangörde wordt bepaald, welke bij het beleenen van Plantaadjes bij de Particuliere W.I. Bank zal in het oog gehouden worden. |
No. 16. |
Houdende daarstelling van maatregelen, tot stuiting zoo veel mogelijk van Zeeroof, en voorschriften omtrent de wijze, waarop men in de onderscheidene N.W.I. Koloniën zal moeten handelen, ten aanzien van aldaar aankomende gewapende vaartuigen van oorlogvoerende Mogendheden. |
No. 17. |
Betrekkelijk de verpligting der Ingezetenen, om de bewijzen van betaling der achterstallige Belastingen in hun bezit aan de Authoriteiten te vertoonen. |
| |
| |
Jaar en doorloopend Nommer. |
KORTE INHOUD. |
1829. |
|
No. 18. |
Betrekkelijk het afsluiten der Belasting-Registers, en het behoorlijk vereffenen der onderscheidene dienstjaren; mitsgaders de bepaling van den tijd, wanneer de vorderingen tan de Publieke Administratie ten laste van particulieren, zoovel alt van deze ten laste der Publieke Administratie zullen verjaren. |
No 19. |
Houdende reglementaire bepalingen betrekkelijk de taxatie der Huurwaarde van de Huizen en Gebouwen binnen de Stad Paramaribo en derzelver omtrek, mitsgaders voorschriften betrekkelijk den aanslag van de Belasting op de Huurwaarde. |
No. 20. |
Houdende bepalingen betrekkelijk de door den Eigenaar te betalene premiën voor weggeloopene Slaven, welke in de Districten der Kolonie Suriname worden opgevangen door Burger-Patrouilles of Plantaadje-Slaven, alsmede eene alteratie in de Publicatie van 5/6 December, 1828 (Gouvernements-Blad van dat jaar, No. 23). |
No. 21. |
Houdende bepalingen betrekkelijk het vervolgen voor Boeten, geïncurreerd wegens overtredingen tegen de Instructie van het Collegium Medicum. |
No. 22. |
Houdende invoering, met 10 Jan, 1830, van eene nieuwe Ordonnantie op het Patentregt, met deszelfs modellen, enz. |
No. 23. |
Houdende bepaling der Loodsgelden, welke voor het binnenloodsen van schepen in de rivier Suriname mogen worden berekend. |
No. 24. |
Houdende ampliatie van Art. 11 der Publicatie van 5/6 Maart, 1828, betrekkelijk de aangifte van Overledenen. |
| |
| |
Jaar en doorloopend Nommer. |
KORTE INHOUD. |
1830. |
|
No. 1. |
Regelende het bedrag van hetgene, te rekenen van 10. Maart, 1830, per dag zal moeten worden betaald voor voeding van personen, die in de Forteres Zelandia civiel gegijzeld zijn. |
No. 2. |
Ter beteugeling en bestraffing van feitelijke gewelddadigheden. |
No. 3. |
Nadere bepalingen ten aanzien van de toestemming der Ouders in de Huwelijksverbindtenissen hunner kinderen, en eenige andere daarmede in verband staande onderwerpen. |
No. 4. |
Nadere voorzieningen omtrent het bezit en den verkoop van Schietgeweer en Buskruid. |
No. 5. |
Houdende voorzieningen ten behoeve van Slaven, die, hoezeer tot den vrijdom geregtigd, niet vallen in de termen der Publicatie van het Hof van Civile en Criminele Justitie, d.d. 5/6 Maart, 1828, en van den Gouverneur-Generaal in Rade, d.d. 3/11 Maart, 1829. |
No. 6. |
Houdende voorzieningen ten behoeve van zoodanige, geene Meesters hebbende, Slaven, welke zich, naar aanleiding der Publicatie van 10/17 Julij, 1829, bij den Raad Kommissaris voorde Inlandsche Bevolking hebben bekend gemaakt. |
No. 7. |
Bepalingen aangaande het aanvaarden of aannemen van pecuniële voordeelen door Kerk- en Armbesturen of andere publieke instellingen. |
No. 8. |
Vergunning, om Goedbriefjes, afgegeven vóór den 1sten Julij, 1829, tot en met den laatsten Junij, 1830, ter Generale Contròle van Financiën te doen zegelen. |
No. 9. |
Betrekkelijk het heffen der Belasting op de Erfvolgingen in de N.W.I. Bezittingen. |
| |
| |
Jaar en doorloopend Nommer. |
KORTE INHOUD. |
1830. |
|
No. 10. |
Behelzende eene authentieke interpretatie omtrent de toepassing der Wetten, welke in de N.W.I. Bezittingen zijn vastgesteld, ten aanzien van ongeijkte of niet behoorlijk geijkte Ellen, Maten of Gewigten. |
No. 11. |
Houdende eenige ampliatie en alteratie in het Reglement op het Havenen, gearresteerd bij Publicatie van Gouverneur-Generaal in Rade, d.d, 7/16 Oct, 1828. |
No. 12. |
Houdende eene Strafwet tegen het namaken en vervalschen van Biljetten en verdere Akten der Particuliere W.I. Bank, te Suriname gevestigd, en medepligtigheid daaraan. |
No. 13. |
Eenige voorzieningen tegen de uitbreiding van de ziekte der Melaatschheid in de Kolonie Suriname, aldaar bekend onder den naam van Lepra of Boasi en Elephantiasis. |
No. 14. |
Houdende reglementaire bepalingen omtrent den in- en uitvoer van Slaven in de N.W.I. Bezittingen. |
No. 15. |
Waarbij voorzieningen worden bepaald, ten aanzien van het verkoopen van Dranken aan Paramaribo. |
No. 16. |
Waarbij, met intrekking van alle vroegere Wetsbepalingen omtrent het middel van het Klein Zegel voor de Kolonie Suriname, eene nieuwe Zegel-Ordonnantie wordt gearresteerd. |
No. 17. |
Houdende opheldering en interpretatie, te geven aan eenige Artikelen in het Reglement voor de Regtbank van Kleine Zaken. |
|
|
1831. |
|
No. 1. |
Hondende eene wijziging in Art. 17 der Publicatie van |
| |
| |
Jaar en doorloopend Nommer. |
KORTE INHOUD. |
1831. |
|
|
Gouverneur-Generaal in Rade, ter beteugeling en bestraffing van feitelijke gewelddadigheden van den 16/17den Maart, 1830 (Gouv.-Blad van dat jaar, No. 2). |
No. 2. |
Betrekkelijk de vervolgingen in materie van Belasting. |
No. 3. |
Houdende invoering van een Algemeen Reglement op de Scheepvaart en het in- en uitklaren der schepen in de Kolonie Suriname. |
No. 4. |
Bepalingen omtrent het Regterlijk Domicilie der Ingezetenen van Suriname. |
No. 5. |
Bepalingen, ten einde de verschijning in Regten van door het Publiek Ministerie gerequireerde getuigen te verzekeren. |
No. 6. |
Houdende alteratie in Art. 17 der Publicatie van Gouv.-Gen, in Rade, d.d. 5/6 Dec., 1828 (Gouv.-Bl., No. 23), en in Art. 6 der Publicatie van Gout.-Gen- in Rade, d.d. 21/28 Dec, 1830 (Gouv.-Bl., No. 17). |
No. 7. |
Het promulgeren van eenige Artikelen der Instructie voor den Inspecteur van de Bruggen, Straten, Wegen en Waterwerken te Paramaribo, en voor den Directeur van's Lands Grond Boniface. |
No. 8. |
Houdende, met alteratie van Art. 10 der Publicatie van 19/25 November, 1828, voorzieningen tegen het opstapelen van goederen op 's Heeren wegen en straten. |
No. 9. |
Bepalingen ten aanzien van het afgeven van Wissels door de Particuliere W.I. Bank te Suriname. |
No. 10. |
Bekendmaking van 's Konings tevredenheid aan de goede Ingezetenen dezer Kolonie, voor de Bijdragen voor Vorst en Vaderland. |
No. 11. |
Waarbij de Regtbank van Kleine Zaken te Suriname |
| |
| |
Jaar en doorloopend Nommer. |
KORTE INHOUD. |
1831. |
|
|
wordt bevoegd verklaard, om kennis te nemen van alle misdrijven en overtredingen tegen de bestaande Reglementen op binnenlandsch- en buitenlandsch Alarm. |
No. 12. |
Interpretatie van Art. 31 der Publicatie van 7/15 Sept., 1830, en intrekking van Art 39 derzelve, voor zooverre de Slaven betreft. |
No. 13. |
Invoering van het Reglement op het Burgerregt in de N.W.I. Koloniën. |
No. 14. |
Bepalende den termijn tot het doen der inschrijving in het Burgerregister, overeenkomstig Art. 5 van het Reglement op het Burgerregt in de N.W.I. Koloniën; houdende wijders voorschriften wegens de te dien einde te doen aangiften. |
No. 15. |
Vaststelling der Leges en Emolumenten, welke verschuldigd zullen zijn voor het inschrijven in de Burgerregisters, en voor de Brieven van Admissie, in forma te verleenen. |
No. 16. |
Waarbij wordt verklaard, dat het Kortregt, bij Art. 15 van het Reglement op het houden der Venduën aan de Vendumeesters toegekend, mede van toepassing is op onroerende goederen. |
No. 17. |
Houdende maatregelen tot afwering van de Cholera Morbus. |
No. 18. |
Kennisgeving, dat, uit hoofde der ongesteldheid van den Gouverneur-Generaal, de Procureur-Generaal provisioneel met Hoogstdeszelfs functiën is belast geworden. |
No. 19. |
Kennisgeving van de aanvaarding van het Gouvernement-Generaal a.i. der N.W.I. Bezittingen door den Procureur-Generaal der N.W.I. Bezittingen. |
| |
| |
Jaar en doorloopend Nommer. |
KORTE INHOUD. |
1832. |
|
No. 1. |
Houdende bepalingen ten aanzien der heffing van het Uitgaande Regt op de Suiker, met 1 Maart aanstaande. |
No. 2. |
Houdende invoering van het Reglement op de Manumissie van Slaven in de N.W.I. Bezittingen, goedgekeurd bij Z.N. Besluit van den 23sten October, 1831, No. 83. |
No. 3. |
Regelende de, volgens Art. 15, § 1, van het Reglement op de Manumissie, hij het verzoeken van Brieven van Manumissie, in de Generale Geldkamer te storten som, alsmede den vorm van den te stellen personelen horgtogt. |
No. 4. |
Houdende bepaling der Loodsgelden voor het naar buiten loodsen van schepen uit de rivier Suriname naar Zee. |
No. 5. |
Houdende ampliatie op Art. 68 van de Publicatie, betrekkelijk het heffen der Belasting op de Erfvolgingen, d.d. 1/11 Junij, 1830 (Gouv.-Bl., No. 9). |
No. 6. |
Waarbij het Besluit van Z.M., d.d. 6 Maart, 1832, No. 67, houdende benoeming van Mr. E.L. Baron van Heeckeren tot Gouverneur-Generaal der N.W.I. Bezittingen, enz. enz., ter kennisse van de Ingezetenen wordt gebragt. |
No. 7. |
Houdende invoering van het door Z.M. vastgestelde Reglement op de Militaire Regtspleging bij de Landmagt in de N.W.I. Bezittingen. |
No. 8. |
Strekkende ter vereenvoudiging van de Regtspleging, ten aanzien van de misdrijven, bekend onder den naam van feitelijke gewelddadigheden, waartegen voorzien |
| |
| |
Jaar en doorloopend Nommer. |
KORTE INHOUD. |
1832. |
|
|
is bij Publicatie vin 16/17 Maart, 1830 (Gouvernements-Blad, No. 2). |
No. 9. |
Houdende invoering van een Register, bestemd, om in hetzelve in te schrijven den overgang van onroerende goederen, bij erfenis of vermaking bij uitersten wil. |
No. 10. |
Houdende strafbepalingen tegen verbale injuriën, burengerucht en schennis van het Huisregt. |
No. 11. |
Houdende instelling van een Gezondheids-Bestuur voor de Kolonie Suriname, mitsgaders eenige maatregelen voor het geval, dat de Cholera Morbus, of Aziatische Braakloop, zich in dezelve mogte openbaren. |
No. 12. |
Houdende tijdelijke opschorting van eenige bepalingen in het Reglement op de Scheepvaart en het in- en uitklaren der schepen in de Kolonie Suriname. |
No. 13. |
Houdende invoering van een nieuw Reglement op het beleid der Regering in de Kolonie Suriname. |
No. 14. |
Houdende bepalingen en voorschriften, voortvloeijende uit, en in verband staande met het met 1o. Januarij, 1833, in te voerene Regerings-Reglement voor Suriname, en overbrenging van sommige takken van Administratie en van Commissiën op de daarin vermelde Authoriteiten en Ambtenaren. |
No. 15. |
Houdende voorschriften in het houden van Jaws-hospitalen en die voor kraamvrouwen. |
No. 16 |
Houdende eenige voorzieningen omtrent de oproepingen tot den Schutterlijken dienst, Vrijstellingen en Contributiën voor Ao. 1833. |
No. 17. |
Betrekkelijk het afgeven van Gezondheidspassen in het |
| |
| |
Jaar en doorloopend Nommer. |
KORTE INHOUD. |
1832. |
|
|
Beneden-District Nickerie, en afteekening derzelve te Post Nassau. |
|
|
1833. |
|
No. 1. |
Houdende maatregelen ter versterking de Schutterij aan Paramaribo. |
No. 2. |
Houdende wijziging der bepalingen, om vrij van Zegel en Leges te procederen, vastgesteld bij Publicatie van Gouverneur-Generaal in Rade, d.d. 2 September, 1828 (Gouvernements-Blad, No. 10). |
No. 3. |
Houdende wijziging in de, bij Publicatie van 11 April, 1829 (Gouvernements-Blad van dat jaar, No. 8), daargestelde voorziening over het beheer van Plantaadjes, in geval van verschillen tusschen medebeheerders, waardoor de publieke rust zou kunnen gevaar loopen. |
No. 4. |
Houdende, ter bestrijding der Griffiekosten, toekenning van een Emolument voor het opmaken van alle Civile vonnissen, gewezen door de Commissie uit het Geregtshof voor de Kleine Zaken. |
No. 5. |
Houdende wijziging van Art, 45, 46, 47, 48, 49 en 50 der Publicatie van Gonverneur-Generaal in Rade, d.d. 19/25 Nov., 1828 (Gouvernement-Blad van dat jaar, No. 17), ten gevolge van welke wijziging de bij de aangehaalde Art. aan den Eersten Wethouder opgedragene werkzaamheden overgaan op den Procureur-Generaal. |
No. 6. |
Houdende wijziging van Art. 27 der Publicatie van Gouverneur-Generaal in Rade, d.d. 19/25 Nov. 1828 |
| |
| |
Jaar en doorloopend Nommer. |
KORTE INHOUD. |
1833. |
|
|
(Gouvernements-Blad van dat jaar, No. 18), ten gevolge van welke wijziging de bij dat Art. aan den Tweeden Wethouder opgedragene werkzaamheden overgaan op den Administrateur van Financiën. |
No. 7. |
Houdende ampliatie van het Reglement op het houden der Venduën in de Kolonie Suriname. |
No. 8. |
Betrekkelijk de algemeene taxatie van de Huurwaarde van alle Huizen en Gebouwen, gelegen binnen Paramaribo en deszelfs omtrek, eenen aanvang moetende nemen met 15 April, 1833, en in de maand Mei daaraanvolgende moetende afloopen. |
No. 9 |
Houdende bepalingen wegens het niet meer mogen behouwen van tot dusverre onbebouwd liggende erven in de stad Paramaribo, zonder daartoe vergunning van den Gouverneur-Generaal te hebben verkregen. |
No. 10. |
Houdende promulgatie van sommige Artikelen uit de, bij Z.M. Besluit van 36 Febr., 1833, No. 104, gearresteerde Instructiën voor het Geregtshof en voor den Procureur-Generaal der Kolonie Suriname. |
No. 11. |
Waarbij in werking gebragt wordt Art. 30 van het Reglement op het beleid der Regering, voor de Kolonie Suriname gearresteerd. |
No. 12. |
Houdende bepaling, dat de dag van den 18den Junij in dit jaar niet Godsdienstig zal gevierd worden, maar dat daarentegen op Zondag, den 16den Junij, 1833, een Algemeene Dank- en Bededag tal worden gehouden. |
No. 13. |
Houdende, met wijziging van de Art. 138, 139, 141 en 142 van het Reglement op de Schutterij, bepalingen |
| |
| |
Jaar en doorloopend Nommer. |
KORTE INHOUD. |
1833. |
|
|
omtrent het geven van verlof aan de leden der Schutterij, welke zich voor eenen tijd van Parimaribo wenschen te verwijderen. |
No. 14. |
Houdende vergunning, om de Huizen en Gebouwen, gelegen aan de westzijde van de Rust- en Vredestraat, met singels te dekken. |
No. 15. |
Waarbij de Pontvrachten, te rekenen van 1o. Januarij, 1834, weder worden bepaald op f 10 per dag, totdat deswege nader worde beschikt. |
No. 16. |
Houdende provisionele buitenwerkingstelling van het houden van Quarantaine, en provisionele wijziging van het Reglement op de Scheepvaart. |
|
|
1834. |
|
No. 1. |
Houdende, met wijziging van Art. 18 der Publicatie van ⅚ December, 1828, nadere voorzieningen tegen het schuilhouden van weggeloopene Slaven. |
No. 2. |
Houdende, met wijziging van Art. 20 der Publicatie van ⅚ December, 1828, en van Art. 2 der Publicatie van 30 Oct./11 Nov., 1829, nadere bepalingen omtrent de berekeningen van premiën, verschuldigd door Eigenaren van weglooper-Slaven. |
No. 3. |
Bepalende, dat de waarde der Katoen, Koffij en Cacao, te beginnen met 1 April, 1834, even als die voor de Suiker, door eene Commissie elke 3 maanden zal worden geregeld, om daarnaar de Uitgaande Regten te berekenen. |
No. 4. |
Houdende wijziging van Art. 1 en aanvulling van Art. |
| |
| |
Jaar en doorloopend Nommer. |
KORTE INHOUD. |
1834. |
|
|
55 van het Reglement op het beleid der Regering in de Kolonie Suriname. |
No. 5. |
Houdende betuiging aan de Ingezetenen van Suriname van 's Konings tevredenheid over hun in het gepasseerde jaar gehouden gedrag. |
No. 6. |
Houdende bepaling, dat de dag van den 18den Junij in dit jaar niet Godsdienstig gevierd zal worden, maar dat daarentegen op Zondag, den 22sten Junij, 1834, een Algemeene Dank- en Bededag in de Kolonie Suriname zal worden gehouden. |
No. 7. |
Houdende eene ampliatie op Art. 28 der Publicatie van 7/15 Sept., 1830 (Gouvernements-Blad, No. 13). |
No. 8. |
Waarbij de Publicatie van 22/23 Mei, 1832 (Gouvernements-Blad, No. 8), buiten werking wordt gesteld. |
No. 9. |
Houdende eene alteratie van het tweede lid van Art. 41 van het Reglement op het Havenen, gearresteerd bij Publicatie van 7 October, 1828 (Gouvernements-Blad, No. 14). |
No. 10. |
Houdende eene explicatie op de Zegel-Ordonnantie. |
No. 11. |
Strekkende, om Art. 29 der Publicatie van 4 Dec., 1829, houdende invoering van eene nieuwe Ordonnantie op het Patentregt, in overeenstemming te brengen met Art. 2, § d van het Reglement omtrent het Burgerregt, gearresteerd bij Publicatie van 29 Julij, 1831. |
No. 12. |
Houdende voorzieningen ten aanzien van de Registers van den Burgerlijken Stand in de Kolonie Suriname. |
| |
| |
Jaar en doorloopend Nommer. |
KORTE INHOUD. |
1834. |
|
No. 13. |
Houdende provisionele vrijstelling van den uitroer van Houtwaren uit de Kolonie Suriname, zonder dat daarvan eenige Uitgaande Regten zullen verschuldigd zijn. |
No. 14. |
Houdende verordeningen, strekkende, om de onderlinge gemeenschap tusschen de onderscheidene N.W.I. Bezittingen te bevorderen. |
|
|