Zoo is het, dat Wij goedgevonden hebben en verstaan, van deze goedgunstige gezindheid onzes geliefden en geëerbiedigden Konings, door deze onze Afkondiging, openlijk te doen blijken, niet twijfelende of derzelver inhoud zal voor allen, aan wie deze gerigt is, eene ruime en blijde belooning zijn voor de moeijelijkheden en opofferingen, welke zij zich in het evengemelde tijdperk wel hebben willen getroosten, en voor hen alle tevens ten spoorslag verstrekken, om de zaak van Koning en Vaderland steeds manmoedig voor te staan, es aan het welzijn dezer Volkplanting, elk in zijnen kring, met verdubbelden ijver werkzaam te zijn.
En opdat niemand hiervan eenige onwetendheid voorwende, zal deze op de gebruikelijke wijze worden gepubliceerd, en in het Gouvernements-Blad geïnsereerd.
Aldus gearresteerd alhier aan Paramaribo, den 28sten Mei, 1834, het eenentwintigste jaar van Zijner Majesteits Regering.
E.L. van HEEGKEREN.
Ter Ordonnantie van Zijne Excellentie,
De Gouvernements-Secretaris,
G.A. van der MEE.
Gepubliceerd aan Paramaribo, te zelfden dage.
De Gouvernements-Secretaris,
G.A. van der MEE.