Surinaamsche Almanak voor het Jaar 1835

[p. 167]

Publicatie.

Houdende bepalingen wegens het niet meer mogen bebouwen, van tot dusverre onbebouwd liggende erven in de stad Paramaribo, zonder daartoe vergunning van den Gouverneur-Generaal te hebben verkregen.

IN NAAM DES KONINGS.

DE GOUVERNEUR-GENERAAL DER NEDERLANDSCHE WESTINDISCHE BEZITTINGEN.

Allen, die deze zullen zien of hooren lezen, Salut! doet te weten:

In overweging genomen hebbende, dat het voor de veiligheid der stad Paramaribo nuttig moet worden geacht, dat, ten minste in sommige gedeelten der stad, niet al de erven, die thans nog onbebouwd liggen, weder bebouwd worden:

Zoo is het, dat Wij, den Kolonialen Raad gehoord, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

[p. 168]

Art. 1.

Het zal aan niemand vrijstaan, om op eenig erf aan de stad Paramaribo, hetwelk thans nog onbebouwd ligt, eenig getimmerte of opstal op te rigten, zonder daartoe vooraf de toestemming van den Gouverneur-Generaal te hebben verkregen; waartoe de belanghebbenden zich bij requeste aan den Gouverneur-Generaal zullen hebben te adresseren.

Art. 2.

De Gouverneur-Generaal zal echter zoodanige vergunning nimmer mogen weigeren, dan alleen tegen eene billijke schadeloosstelling voor den eigenaar; ter regeling van welke schadeloosstelling benoemd zullen worden taxateurs en priseurs, en wel een door den eigenaar en een door den Administrateur van Financiën; welke beide taxateurs en priseurs zich eenen derden zullen toevoegen; terwijl, in geval van verschil tusschen hen beide over de keuze van eenen derden, dezelve door den Gouverneur-Generaal zal worden benoemd.

Art. 3.

Wanneer iemand, zonder zoodanige vergunning verkregen te hebben, eenig getimmerte of opstal op een nog onbebouwd erf mogt hebben opgerigt of doen oprigten, zal hetzelve van wege het openbaar gezag te zijnen koste worden geamoveerd.

En wordt de Procureur-Generaal met de handhaving dezer belast.

En opdat niemand hiervan eenige onwetendheid

[p. 169]

voorwende, zal deze op de gebruikelijke wijze worden gepubliceerd, en in het Gouvernements-Blad geïnsereerd.

Aldus gearresteerd alhier aan Paramaribo, den Elfden Mei, Achttien Honderd Drie en Dertig, het twintigste jaar van Zijner Majesteits Regering.

E.L. van HEECKEREN.

Ter Ordonnantie van Zijne Excellentie,

De Gouvernements-Secretaris,

G.A. van der MEE.

Gepubliceerd alhier aan Paramaribo, te zelfden dage.

De Gouvernements-Secretaris,

G.A. van der MEE.