| |
| |
| |
Publicatie.
Houdende wijziging der bepalingen, om vrij van Zegel en Leges te procederen, vastgesteld bij Publicatie van Gouverneur-Generaal in Rade, dd. 2 September, 1828 (Gouvernements-Blad, No. 10).
IN NAAM DES KONINGS.
DE GOUVERNEUR-GENERAAL DER NEDERLANDSCHE WESTINDISCHE BEZITTINGEN.
Allen, die deze zullen zien of hooren lezen, Salut! doet te weten:
In overweging genomen hebbende, dat de met hel begin dezes jaars tot stand gebragte vereenvoudiging in het Koloniaal Bestuur eenige wijziging noodzakelijk maakt in de Publicatie van den Gouverneur-Generaal in Rade, dd. 2 September, 1828 (Gouvernements-Blad van dat jaar, No. 10), houdende bepalingen, hoedanig te handelen bij het doen van
| |
| |
verzoeken, om vrij van Zegel en Leges te mogen procederen:
Zoo is het, dat Wij, den Kolonialen Raad gehoord hebbende, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
| |
Art. 1.
De aan het Geregtshof, of aan de Commissie uit hetzelve tot de Kleine Zaken, in te dienen requesten, om te hebben appointement, om pro deo te mogen procederen, zullen voortaan niet meer moeten vergezeld gaan van brieven van voorschrijving; maar zullen de belanghebbenden bij dezelve requesten moeten overleggen een bewijs van hun onvermogen, gratis af te geven door de Wijkmeesters der Wijk, waarin de verzoekers woonachtig zijn, of buiten Paramaribo door de Burger-Kapiteins der Divisiën; wordende diensvolgens Art. 3 en 4 der evengemelde Publicatie ingetrokken en buiten effect gesteld, en door de tegenwoordige Wetsbepaling vervangen.
| |
Art. 2.
De Wijkmeesters, of de Burger-Kapiteins, zullen zoodanig bewijs van onvermogen niet vermogen af te geven, dan nadat hun alvorens door eene ongezegelde schriftelijke verklaring van vier te goeder naam en faam staande en in het Burgerregister der Kolonie Suriname ingeschrevene en aan hen bekende personen van de wezenlijke armoede der verzoekers zal zijn gebleken, welke verklaring almede ten requeste moet worden overgelegd; zullende het Geregtshof en
| |
| |
de Commissie uit hetzelve tot de Kleine Zaken op de te voorschreven einde ingediende requesten geen regard mogen slaan, wanneer dezelve niet gemuniëerd zijn met de in het tegenwoordige en in het voorgaande Artikel vermelde bijlagen.
| |
Art. 3.
De Armbesturen en de Kerkbesturen zullen, ter verkrijging der schriftelijke autorisatie, welke zij bij het voeren van eenig regtsgeding, ingevolge Art. 7 der meergemelde Publicatie, verpligt zijn over te leggen, zich per request, vrij van Zegel en Leges, moeten vervoegen bij den Gouverneur-Generaal.
| |
Art. 4.
In de bij Art. 8 derzelfde Publicatie opgenoemde gevallen zal het daarbij bedoelde schriftelijk bewijs van onvermogen insgelijks door de Wijkmeesters der Wijk, waarin de belanghebbenden woonachtig zijn, of, buiten Paramaribo, door de Burger-Kapiteins der Divisiën, worden afgegeven, mits met inachtneming der bepalingen, hierboven voorkomende in Art. 3.
| |
Art. 5.
Voor zooverre door de tegenwoordige Wet aan de Publicatie van Gouverneur-Generaal in Rade, dd. 2 September, 1828 (Gouvernements-Blad, No. 10), geene alteratie is toegebragt, blijft dezelve bij voortduring van kracht.
En opdat niemand hiervan eenige onwetendheid voorwende, zal deze op de gebruikelijke wijze worden gepubliceerd, en in het Gouvernements-Blad geïnsereerd.
| |
| |
Aldus gearresteerd aan Paramaribo, den 17den Januarij, 1833, het twintigste jaar van Zijner Majesteits Regering.
E.L. van HEECKEREN.
Ter Ordonnantie van Zijne Excellentie,
De Gouvernements-Secretaris,
G.A. van der MEE.
Gepubliceerd aan Paramaribo, den 18den daaraanvolgende.
De Gouvernements-Secretaris,
G.A. van der MEE.
|
|