Surinaamsche Almanak voor het Jaar 1833

[p. 175]

Publicatie.

Houdende bepaling der Loodsgelden voor het naar buiten loodsen van schepen uit de Rivier Suriname naar Zee.

DE GOUVERNEUR-GENERAAL, ad int., IN RADE.

Allen, die deze zullen zien of hooren lezen, Salut! doet te weten:

Alzoo Wij in aanmerking hebben genomen, dat de Publicatie van 22/23 December, 1829 (Gouvernements-Blad van dat jaar, N^o. 23), houdende bepaling der Loodsgelden, eeniglijk betrekking heeft op het binnen-loodsen van schepen in de Rivier Suriname.

Willende eveneens voorzien in de berekening der Loodsgelden voor het naar buiten loodsen van schepen uit de Rivier Suriname naar Zee:

Zoo is het, dat Wij hebben goedgevonden en verstaan, te bepalen en vast te stellen, zoo als geschiedt bij deze, dat, voor het naar buiten loodsen van schepen uit de Rivier Suriname naar Zee, zal verschuldigd zijn de helft van het Loodsgeld, bij de aangehaalde Publicatie van 22/23 December, 1829, voor het binnen-loodsen vastgesteld; terwijl voorts de Loods, even als voor het binnen-loodsen, zoo ook

[p. 176]

voor het naar buiten loodsen, zal mogen in rekening brengen een daggeld van vijf Gulden (f5), te rekenen van en met den tweeden dag, dat hij aan boord gekomen en aldaar gehouden is.

En opdat niemand hiervan eenige onwetendheid voorwende, zal deze op de gebruikelijke wijze worden gepubliceerd en in het Gouvernements-Blad geïnsereerd.

Aldus gearresteerd in de Raadsvergadering, gehouden alhier aan Paramaribo, den 27^sten Maart, 1832, het negentiende jaar van Zijner Majesteits Regering.

E.L. van HEECKEREN.

Ter Ordonnantie van den Gouverneur-Generaal, ad int., in Rade,

De Algemeene Secretaris,

G.A. van der MEE.

Gepubliceerd aan Paramaribo, den 9^den April, daaraanvolgende.

De Algemeene Secretaris,

G.A. van der MEE.