den Nederlandschen Leeuw, Gouverneur-Generaal der Nederlandsche W.I. Bezittingen, te verhooren.
Alzoo na het overlijden van genoemden Gouverneur-Generaal geene geheime Missive of Lastbrief des Konings is gevonden, beschikkende over het Gouvernement-Generaal.
En Wij alzoo, krachtens Art. 36 van het Reglement op het Beleid der Regering voor de Nederlandsche W.I. Bezittingen, geregtigd en verpligt zijn, om, als oudste Lid van den Hoogen Raad, in afwachting der nadere beschikking van Zijne Majesteit, het Gouvernement-Generaal, ad interim, op Ons te nemen.
Zoo is het, dat Wij op heden, in overeenstemming met het aangehaalde 36ste Art. van het Reglement op het Beleid der Regering voor de Nederlandsche W.I. Bezittingen, in eene gecombineerde Vergadering van den Hoogen Raad en van het Gemeente-Bestuur te Suriname, de functiën van Gouverneur-Generaal, ad interim, over de Nederlandsche W.I. Bezittingen op Ons genomen, en den daartoe staanden Eed hebben afgelegd in handen van het op Ons volgende oudste Lid van den Hoogen Raad.
En opdat niemand van deze onze aanvaarding van het Gouvernement-Generaal, ad interim, over de Nederlandsche W.I. Bezittingen eenige onwetendheid zoude kunnen voorwenden, en alle hoogere en lagere Authoriteiten en verdere Ingezetenen zich daarnaar zouden kunnen gedragen: