Surinaamsche Almanak voor het Jaar 1832
(1831)– [tijdschrift] Surinaamsche Almanak– Auteursrechtvrij
[pagina 245]
| |
[pagina 247]
| |
Beschrijving van den houtgrond De vier kinderen.De Houtgrond De Vier Kinderen is een der aanzienlijkste in de Divisie Para, en ligt aan de Tawaycoera-kreek, op eenen afstand van twaalf uren of twee getijden waters van Paramaribo. Op een vierde uur gaans van den Houtgrond La Prospérité, dewelke lager en wel aan de Para-kreek gelegen is, nadert men een lommerrijk, gedeeltelijk staand-, gedeeltelijk kreupelbosch, hetwelk langs slingerpaden naar den eerstgemelden Houtgrond leidt, aan welks einde het oog van den wandelaar aangenaam wordt verrast. Men bevindt zich alsdan op eenmaal in het midden van eene zeer uitgestrekte weide, omgeven van zware bosschen. Op eenen vrij verren afstand vertoonen zich, amphitheaterswijze, de huizingen, staande op het voorland van den Houtgrond De Vier Kinderen. Het is, vooral in den kleinen regentijd (December en Januarij), dat deze landstreek, zoo als geheel het District Para, zich schilderachtig voordoet; het terrein hier en daar heuvelachtig zijnde, staan de laagten of lagere gedeelten gronds alsdan onder water, waardoor de anders smalle Tawaycoera-kreek | |
[pagina 248]
| |
eene aanmerkelijke breedte verkrijgt; ginds en elders vormen zich waterkommen en kronkelende beken, in welke de voorwerpen zich spiegelen, en die daardoor het landschap de meestmogelijke bevalligheid bijzetten. In het drooge saizoen is de communicatie met de andere, op grooteren afstand gelegene, Houtgronden, te land, gemakkelijk; in de regentijden bedient men zich van zoogenoemde pontjes of platbodemde schuitjes, met welke men, onder de lommer der bosschen, die de wederzijdsche oevers bezoomen, deze watertogtjes snel aflegt. De gebouwen, op het plaatje voorgesteld, zijn de woning van den Directeur, met derzelver overdekte galerij; aan de regterzijde de woning van den Blank-Officier; vervolgens de menagerie van pluimgedierte; lager, buiten den omtrek van de heining, het schapen- en varkenshok; ter linkerzijde van het woonhuis vertoont zich, op eenen verderen afstand en op eenen heuvel, de timmer- en houtloods, en, nog meer in het verschiet, het booten - of schuitenhuis. De Tawaycoera-kreek geleidt, onder de digte schaduw der bosschen, naar de Houtgronden Vreeland en Indigoveld; meer voorwaarts ziet men, op het plaatje, eenig geboomte, zoo als zulks, in den regentijd, gedeeltelijk onder water zijnde, zich voordoet. Op den voorgrond ziet men eenen Cottontree, of zijdekatoenhoom, met deszelfs wijduitgestrekte takken en breede sporen. |
|