Surinaamsche Almanak voor het Jaar 1831

[p. 161]

Publicatie.

Houdende Bepaling der Loodsgelden, welke voor het binnenloodsen van Schepen in de rivier Suriname mogen worden berekend.

DE GOUVERNEUR-GENERAAL IN RADE.

Allen, die deze zullen zien of hooren lezen, Sabut! doet te weten:

Alzoo in de Publicatie van 23/30 December, 1828, bij welke de Tarieven van Leges en Emolumenten voor de Kolonie Suriname zijn vastgesteld, niet zijn opgenomen de Loodsgelden, welke voor het binnenloodsen van Schepen in de rivier Suriname mogen worden berekend.

Zoo is het, dat Wij, daarin willende voorzien, met ampliatie van voornoemde Publicatie, hebben bepaald, zoo als bepaald wordt bij dezen: dat de Loodsgelden, verschuldigd voor binnengeloodst wordende Schepen, die tien voeten of minder diep gaan, zullen bedragen vijftien Gulden (f 15), en voor elken voet boven de tien voeten, nog vijf Gulden boven-

[p. 162]

dien; zullende, bij de berekening daarvan, een gedeelte van een' voet voor eenen geheelen gerekend worden, en wijders, dat de Loods voor elken dag, te rekenen van en met den tweeden dag, dat hij aan boord gekomen en aldaar gehouden is, zal mogen in rekening brengen vijf Gulden (f 5) per dag.

En opdat niemand hiervan eenige onwetendheid voorwende, zal deze op de gebruikelijke wijze worden gepubliceerd, en in het Gouvernements-Blad geïnsereerd.

Aldus gearresteerd in de Raadsvergadering, gehouden alhier aan Paramaribo, den 22^sten December des jaars 1829, het zeventiende van Zijner Majesteits Regering.

CANTZ'LAAR.

Ter Ordonnantie van den Gouverneur-Generaal in Rade,

De Algemeene Secretaris,

G.A. van der MEE.

Gepubliceerd aan Faramaribo, den 23sten daaraanvolgende.

De Algemeene Secretaris,

G.A. van der MEE.