Surinaamsche Almanak voor het Jaar 1830

[p. 245]

Publicatie.

Houdende bepaling van eenen termijn, binnen welken de thans circulerende Bankbiljetten der Nederlandsche Maatschappij ter begunstiging van de Volksvlijt, te Brussel, alhier zullen moeten worden ingewisseld, en van hetgene daarmede in verband staat.

IN NAAM DES KONINGS.

DE GOUVERNEUR-GENERAAL DER NEDERLANDSCHE WESTINDISCHE BEZITTINGEN.

Allen, die deze zullen zien of hooren lezen, Salut! doet te weten:

Herzien de Publicatie van den Gouverneur-Generaal in Rade van heden, betrekkelijk het als koloniale munt gangbaar verklaren der Biljetten van de Particuliere te Suriname gevestigde Bank, en de inwisseling der tot dusverre in omloop zijnde Biljetten der Brusselsche Maatschappij ter begunstiging van de Volksvlijt.

In aanmerking nemende, dat de werkzaamheden der Particuliere Bank voorm^d. zich mede uitstrekken tot het escompteren van Wissels, en er alzoo geene redenen meer bestaan, om eenige der bestaande Belastingen in Wissels te doen betalen, of daarvoor Wissels aan te nemen.

[p. 246]

Heeft goedgevonden en verstaan, te bepalen en vast te stellen, zoo als geschiedt bij dezen:

Art. 1.

Te beginnen met den 1^sten Julij aanstaande, en vervolgens, zullen op de Lands-Kantoren geene Wissels in betaling van eenige Lands-Lasten of Belastingen mogen worden aangenomen, neenmaar alle Belastingen in de in de Kolonie gangbaar zijnde munt moeten worden voldaan.

Art. 2.

De tot dusverre als koloniale munt gangbaar zijnde Biljetten der Brusselsche Maatschappij ter begunstiging van de Volksvlijt zullen, te beginnen na den laatsten Augustus aanstaande, en vervolgens, niet meer zijn, en niet meer beschouwd worden kunnen als gangbare koloniale munt; wordende dezelve, te beginnen na den laatsten Augustus voorn^d., als koloniale munt afgeschaft; zoodat na voorsz. tijdstip niemand meer in de verpligting zijn zal, dezelve in betaling aan te nemen.

Art. 3.

Eveneens zullen na den laatsten Augustus aanstaande, op geen der Lands-Kantoren eenige Biljetten der Brusselsche Maatschappij ter begunstiging van de Volksvlijt vermogen aangenomen te worden; neenmaar zullen alsdan alle betalingen aan de Lands-Kantoren in de nieuwe gangbaar verklaarde Biljetten der Particuliere Bank alhier, of in klinkende Nederlandsche munt, moeten plaats hebben.

[p. 247]

Art. 4.

Te beginnen met den 1^sten Julij aanstaande, en vervolgens, zullen op de Lands-Kantoren geene betalingen, hetzij aan Ambtenaren, hetzij aan Leveranciers of andere particuliere personen, vermogen te geschieden, dan alleen in Biljetten der Particuliere Surinaamsche Bank, of, wanneer zulks mogt aanwezig zijn, in klinkende Nederlandsche munt.

Art. 5.

Behalve de, door de in bovenstaand 3^de Art. voorkomende bepaling, aan het publiek gegevene gelegenheid, om de Biljetten der Brusselsche Maatschappij tot en met den laatsten Augustus aanstaande aan de Lands-Kantoren in betaling te kunnen geven, zal, te beginnen met den 1^sten Julij aanstaande, bij de Administratie der Particuliere Surinaamsche Bank, gelegenheid gegeven worden aan het publiek, om de Biljetten der Brusselsche Maatschappij voorn^d. te kunnen inwisselen voor Biljetten der Surinaamsche Particuliere Bank; zullende het Lokaal alwaar, en de dagen en uren gedurende welke, deze inwisseling zal kunnen geschieden, van wege de Hoofd-Directie der Surinaamsche Bank, in de Nieuwspapieren der Kolonie worden bekend gemaakt.

En wordt alzoo het publiek uitgenoodigd, om van deze gelegenheid ter inwisseling gebruik te maken; alzoo, na verloop van voorsz. tijdstip, de Biljetten der Brusselsche Maatschappij meergemeld niet anders dan te Brussel zelf zullen kunnen worden ontvangen.

[p. 248]

Art. 6.

De verschillende Authoriteiten, en speciaal de Contrôleur-Generaal der Financiën, worden met de uitvoering der in de vorenstaande Artikelen voorkomende Verordeningen belast.

En opdat niemand hiervan onwetendheid zal kunnen voorwenden, gelasten en bevelen Wij, dat deze op de gebruikelijke wijze zal worden afgekondigd, en in het Gouvernements-Blad geïnsereerd; met invitatie aan den Raad-Kommissaris voor de Inlandsche Bevolking enz., om den inhoud dezer aan de zoogenoemde Boschnegers en Indianen bekend te maken, alsmede aan het Gemeente-Bestuur te Suriname, om de noodige maatregelen te nemen, ten einde aan bovenstaande Verordeningen, zoowel in de Rivieren als in de Districten Opper- en Neder-Nickerie, de noodige publiciteit te geven.

Aldus gearresteerd alhier aan Paramaribo, den 5^den Junij, 1829, het zeventiende jaar van Zijner Majesteits Regering.

De Gouverneur-Generaal voorn^d,

CANTZ'LAAR.

Ter Ordonnantie van Zijne Excellentie,

De Algemeene Secretaris,

G.A. van der MEE.

Gepubliceerd den 17den daaraanvolgende.

De Algemeene Secretaris,

G.A. van der MEE.