Surinaamsche Almanak voor het Jaar 1829

[p. 245]

In naam des konings.

De Gouverneur-Generaal van de Nederlandsche Westindische Bezittingen.

Allen, die deze zullen zien of hooren lezen, Salut! doen te weten:

Alzoo Wij belast zijn met de uitvoering van het besluit van Zijne Excellentie den Commissaris-Generaal van Zijne Majesteit den Koning voor 's Rijks Westindische Bezittingen, dd. 30 Julij d.j. N^o. 307, waarbij bepaald is een Reglement op de rangschikking der civiele ambtenaren in de Kolonie Suriname, met eenige algemeene bepalingen ten aanzien van de costumes en titulatures aan hen toegekend.

Gelet op het gemeld Reglement.

Zoo is het, dat Wij hebben goedgevonden en verstaan, hierbij kennelijk te maken:

1^o. Dat de Ambtenaren, die met de invoering der nieuwe orde van zaken in functie blijven of treden, in zeven klassen zijn verdeeld, en respectivelijk in de na te melden klassen gesteld zijn, als:

[p. 246]

In de eerste klasse:

De Procureur-Generaal.

De Contrôleur-Generaal.

De Raad-Commissaris van 's Rijks Domeinen.

De Raad-Commissaris van de inlandsche bevolking, het armwezen, het onderwijs en de kerkelijke zaken.

De Algemeene Secretaris.

De President van het Hof van Civiele en Crimineele Justitie.

In de tweede klasse:

De Leden van het Hof van Civiele en Crimineele Justitie.

De Griffier bij hetzelve Hof.

De President van het Gemeente-Bestuur.

De President van de Regtbank van kleine Zaken.

De Wethouders bij het Gemeente-Bestuur.

De Raden bij idem.

De Secretaris en Ontvanger bij idem.

De Leden van de Regtbank van kleine Zaken.

De Assessoren bij idem.

De Griffier bij idem.

In de derde klasse:

De Landdrosten.

De Boekhouder-Contrôleur.

De Algemeene Ontvanger.

[p. 247]

De Commissaris van Policie.

De Algemeene Magazijn-Meester.

De Stads Doctor.

De Registrateur van Slaven.

In de vierde klasse:

De Distributeur van het Zegel.

De Waagmeester.

De Wijkmeesters.

De Stads Chirurgijn.

De Stads Vroedmeester.

De Stads Havenmeester.

De Stads Bouwmeester.

De Opperbrandmeester.

In de vijfde klasse:

De Eerste Exploicteur.

De Eerste Assistenten.

De Eerste Kommiesen en Boekhouders.

De Gezworen Klerken.

De Hospitaal-Meester.

In de zesde klasse:

De Tweede Kommiesen op de onderscheidene Kantoren.

De Tweede Assistenten.

De Brandmeesters.

De Posthouders.

De Tweede en Derde Substitut-Exploicteurs.

[p. 248]

In de zevende klasse:

1^ste Rang.

De Deurwaarders bij de Regts-Collegiën.

De Luitenant van Policie.

De Klerken van den 1^sten Rang.

De Bijleggers.

2^de Rang.

De Klerken van den 2^den Rang.

De Assistent-Brandmeester.

De Kamerbewaarders.

De Directeuren der Lands- en Gouvernements-Slaven.

3^de Rang.

De Meter der sterke Dranken.

De Keurmeester van het Beestiaal.

De Cipier.

De Klerken van den 3^den Rang.

De Boden.

De Koper- en Blikslagers-Baas.

De Brandspuitmakers-Baas.

De Doodgraver.

2^o. Dat de Costumes zullen zijn als volgt:

a.	Voor de Leden van den Hoogen Raad, donker blaauw gekleede rok met goud galon, opstaanden kraag, en opslag der mouwen, ter breedte van vier Nederlandsche duimen, met vergulde knoopen en gekroonde W daarop; vergulde Staat-

[p. 249]

	sie-Degen aan Ceinturon gedragen; langwerpig opgetoomde hoed, met oranje kokarde, vergulde knoopen, lis daaraan; voorts wit onderkleed.
b.	Voor den President en de Leden van het Hof van Civiele en Crimineele Justitie: Op de teregtzittingen en Rollen: eene zwarte toga, zoo als bij de Hoven en arrondissements-Regtbanken in het Moederland gebruikelijk is, met eene breede geplooide professorale bef en eenen driekanten hoed. Buiten de teregtzittingen en Rollen: een zwartlakensch gekleede rok, zwart zijden ondergoed, driekante hoed en degen, met zilveren of stalen gevest.
c.	Voor den President, de Wethouders en de Leden van het Gemeente-Bestuur: roode rok, en verdere kleeding zoo als voor het voormalige Hof van Policie was bepaald.
d.	Voor den President en de Leden van de Regtbank van kleine Zaken: zwart lakensch gekleede rok, met zwart zijden ondergoed, driekante hoed en degen met zilveren of stalen gevest.
e.	Voor den Secretaris en de Griffiers van de sub a tot d opgenoemde Collegiën: dezelfde costumes, als voor de Presidenten en Leden derzelve respectivelijk is bepaald.
f.	Voor de Ambtenaren, begrepen in de 3^de, 4^de, 5^de en 6^de klassen, als volgt:

[p. 250]

Van de derde klasse: donkerblaauwe rok, met zilveren galon opstaanden kraag en opslagen der mouwen, ter breedte van 2 duimen 7 strepen Nederlandsch, met zilveren knoopen en gekroonde W. daarop; zilveren of stalen degen aan Ceinturon gedragen; langwerpig opgetoomde hoed, met oranje kokarde, zilveren knoop en lis daaraan; voorts wit ondergoed.

Van de vierde klasse: de galons 2 Nederlandsche duimen; van de vijfde klasse: de galons 1 duim 7 strepen; en van de zesde klasse: de galons 1 Nederlandsche duim; overigens in alles gelijk aan de derde klasse.

Dat zoodanige Ambtenaren, die Militaire Rangen hebben, den uniform daarvan mogen dragen.

De Titulaturen der onderscheidene Collegiën zijn bepaald als volgt:

a.	Voor den Hoogen Raad: EDEL GROOT ACHTBARE HEEREN.
b.	Voor het Hof van Civiele en Crimineele Justitie, mitsgaders voor de Regtbank van kleine Zaken: WELEDELE GESTRENGE HEEREN.
c.	Voor het Gemeente-Bestuur, den President en de Wethouderen: WELEDELE GESTRENGE HEEREN.

[p. 251]

en de Leden en den Secretaris: EDEL ACHTBARE HEEREN.

Dat elk Ambtenaar in functie in het costuum van zijnen rang moet verschijnen.

Dat het Ambtenaren, voor welke costumes bepaald zijn, zal vrijstaan, om buiten functie in costuum rok gekleed, ronden hoed met oranje kokarde, knoop en lis daaraan, en eenen pook of dolk te dragen.

Dat de Commiesen en Klerken een corps uitmaken, om, naar verkiezing van het Gouvernement, op de onderscheidene Kantoren geplaatst te kunnen worden.

En opdat niemand hiervan onwetend blijve, zal deze worden gepubliceerd en geaffigeerd, en voorts in het Gouvernements-blad worden geïnsereerd.

Aldus gedaan en geärresteerd te Paramaribo den 13^den Augustus 1800 acht en twintig, en van Zijner Majesteits Regering het vijftiende.

De Gouverneur-Generaal voornoemd,

CANTZ'LAAR.

Ter Ordonnantie van Zijne Excellentie,

De Algemeene Secretaris,

R. van REES. Az.