| |
| |
| |
BIJLAGE tot het gouvernements-blad van den jare 1828.
No. 5.
| |
Reglement voor de regtbank van kleine zaken.
1e hoofdstuk.
Artikel 1.
Alle civiele zaken, de som van f 300 niet te boven gaande, zullen worden gebragt ter cognitie van de Regtbank van kleine Zaken, zoo mede die van overtredingen, waarvan de straf, hetzij ten gevolge van bijzondere wetten en statuten, hetzij naar de algemeene regelen van het regt en den aard der aanklagte, niet te boven gaan zal eene boete van f 200, eene detentie van 10 dagen, en, wat Slaven betreft, 100 slagen.
| |
Art. 2.
De zamenstelling van de Regtbank van kleine Zaken zal bij de speciale Reglementen op het beleid der regering voor elke Kolonie afzonderlijk geregeld
| |
| |
worden; de publieke aanklagers bij deze Regtbank, en, bij ontstentenis, hunne plaatsvervangers, worden mede bij het Reglement op het beleid der Regering voor iedere Kolonie, in het bijzonder, aangewezen.
| |
Art. 3.
De President, de Leden en de publieke aanklager zullen elkander in den derden graad van Bloedverwantschap, of in den tweeden van Zwagerschap niet mogen bestaan; zullende echter, gedurende den diensttijd, opkomende Zwagerschap niet hinderlijk zijn.
| |
Art. 4.
De vonnissen bij de Regtbank van kleine Zaken worden bij meerderheid van stemmen gewezen; in geval van staking heeft de President eene beslissende stem; om vonnis te vellen, moeten altijd drie Leden, de President mede gerekend, tegenwoordig zijn.
| |
Art. 5.
Voor de Regtbank van kleine Zaken zullen geene Practizijns worden toegelaten; partijen zullen gehouden zijn, in persoon te kompareren, of, in geval van wettige verhindering, zich door eenen gemagtigde laten vertegenwoordigen.
| |
Art. 6.
Ingeval van oplegging eener boete zal de helft daarvan aan den publieken aanklager worden toegekend; de andere helft zal in eene afzonderlijke kas gestort worden, ter goedmaking van de onkosten der Regtbank.
| |
| |
In deze Kas worden ook gestort al de gelden, die de succombant gehouden is aan de Regtbank te betalen; de kosten der Procedures worden bij een speciaal Tarief geregeld.
| |
Art. 7.
In alle gevallen, welke voor compromis vatbaar zijn, en in welke beide partijen zich voor de Regtbank van kleine Zaken ter hunner keuze aanmelden, zal dezelve van hun geschil moeten kennis nemen, welke ook de aard van het betwiste voorwerp sij.
In die gevallen zal de Regtbank wijzen in het hoogste ressort, ten ware het tegendeel bedongen ware.
| |
Art. 8.
De bepalingen van het voorgaande Artikel zijn mede toepasselijk op alle gevallen, waarin partijen hunne verschillen aan de uitspraak van deze Regtbank, door twee, drie, of vier assessoren bijgestaan, daartoe te benoemen, of te designeren door het opperhoofd der Kolonie, zouden verlangen te onderwerpen, in welk geval ieder der assessoren geregtigd is, om van elk der partijen een presentie- of vacatiegeld van eenen gulden, per uur, te vorderen.
| |
Art. 9.
De Regtbank van kleine Zaken neemt ook kennis van alle regtsvorderingen tot betaling van Intressen, achterstallige renten en gedeelten van inschulden, zelfs, ingeval de hoofdsom f 300 bedraagt, wanneer de titel of het bestaan der rente niet betwist wordt.
| |
| |
| |
Art. 10.
Dezelve neemt insgelijks kennis, zonder hooger beroep, tot een beloop van f 150; en, behoudens hooger beroep, tot een onbepaald beloop.
Van regtsvorderingen tot vergoeding van schaden, hetzij door menschen, hetzij door dieren, toegebragt aan velden of oogsten.
Van herstel aan Huizen en Gebouwen, waartoe de Huurder mogt gehouden zijn.
Van betaling van arbeidsloon aan werklieden, gagiën of loonen van Plantagiebedienden, huren van dienstvolk, en het volbrengen van wederzijdsche overeenkomsten tusschen Meesters en hunne dienstboden of arbeidslieden.
| |
Art. 11.
Meergemelde Regtbank neemt, behoudens hooger beroep, kennis van de vorderingen tot ontruiming van Huizen, zonder onderscheid van het bedrag der huur, indien, na verloop van den huurtijd, de huurder, zonder regt, in het gehuurde zoude willen blijven.
Het vonnis zal, in dat geval, bij voorraad kunnen worden ten uitvoer gelegd, niettegenstaande hooger beroep of verzet.
| |
Art. 12.
Dezelve neemt mede kennis van de vorderingen tot ontbinding van de Huur van Huizen en gebouwen, ter zake van wanbetaling der huren, zonder hooger beroep, wanneer de jaarlijksche huur of pacht niet meer dan f 200 bedraagt.
| |
| |
| |
Art. 13.
Dezelfde Regtbank neemt kennis, behoudens hooger beroep, en zonder onderscheid van het beloop, van schaden, van verplaatsing van scheidingteekenen, van aanmatigingen van gronden, boomen, heggen, slooten, of andere afsluitingen, binnen 's jaars gepleegd.
Van de ondernemingen omtrent waterloopen tot het besproeijen van gronden strekkende, ook binnen 's jaars gepleegd, en van alle andere regtsvorderingen wegens bezitregt.
| |
Art. 14.
Aan de Leden van de Regtbank zal ieder jaar een vacantie-tijd worden toegestaan, naarmate van de plaatselijke aangelegenheden te regelen op voordragt van het Gemeente-Bestuur, goedgekeurd door den Gouverneur-Generaal.
De President van de Regtbank zal zorg dragen, dat gedurende de vacantie de zaken van de competentie van de Regtbank niet fluctueren, en zelf zich uit de hoofdplaats begevende, zich doen vervangen door één der Leden. |
|