Uit deze Tafel blijkt, vooreerst, dat men van de geestrijkheid eens vochts onkundig zijnde, zulks gemakkelijk door den Hygrometer kan ontdekken, waartoe men anders de achttien onderscheidene Bobbels met veel omslag gebruiken moet, en wederom daarna op het nummer in de doos moet plaatsen.
Ten tweede duiden deze Bobbels eene geringe geestrijkheid van een vocht niet aan. Alles, wat minder graden sterk is, wordt niet aangewezen; want dan drijven al de Bobbels. De Hygrometer daarentegen toont aan ook de geringste geestrijkheid, die het vocht bezit.
Ten derde, wanneer vocht geestrijker dan voorloop is, zoo wordt deze sterkte ook niet door de Bobbels aangewezen: - Bobbel 17, de ligtste, zakt, wanneer de spiritus op den Hygrometer 25 graden teekent: is de spiritus geestrijker, of de voorloop gerectificeerd, zoo blijft men hiervan bij de Bobbels onkundig, terwijl de Hygrometer tot 36 graden, zoo sterk, als de voorloop of alcohol door rectificatie kan gebragt worden, juist aantoont.
Indien men van gedachten mogt wezen, dat, daar de Bobbels zoo lang op de Suiker-Plantaadjes in gebruik zijn, men zeer wel den Hygrometer kan missen, zoo zal toch deze tafel dit nut hebben:
Dat men bij gebrek van Bobbels den Hygrometer kan gebruiken, daar op denzelven wordt aangewezen, welke Bobbel in graad van sterkte gelijk staat met dien graad, welken de Hygrometer aanduidt.
Wanneer men met de berekening van de geestrijkheid,