waken van de vrijheid van meningsuiting en, in samenhang daarmee, de persvrijheid.
In de hedendaagse Westerse wereld worden de vrijheid van meningsuiting en de persvrijheid als vanzelfsprekendheden beschouwd. Beide zijn verankerd in grondwetten, en staan niet ter discussie. Helaas wil dit geenszins zeggen dat zij in de Westerse wereld niet onder druk staan - de bedreiging van de vrijheid van meningsuiting en de persvrijheid heeft andere vormen aangenomen. Dit kan het eenvoudigste worden geïllustreerd aan de hand van het voorbeeld van Italië ten tijde van premier Silvio Berlusconi. Berlusconi probeerde hem onwelgevallige critici monddood te maken, niet door hen hun rechten te ontzeggen, maar door hen hun podia te ontnemen. Hij concentreerde zoveel mogelijk media - kranten, tijdschriften, televisiekanalen - binnen het conglomeraat van zijn bedrijven, en zorgde ervoor dat kritische geluiden niet werden toegelaten in ‘zijn’ media. Een criticus mocht zeggen wat hij of zij wilde, maar had nauwelijks nog podia om de kritiek te verspreiden. Al is Italië een extreem voorbeeld, in zekere zin voltrok en voltrekt wat zich daar gebeurde ook elders. Het blindelings vertrouwen op de werking van de markt, het bezuinigen op subsidies aan media heeft immers op termijn hetzelfde gevolg: een verschraling van het medialandschap. Steeds meer podia vallen weg; wat rest is een steeds eenvormiger pers waarin de ruimte om afwijkende meningen te uiten steeds beperkter wordt. Dit heeft ontegenzeggelijk invloed op de kwaliteit van het publieke debat en daarmee, uiteindelijk, op de kwaliteit van de democratie.
Steun voor diversiteit in de pers, voor een publiek debat, voor een open samenleving werd de laatste decennia ook uitgesproken vanuit - ten minste voor sommigen - onverwachte hoek, door achtereenvolgens de pausen Benedictus xv en Franciscus. Een levend geloof, een levende kerk, gedijt - zo is hun stellige overtuiging - het beste in een open samenleving, niet in een totalitair regime. Dit vergt van katholieken, zeker van katholieke intellectuelen, een houding van openheid: de bereidheid kennis te nemen van de opvattingen van anderen, open te staan voor hun argumenten, en - zonder de eigen overtuigingen te verloochenen - de discussie met anderen aan te gaan. Volgens paus Franciscus is het ronduit misplaatst zich terug te trekken in eigen bastions en zich te wentelen in het (al dan niet vermeende) eigen gelijk. Geven kerkelijke waardigheidsbekleders zich daaraan over, dan is dat in zijn ogen zelfs een vorm van ‘klerikalistisch machtsmisbruik’. Angst voor de niet-katholieke buitenwereld is gewoonweg verkeerd: zij dient met een open blik te worden bezien en verkend. Deze opvatting van de paus sluit overigens geheel aan bij de traditie van de Ignatiaanse spiritualiteit, die zich evenmin wil afkeren van de wereld, maar juist een houding van openheid naar de wereld voorstaat.