Architecture of Belief, waarin hij de fundamentele dynamiek van het menselijk handelen blootlegt op basis van de theorieën van Carl Gustav Jung en daarbij regelmatig inzichten binnenbrengt vanuit de neuropsychologie, de evolutionaire biologie, het existentialisme en opmerkelijk genoeg ook de Bijbelexegese.
In Maps of Meaning toont Peterson overtuigend aan dat alle oorspronkelijke mythes dezelfde basisstructuur vertonen. De bestaande orde wordt bedreigd door chaos, waarna een mythologische held opstaat om het gevecht tegen de chaos aan te gaan. Uit de confrontatie met chaos wordt uiteindelijk een nieuwe geëvolueerde orde geboren. In de klassieke jungiaanse traditie is orde gelijk aan het vaderlijke aspect of de cultuur, die zowel bevrijdend als tiranniek kan zijn. Chaos is dan weer de moeder of de natuur, die een enorm potentieel bevat, maar tegelijk ook verwoestende rampen kan veroorzaken. Elk verhaal dat de moeite waard is, vertoont volgens Peterson deze dynamiek. Zo begint hij bijvoorbeeld zijn colleges aan de Universiteit van Toronto, die overigens integraal op YouTube te zien zijn, met een zeer uitgebreide analyse van de Disneyfilm Pinokkio waarin hij dezelfde structuur blootlegt. Deze dynamiek, die vervat zit in elk menselijk handelen, is dan ook fundamenteel voor het verstaan van Petersons denken: een mens zal telkens opnieuw met chaos geconfronteerd worden en gedwongen worden tot actie, waaruit een nieuwe orde zal ontstaan. Peterson benadrukt dat elke winst in het leven zonder de confrontatie met de chaos een vorm van zelfbedrog is.
Iedereen zal ooit door een episode van catastrofaal lijden moeten, zo stelt hij, dat is eigen aan de mens en aan de sterfelijkheid. Een overtuiging moet dan ook bestand zijn tegen de meest catastrofale vormen van lijden en de meest duistere momenten van het leven. Maar door regelmatig de verantwoordelijkheid te nemen en de confrontatie met de chaos aan te gaan, is het misschien mogelijk om het archetypische beeld van de mythologische held te belichamen en bij het aanbreken van de catastrofe niet totaal ten onder te gaan.
De enorme aantrekkingskracht van Peterson bestaat erin dat hij op basis van zijn inzichten stelt dat het voor ieder individu mogelijk is om zijn wereld te verbeteren door simpelweg eerlijk de vraag te stellen wat voor verbetering vatbaar is, zelfs al is het maar om vast te stellen dat een kamer rommelig is om deze dan vervolgens op te ruimen. De zin van het leven bestaat volgens Peterson niet in het nastreven van een onbereikbare vorm van geluk, maar in het vinden en oplossen van problemen op een steeds hoger niveau, tot mensen uiteindelijk de mogelijkheid verwerven om overeind te blijven in de meest catastrofale omstandigheden. Het is een positief verhaal waarmee hij jonge mensen wil aanmoedigen om hun volledige potentieel waar te maken. Of in de woorden van iemand die Petersons volledige boek in één zin samenvatte op het internet: ‘Life is suffering, go clean up your room’.