Streven. Jaargang 84
(2017)– [tijdschrift] Streven [1991-]– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 97]
| |
Streven
| |
[pagina 99]
| |
André Truyman
| |
Gedoemd om te mislukken?Tijdens het nieuwe pontificaat maakte paus Benedictus het voor zichzelf steeds moeilijker - door verdere onthullingen, door verkeerde reacties op calamiteiten en door beslissingen op hoog niveau onder verantwoordelijk- | |
[pagina 100]
| |
heid van de paus of zijn staatssecretaris. Op een gegeven moment verscheen er met The Case of the Pope een traktaat dat aantoonde hoe uiteindelijk paus Ratzinger wereldwijd juridisch verantwoordelijk kan zijn geweest voor de inbreuken van rooms-katholieke clerici op de mensenrechten.Ga naar eind2 En dan waren er de pauselijke privécorrespondentie en andere documenten die uitlekten, de ‘Vatileaks’Ga naar eind3 Om een idee te geven van wat er hierin zoal werd geopenbaard, vertaal ik een kort fragment uit een brief van het Nederlandse echtpaar Hubert en Aldegonde Brenninkmeijer aan Benedictus xvi. De brief werd door de generaal van de jezuïeten persoonlijk bezorgd aan Georg Ganswein, de privésecretaris van paus Ratzinger en afgestempeld met ‘visto dal Santo Padre 14 Dic. 2011’: Met een diep gevoel van droefheid moeten wij nogmaals vaststellen dat zelfs ontwikkelde gelovigen, katholieken uit heel Europa zich in groeiende aantallen van de Kerk afwenden zonder evenwel hun geloof in de Christus op te geven [...] Waar zijn de herders die het volk dat hen werd toevertrouwd met toewijding volgen, die zonder fundamentalisten te zijn, vol van liefde met een aandachtig en wijs oog gericht op de hele kudde, rekening houdend met moderne criteria, het volk weten te leiden? Waarom benoemt men in Europa bisschoppen die geen contact hebben met de ‘gemeente’ en haar geen vertrouwen geven? In meer dan dertig jaren lijdt de Kerk in Nederland daar nu een tweede keer aan. Deze keer door de benoeming tot aartsbisschop van Mgr. Jacobus Eijk. Dat raakt ons zeer. Niet alleen ons, maar zeer vele leken, priesters, leden van kloosterorden. Zelfs bisschoppen delen ons - in vertrouwen - hun ontmoediging en hun verlies aan vertrouwen in de autoritaire congregaties en pauselijke raadgevers van de Romeinse curie discreet mee [...] Een imposante hoeveelheid zichtbare en duurzame macht heeft zich opgehoopt in uw binnenste cirkel. Op schrift gestelde bewijzen, in ons bezit, laten toe te staven wat ik betoog. Ik richt tot u, ‘dienaar der dienaren’, een gebed dat u energie geeft tot een krachtig, begrijpelijk en zichtbaar signaal.Ga naar eind4 Het was na te gaan dat Benedictus hier geen rekening mee heeft gehouden: twee maanden later werd aartsbisschop Eijk immers toch benoemd tot kardinaal. Wel lijkt zijn beslissing om af te treden al in het jaar 2012 te zijn genomen.Ga naar eind5 Het verhaal is ondertussen bekend hoe in de Kerk na hem een totaal andere kerkleider is opgestaan, een kardinaal geworden jezuïet, bekend als ‘bisschop van de krottenwijken’ uit het verre Argentinië. Hij was al papabile geweest in het conclaaf van 2005, maar had de eer gelaten aan kardinaal Ratzinger, die door zijn jarenlange samenwerking met de Poolse paus voor | |
[pagina 101]
| |
de kieskardinalen op dat moment de aangewezen opvolger werd. Met alle gevolgen van dien. Met Jorge Bergoglio kozen de kardinalen in het conclaaf van 2013 een paus die hen, een paar dagen voor zij de Sixtijnse kapel binnentraden, had toegesproken met woorden als deze: Er is een groot gevaar voor de Kerk die alleen maar naar zichzelf blijft verwijzen. Zij is niet meer in staat tot wat de kerkvaders het mysterium lunae noemden, het mysterie van de maan. De maan kan alleen maar schijnen als de zon haar verlicht. Zo kan de Kerk slechts het licht van Christus weerspiegelen. Als ze gelooft dat ze haar eigen licht opwekt, valt ze - volgens Henri de Lubac in Méditation sur l'Eglise - in het grootste van alle kwaad dat de Kerk kan overkomen: ‘spirituele wereldsheid’. Dat is wat gebeurt met een zelfreferentiële Kerk die weigert boven zichzelf uit te stijgen. Simpel gezegd: er zijn twee kerkbeelden: een Kerk die evangeliseert en uit zichzelf treedt of een Kerk die enkel met en voor zichzelf leeft. De volgende paus moet iemand zijn die de Kerk helpt om naar de periferie van het bestaan te gaan, die haar helpt om een lieve ondersteunende moeder te zijn, die leeft van het aanbieden van de vreugde van Jezus aan de wereld.Ga naar eind6 Ondertussen zijn we bijna vier jaar verder. Franciscus benadrukt te pas en te onpas ‘De Vreugde van het Evangelie’ en het is nu wel duidelijk geworden dat er met hem niet alleen een heel andere paus dan zijn voorgangers aan zet is, maar bovendien een strateeg die de Kerk synodaal wil besturen. Met zijn empathie en het doorzetten van zijn plannen doet hij denken aan het ontwapenende optreden van paus Johannes xxiii in 1959. Hij heeft dan wel geen nieuw oecumenisch concilie aangekondigd, maar hij beantwoordt aan de verwachtingen van een Kerk die in dat concilie de nieuwe definitie kreeg van een ‘Volk Gods onderweg’. Met twee synodes van het wereldepiscopaat - in 2014 en 2015 - heeft hij strategisch zowat de belangrijkste oorzaak van de vervreemding van dat ‘Volk Gods’ van Jezus grondig aangepakt: de seksualiteitsbeleving en het gezin. Het leverde hem als paus geen onbetwistbaar-absolute meerderheden op, maar als bisschop met de volledige beschikking over het Petrusambt voert hij zijn plannen uit. Dit met de hardnekkige tegenstand van sommige - door zijn twee voorgangers benoemde - kardinalen en bisschoppen. Het komt erop neer dat hij niet de leer en de dogma's van de rooms-katholieke Kerk drastisch wil aanpassen, maar recht wil doen aan de gewetens van eigentijdse gelovigen. Zulks in volledige overeenstemming met wat de dominicaan Thomas van Aquino, de kerkleraar uit de dertiende eeuw, al stelde. | |
[pagina 102]
| |
In 2016, in de periode voor de creatie van 17 nieuwe kardinalen in het consistorie op 19 november, kwam het tot openlijke spanningen. Een groot verwijt aan het adres van de paus was dat hij onduidelijk is in het toepassen van de discipline op het gebied van het kerkelijk huwelijk. Voor gescheiden en hertrouwde rooms-katholieken wil Franciscus door alle priesters duidelijk een pastorale houding laten aannemen als deze de communie willen ontvangen. Eerst kwam daartegen verzet van dertien kardinalen, en vervolgens ging het zo ver dat vier kardinalen onder leiding van de naar de Orde van Malta weggepromoveerde curiekardinaal Edmund Burke, met indringende vragen de orthodoxie van paus Bergoglio in vraag stelden. Ze deden dit in een brief die onbeantwoord bleef. De vier (Carlo Caffarra, Walter Brandmüller, Joachim Meisner en Edmund Burke) gingen zover dat indien paus Franciscus geen klaarheid zou verschaffen over de onontbindbaarheid van het huwelijk, de volgende stap zou zijn om ‘een formele daad van correctie van ernstige fout’ te stellen, wat neerkomt op een rechtstreeks aan de paus gerichte beschuldiging van ketterij.Ga naar eind7 Hierop repliceerde de paus uiteindelijk in L'Avvenire, de officiële krant van het Italiaanse episcopaat, met een interview over de oecumene en de relatie van de rooms-katholieke Kerk met andere Kerken. Heel concreet weerlegde hij de bezwaren, die door behoudende katholieken werden geopperd na de publicatie van de slotexhortatie Amoris Laetitia [De Vreugde van de Liefde] van de synode in 2014: ‘Voor sommige mensen - ik denk dan aan bepaalde reacties op Amoris Laetitia, is het ofwel wit, ofwel zwart, zelfs in het verloop van het leven waarin men onderscheid moet maken’. Paus Franciscus onderstreepte heel duidelijk dat hij hiermee het model volgt van het Tweede Vaticaans Concilie dat de Kerk op weg zette naar interne hervorming en een groter engagement met de wereld. Over de briefschrijvers zei hij in het exclusieve interview: ‘Je ziet meteen dat een zekere gestrengheid wordt geboren uit de ontbering van iets, uit een verlangen om te verdwijnen in het harnas van iemands eigen trieste onvoldaanheid’. Op andere critici, die menen dat de paus de Kerk ‘protestants’ maakt, reageerde hij met ‘Ik laat er geen slaap voor’.Ga naar eind8 Aangezien Franciscus zich tegelijk zo nadrukkelijk bekent tot Vaticanum II, moeten we even terug in de tijd. | |
Het gesaboteerde tweede Vaticaans concilieToen na het lange pontificaat van Pius xii in 1958 kardinaal Roncalli als Johannes xxiii plaats nam op de Stoel van Petrus, wilde die de roomskatholieke Kerk ‘bij de tijd brengen’. Voor dit hoognodige ‘aggiornamento’ was een oecumenisch concilie nodig dat de geschiedenis zou ingaan als Vaticanum ii. De katholieke Kerk was onder de laatste Pius-pausen erg | |
[pagina 103]
| |
vastgelopen en stond voor een grondige herinterpretatie van de boodschap van de Godmens Jezus van Nazareth, die ik hier verder Yeshua zal noemen (Jezus' oorspronkelijke naam in het Hebreeuws), op dogmatisch en moreel gebied. Het ging in zekere zin om de ontrouw van de hiërarchische Kerk aan Yeshua. De rooms-katholieke Kerk was bij de dood van Pius xii onder meer handlanger van dictaturen (in Europa), van westers kolonialisme (in Afrika), van steun aan oligarchieën (in Latijns-Amerika), van een rigide moralisme met een tegelijk accepteren van een gestresseerd levensklimaat (in zowat alle westerse samenlevingen) en van het zich superieur boven andere religies manifesteren. Dat waren globaal gezien de aspecten van de rooms-katholieke Kerk waarvoor de kosmopolitische Johannes xxiii het centrale kerkbeleid van zijn voorgangers wilde corrigeren. Dat kon alleen in een bijeenkomst van het wereldepiscopaat met eenzelfde status als de concilies van Trente (1545-1563) of Vaticanum I (1869-1870). Toen zijn opvolger paus Paulus vi het Tweede Vaticaans concilie (1962-1965) na vier sessies beëindigde, waren er in verband met de hogergenoemde doelstellingen uiterst waardevolle constituties uitgevaardigd zoals Lumen Gentium [Licht van de Volkeren] en Gaudium et Spes [Blijdschap en Hoop]. Daar konden zowel progressieve als conservatieve katholieken zich in herkennen. Kardinaal Albino Luciani, patriarch van Venetië, de progressieve opvolger van Paulus vi, die als Johannes Paulus I van plan was de nodige radicale veranderingen betreffende de hoger genoemde wantoestanden door te voeren, kwam na slechts één maand pontificaat schielijk aan zijn einde. Zijn opvolger, de krachtige maar conservatieve én populaire Poolse paus Johannes Paulus ii, wilde de gelovigen maar in één kerkmodel (liefst het fundamentalistisch-Poolse) laten functioneren. Mede daardoor werd de oorspronkelijke doelstelling van Johannes xxiii met Vaticanum II niet gehaald. De theologisch-traditionele dogma's werden belangrijker dan de navolging van Yeshua. Dat werd nog eens onderstreept door het machtsdenken van paus en curie in Rome, wat vooral gestalte kreeg in het mondiaal optreden van Johannes Paulus ii, vanaf 1981 samen met zijn machtige prefect van de geloofsleer, kardinaal Joseph Ratzinger. Doordat deze hem opvolgde, waren ze samen van 1978 tot 2013 aan de macht en kon het jongste concilie door het hele wereldepiscopaat uitsluitend rooms-curiaal worden geïnterpreteerd. Wat dit laatste betreft kan men niet voorbijgaan aan het - al in 1966 op eigen houtje - interpreteren van de verworvenheden van Vaticanum II door kardinaal Alfredo Ottaviani, de toenmalige prefect van de congregatie voor de geloofsleer. Deze Eminentie heeft het Oecumenisch Concilie van Johannes xxiii bijna als een soort grootinquisiteur bestreden. Hij deed dit ten eerste door vóór aanvang van het concilie schemata van de curie voor | |
[pagina 104]
| |
de conciliebesprekingen aan het presidium op te dringen, stukken die al meteen op de eerste dag, op 11 oktober 1962, onder leiding van de kardinalen Liénart en Suenens werden weggestemd. Hij deed dat ten tweede door tijdens het concilie vrijwel continu obstructie te voeren. Omdat dat niet volledig gelukt was, deponeerde hij na het concilie, ten derde, in eigen naam geheime dwingende richtlijnen bij de leiders van de lokaal-nationale bisschoppenconferenties in heel de wereld. Sterkste uiting hiervan was zijn op persoonlijke titel geschreven geheime brief aan het wereldepiscopaat Cum Oecumenicum Concilium van 24 juli 1966. Daarin kon men lezen: ‘Aan de hiërarchie komt het recht en de plicht toe de vernieuwing begonnen onder het concilie te bewaken, te leiden en te behartigen, in die zin dat de documenten en de decreten van dit concilie met de grootste zorg een correcte interpretatie ontvangen en, volgens hun eigen kracht en geest, tot een resultaat gebracht worden. Deze doctrine moet feitelijk worden beschermd door de bisschoppen die, onder Petrus als Hoofd, de opdracht hebben te onderwijzen met gezag’!Ga naar eind9 Uiteraard verbood Ottaviani aanvankelijk deze brief openbaar te maken. Dit kan een verklaring zijn voor de uiterst conservatieve herinterpretatie van de concilieverworvenheden en het achteraf - op het hoogste niveau - daadwerkelijk terugdraaien van het ‘aggiornamento’ van paus Johannes xxiii. | |
Kruistocht tegen het relativismeOttaviani's opvolgers, achtereenvolgens de kardinalen Michael Browne, Franjo Seper en Joseph Ratzinger, zijn in de geest van dit geheime document verder gegaan. Hoewel het wel eens wordt ontkend, meen ik toch dat de laatste - door zijn onder de Poolse paus veroverde positie - erin slaagde om zich in 2005 op 78-jarige leeftijd zelf nog tot paus te laten verkiezen. Het belangrijkste programmapunt aangaande fouten die bisschoppen en theologen in zijn ogen maakten, stond al in 1966 in deze brief van Ottaviani te lezen: ‘Sommigen erkennen bijna niet meer de objectieve, vaste en onveranderlijke waarheid; zij onderwerpen allerlei dingen aan een zeker relativisme, daarbij als reden opvoerend dat elke waarheid noodzakelijkerwijs het ritme van de evolutie van het geweten en van de geschiedenis volgt’.Ga naar eind10 Bij de opening van het conclaaf van 2005 dat kardinaal Ratzinger zou verkiezen, had deze verklaard: ‘Er is zich een dictatuur van het relativisme aan het vestigen die niets als definitief aanvaardt en die nog als enige maatstaf het eigen ik en de eigen willekeur erkent’.Ga naar eind11 Met voortvarendheid ging hij als paus Benedictus xvi aan de slag. Hoewel hij met zijn vertrouwde huishoudster-secretaresse Ingrid Stampa vlakbij in de Borgo Pio al jaren een appartement had betrokken, werd het - met | |
[pagina 105]
| |
vier nonnen - een heel ander leven in het apostolisch paleis. Hij promoveerde een in Rome getogen Duitse priester, Georg Ganswein, tot privésecretaris en kreeg nu nog meer en rechtstreeks met de verafschuwde ‘dictatuur van het relativisme’ te maken. En dat niet zozeer met dogma, maar ook met de lakse moraal en de financiële én seksuele schandalen in het Vaticaan dat in feite één curiaal machtsbastion was. Er speelde zich achter de schermen een strijd af rondom de (door de paus kerkrechtelijk exclusief te beoordelen) binnenkerkelijke criminaliteit: illegale financiële transacties, graaicultuur, seksueel misbruik van minderjarigen en zo meer. Hij wist van al het machtsmisbruik, maar uiteindelijk was het de paus zelf - en niet de curie - die er juridisch voor ter verantwoording zou kunnen worden geroepen. Gold hier niet het Shakespeare-gezegde: ‘Something is not right, rife with errors from top to bottom leading to suspicion of motive. If the authorities knew about the problems and chose not to prevent them, then clearly something is rotten in the state of...’.Ga naar eind12 In het Vaticaan dus, in plaats van in Denemarken. Er dient ook opgemerkt dat heel wat blunders onder dit pontificaat niet hadden gehoeven als de verwereldlijking, waar Benedictus als kardinaal reeds tegen streed, binnen de curie niet zo had toegeslagen. Bovendien werd steeds duidelijker dat paus Ratzinger, die veel delegeerde aan zijn staatssecretaris en aan de prefect van de geloofsleer, symptomen vertoonde van mentale uitputting en steeds minder enthousiasme ten toon kon spreiden. Hij was compleet gericht op de eigen theologische publicaties, een terugkeer naar de Tridentijnse liturgie en zijn kerkvisie. Daar tegenover stonden de kerkverlating en de vergrijzing van de blijvers, maar ook het opvallende succes van de pinksterkerken en evangelicale christenen in heel de wereld. De rooms-katholieke Kerk miste hierbij ook de Woytyla-uitstraling. Daarbij werd hij nog eens geconfronteerd met de diefstal en publicatie van pauselijke privédocumenten, de ‘Vatileaks’Ga naar eind13 in die mate dat hij zich genoodzaakt zag daarnaar een onderzoek te laten instellen waarvan de conclusies hem zouden verbijsteren. Het was hoog tijd voor een nieuwe wind in de rooms-katholieke Kerk. Dat die zo snel zou komen door de onverwachte - maar gedurende maanden in het geheim voorbereide - abdicatie van Benedictus xvi, sloeg in als een donderslag. En eigenlijk hadden Vaticaanwatchers kunnen veronderstellen dat kardinaal Jorge Bergoglio, de eerder in het conclaaf van 2005 vrijwillig teruggetreden papabile uit Buenos Aires, die dicht bij het Argentijnse Opus Dei stond, veel kans zou maken bij een nieuw conclaaf. Het is plausibel omdat men kan merken dat twee secretarissen van Benedictus onder Franciscus gewoon konden aanblijven nadat een ervan, Georg Ganswein, door paus Ratzinger nog aartsbisschop werd gewijd en tot prefect van het pauselijk huis benoemd om de continuïteit te verzekeren. Deze was ook | |
[pagina 106]
| |
altijd kerkelijk recht blijven doceren aan de Santa Croce Universiteit van het Opus Dei in Rome. In mei 2016 zou hij zelfs benadrukken dat de abdicatie van Ratzinger in 2013 ook had betekend dat hij in het Vaticaan emerituspaus zou blijven! Het Vatileaks-rapport, dat op vraag van Benedictus door drie kardinalen werd opgesteld, behelsde zo veel geheimen dat hij het onmiddellijk reserveerde voor zijn opvolger. Zou het niet reeds als top secret vóór het conclaaf toegespeeld kunnen zijn aan Bergoglio (die net als Ratzinger en Ganswein dicht bij Opus Dei stond)? Hij scheen goed te weten naar welk type papabile zijn afgetreden voorganger uitkeek. Aan een groep Schönstatter Marienschwester, die kardinaal Bergoglio de zaterdag voor zijn vertrek naar Rome in Buenos Aires had gevraagd wat voor man er paus moest worden, had hij geantwoord: Vooreerst moet het een man zijn van gebed, diep verbonden met God. Ten diepste moet hij geloven dat de baas van de Kerk Jezus Christus is en niet de paus, en dat Jezus Christus Heer is van de geschiedenis. Ten derde moet het een goede bisschop zijn. Een mens die zorg weet te dragen voor anderen. Die kan verwelkomen, teder zijn en gemeenschap weet te creëren. En ten vierde moet hij in staat zijn om de Romeinse curie schoon te maken... Wat ons vandaag ontbreekt zijn niet priesters, klerikale functionarissen, maar herders die het schaap ruiken. Herders die te midden van hun kudde vertoeven, die nooit slaan, maar waken met veel liefde.Ga naar eind14 | |
Een paus onder binnenkerkelijk vuurHet is een vermoeden van mijn kant, maar als men opgelijst ziet wat er echt aan de hand was onder het pontificaat van Benedictus, dan ligt het voor de hand dat deze verstandige kamergeleerde zijn pontificaat lang voor zijn abdicatie al voor bekeken beschouwde. Het zou ook kunnen dat er met hem is overlegd over de wijze waarop hij als emeritus-paus, in een Vaticaans Schönstatter nonnenklooster en met vriend-aartsbisschop Georg Ganswein naast zich, uiteindelijk zijn laatste levensjaren zou gaan slijten. Alles werd anders met de opvolger, die al voor zijn vertrek in Argentinië zo duidelijk had nagedacht en aangetoond hoe het echt anders moest met het pauselijk imago, en die later in de Sixtijnse kapel een naam bleek te hebben gekozen die geen van de 265 pausen vóór hem ooit had gedragen. De naam van Franciscus, die bekend staat als een heilige ‘die de Kerk moest hervormen’. Bovendien was hij - nog een veelzeggend detail - net als Karol Woytyla destijds voor de twee conclaven van 1978 gaan bidden op het graf van Escriva de Balaguer, de stichter van Opus Dei. | |
[pagina 107]
| |
Nu ik dit schrijf, is Jorge Bergoglio bijna vier jaar paus. Hij is erin geslaagd voor ‘alle mensen van goeden wil’ een morele wereldleider te zijn. Maar niet zonder kritiek binnen zijn eigen rooms-katholieke Kerk. Het evangelisch protestantisme, met vaak volle kerken en een metterdaad opvallende navolging van Christus, laat hem niet onverschillig. Dit anderszijn van deze paus is gegroeid uit een lang priesterleven; aanvankelijk als autoritair-overste onder de militaire junta van Videla, en later, maar toch op een veel te jonge leeftijd als provinciaal-overste van de jezuïetenorde in Argentinië. Vervolgens als persona non grata in een woestijn van eenzaamheid op 700 kilometer van Buenos Aires in Cordoba - om geleidelijk aan een echte pastor te worden. Hij ging dienen als ‘bisschop van de armen’ en later als co-auteur van befaamde sociale documenten van de celam, de internationale Latijns-Amerikaanse bisschoppenconferentie. Paus geworden, promoveerde hij Victor Emmanuel Fernandez, de rector van de katholieke Universiteit van Buenos Aires, tot aartsbisschop in Rome en auteur van zijn pauselijke exhortaties en theologische tussenkomsten. Deze bekleedt nu een soortgelijke ghostwriter-functie als kardinaal Ratzinger had onder paus Johannes Paulus II. Met het oog wellicht op de hoge eisen die hij als paus moest gaan stellen, begon hij zijn ambtsaanvaarding in de Sixtijnse kapel met te bekennen dat hij zelf een zondaar en onvoldoende barmhartig was geweest, en hiermee ook onvoldoende navolger van Yeshua. Toch is nu heel duidelijk geworden dat hij mondiaal de publieke perceptie van de Kerk heeft veranderd. Er is ten eerste sinds Vaticanum ii nooit zo welwillend naar een paus gekeken als nu. Ten tweede is ook de pastorale praktijk en de kerkbeleving humanistischer geworden. Gelovigen kunnen nu zeggen wat ze denken en binnenkerkelijke kritiek uitoefenen; dat alles wel met de barmhartigheid als vooropstelling. En ten derde: te beginnen bij de entourage van de paus op de Heilige Stoel, is er organisatorisch, financieel en empathisch een revolutie merkbaar. Maar toch wordt hij hierin door traditioneel ingestelde kerkleiders en bisschoppen gewantrouwd en op vele fronten belaagd of gedwarsboomd. Er verschenen publicaties over de strijd van paus Franciscus tegen de corruptie aan de top van de rooms-katholieke Kerk.Ga naar eind15 En die liegen er niet om. Hoe meer de paus zijn pontificaat aanpast om de misstanden waartegen zijn voorganger moest optornen, uit te bannen, en hoe meer hij - met de hulp van aartsbisschop Fernandez - teksten produceert die hem tot een morele leider van de hele wereld maken, hoe sterker de binnenkerkelijke weerstand tegen zijn persoon groeit. Bepaalde kardinalen en bisschoppen vinden dat hij te laks is in de interpretatie van de traditie en de leer, vooral inzake seksualiteit. Zo is er van uiterst rechts het verwijt dat hij echtschei | |
[pagina 108]
| |
ding propageert, het huwelijk banaliseert en het zogenaamd intrinsiek onmogelijke van de liefde bij holebi's niet accepteert. Hij heeft querulante curiekardinalen al moeten wegpromoveren (zoals de Amerikaan Peter Burke) of onder curatele plaatsen (zoals de Afrikaan Robert Sarah). Wat als ook de orthodoxie van de paus van binnenuit verder wordt ondermijnd en er - door hun gemeenschappelijke secretaris en hoofd van het pauselijk huis, Georg Ganswein - geregelde contacten blijven tussen paus en emeritus-paus, dan stelt zich de vraag of dit harmonisch kan blijven verlopen. Zo lezen we geregeld over felle tegenstand uit religieus-conservatieve hoek tegen leerstellige standpunten van de paus. Een invloedrijke woordvoerder daarvan is de Italiaanse kerkjournalist Sandro Magister van het magazine Espresso en op de website chiesa.espresso.repubblica.it, die paus Franciscus kritisch observeert of probeert te betrappen op dubbelzinnigheden in zijn exhortaties en de (bijna) dagelijkse preken, ook op vermeende ontrouw aan de rooms-katholieke traditie en dogma's. Hij presteerde het zelfs om voor de officiële publicatie van de encycliek Laudato Si het embargo te schenden met als gevolg dat zijn accreditatie als journalist door de Sala Stampa della Santa Sede werd ingetrokken. In een andere aflevering op de site luidt het: ‘Volgens Franciscus is de correcte interpretatie van Amoris Laetitia niet die van zijn prefect van de geloofsleer, Gerhard kardinaal Müller, maar van de Oostenrijkse aartsbisschop, Christoph kardinaal Schönborn. Die bevestigt dat noch Johannes Paulus ii, noch Benedictus XVI ooit expliciet het feit hebben betwijfeld dat hertrouwde gescheiden mensen de sacramenten kunnen ontvangen, wat bovendien al lang in praktijk werd gebracht’.Ga naar eind16 Wie denkt hierbij niet dat als het echt om Yeshua gaat, Franciscus de paus is die de Kerk nu nodig heeft: geen dogmatische scherpslijper, maar een herder. Een laatste meesmuilende opmerking door Sandro Magister, opgetekend uit de mond van Franciscus luidt: ‘Ja, nee, ik weet niet, beslis zelf’. Dit verwoordt een pastorale houding, waartegen Magister zich op de site nu al bijna vier jaar afzet. Hij verwijt Franciscus niet te zeggen wat hij in het hoofd heeft, en hij suggereert: ‘Zo wordt alles bediscussieerbaar, in een Kerk waar iedereen doet wat hij wil’. Maar hier staat dan wel tegenover dat de paus ook heeft gezegd ‘Ik kan zeggen: ja. Punt’. Dat doet hij niet, maar een leerstellige oppositie werd volgens Magister hiermee onmiskenbaar. Als men ziet wat paus Franciscus dag-in-dag-uit presteert - toespraken, voorgaan, staatshoofden en massa's dagjesmensen ontvangen in de Nervi-zaal en op het Sint-Pietersplein, internationale reizen ondernemen, encyclieken publiceren, synodes voorzitten, en nog meer - dan is het niet ondenkbaar dat deze toch licht gehandicapte tachtigjarige met slechts één long in zijn borstkas, er wel eens plotseling mee zal moeten ophouden. Dat heeft | |
[pagina 109]
| |
hij overigens al voorspeld. Net als zijn Duitse voorganger is ook hij niet van plan om langdurig als menselijk wrak zijn ambt te blijven uitoefenen. Hij wenst niet, zoals de Poolse paus, slechts op papier opperste bestuurder te zijn van een wereldkerk met een miljard gedoopten. Wat we nu al kunnen voorspellen is dat hij zich bij een onwaarschijnlijke abdicatie zoals die van zijn voorganger zeker niet ‘emeritus-paus’ zal noemen. Hij zal wellicht niet eens zijn witte toga blijven dragen. | |
Eens paus, altijd paus?Hoogst verbaasd was ik, toen ik, tussen het schrijven van dit stuk door, in verscheidene boekhandels aan de Via della Conciliazione stapeltjes van het nieuwe pausboek van Joseph Ratzinger zag liggen: Benedetto XVI. Ultimi Conversazione (vertaald uit het Duits Benedikt XVI. Letzte Gesprache mit Peter Seewald).Ga naar eind17 Dramatischer klonk het in het Engels: Last Testament. Dit is nooit gezien: een nog levende paus die onder zijn opvolger in het Vaticaan de balans opmaakt van zijn eigen pontificaat. En dat kan al bij al toch niet succesvol worden genoemd. Gedurende acht jaar heeft hij een Kerk geleid die - zeker in het Westen - in afbraak verkeert. Met een falende kerkelijke bureaucratie, een verdere vervreemding van de vrouwen, die meer dan mannelijke leken het kerkelijk leven in onze contreien enigszins levend houden, en de handhaving van een wereldcatechismus, die totaal niet beantwoordt aan de tijd waarin hij geconcipieerd en gepubliceerd werd. Peter Seewald komt maar laat in het boek tot de kern en blijft de emeritus benaderen alsof hij nog paus is.Ga naar eind18 Over de mens Joseph Ratzinger wordt, zoals in zijn twee eerdere interviewboeken, niet altijd doorgevraagd. Zo gaat Seewald opnieuw voorbij aan Ratzingers houding als jongvolwassene die diende in de Wehrmacht tijdens Wereldoorlog II tot hij op het allerlaatst deserteerde. Ook kijkt hij allesbehalve kritisch naar kardinaal Faulhaber, zijn wijdingsbisschop in München tijdens de Nazitijd. De strijd van Joseph Ratzinger tegen de bevrijdingstheologie, tegen de geëmancipeerde nonnen of tegen het naar zijn mening intrinsiek-foute bestaan van holebi's, het wordt allemaal badinerend afgedaan. Sterker: hij gaat er prat op dat anderen veel van zijn pauselijke teksten schreven omdat zijn eigen theologie dan bestaansrecht kon behouden. Dat er in dit laatste pausboek niet dieper wordt ingegaan op zijn metamorfose van een progressief denker (als theoloog onder kardinaal Frings bij het begin van Vaticanum II) naar een zeer behoudend theoloog (tussen 1981 en 2005 onder paus Karol Wojtyla, in zijn functie van prefect van de geloofsleer), is onterecht. Ook zijn verzet in 1986 tegen de eerste bijeenkomst in Assisi voor de wereldvrede met, naast Johannes Paulus II, 150 religieuze leiders - wat toen in zijn ogen te | |
[pagina 110]
| |
‘syncretistisch’ was - wordt hier gebagatelliseerd. Zelfs toen hij reeds paus was geworden namen de misverstanden, de verkeerde beslissingen, de terugkeer naar de Tridentijnse liturgie en de onoplosbare problemen alleen maar toe. The New Yorker vindt dit pausboek vooral getuigen van ‘morele zwakheid’.Ga naar eind19 Het ligt nu op de internationale boekenmarkt, terwijl de kritiek (van Ratzinger-bewonderaars en geestesgenoten) op paus Franciscus toeneemt. Hier komt nog bij dat Ratzinger in zijn Vaticaanse klooster geregeld belangrijke bezoekers ontvangt. Het is dan ook een interessant boek omdat het voor de lezer neerkomt op een verdediging van zijn voorbije pontificaat, iets wat voor andere pausen nooit was weggelegd. Wellicht is dit daarom wel de belangrijkste historische daad van deze paus: hiermee ontmythologiseert hij het pausambt. Een paus is ook maar een mens. In dit verband is het veelbetekenend wat de huidige pauselijke privé- secretaris, aartsbisschop Georg Ganswein, over de situatie met zijn twee pausen heeft verklaard. Op 20 mei 2016 hield hij aan de Romeinse Gregoriana-universiteit een lezing bij de presentatie van een boek over het pontificaat van Benedictus xvi.Ga naar eind20 Hij betoogde dat het voor Joseph Ratzinger feitelijk ‘niet mogelijk was geweest om in februari 2013 helemaal af te treden en verder als emeritus-bisschop van Rome door het leven te gaan omdat hij in het conclaaf van april 2005 het pausambt onherroepelijk had aanvaard’. Naar eigen bedoeling had hij door af te treden volgens Ganswein nu wel ‘een persoonlijk ambt uitgebouwd met een collegiale en synodale dimensie, bijna een gemeenschapsdienst’. Door vanuit het niets en zonder overleg zich, met behoud van kledij en pausnaam, ‘emeritus-paus’ te noemen, zou hij het ambt van bisschop van Rome hebben gedevalueerd, en zo hebben ontkend dat het van een andere dimensie is dan de overige hoge ambten in de rooms-katholieke Kerk. De emeritus-paus ‘had alleen maar een stap opzij gezet om plaats te maken voor zijn opvolger en aldus een nieuwe fase in de geschiedenis van het pausdom gecreëerd’. Het pausdom zou ‘het fundament van de katholieke Kerk’ blijven. Hieruit volgde voor Ganswein ook ‘dat het pauselijk ambt niet meer hetzelfde is als tevoren en dat er nu wel 'geen twee pausen zijn, maar de facto een uitgebreid dienstambt met - verwijzend naar Franciscus en Benedictus xvi - een actief lid en een contemplatief lid’. Dit alles volgens Ganswein, die hiermee lijkt te willen vooruitlopen op mogelijke beschuldigingen van ketterij aan het adres van paus Franciscus. Er zijn nu al feiten bekend van curiekardinalen die de paus-emeritus tot voorbeeld stellen inzake de kerkelijke leer. Deze deed bovendien geen afstand van zijn pausnaam Benedictus xvi en koos het Vaticaan als woonplaats. Daarmee zou er op hem beroep gedaan kunnen worden als focaal punt van oppositie tegen de regerende paus. Dat lijkt Ganswein dus uit te sluiten met zijn zogenaamd ‘uitgebreid dienstambt’. Maar het lijkt tegelijk een hint aan | |
[pagina 111]
| |
Franciscus om de theologie van zijn voorganger te eerbiedigen. Lijkt, want men kan er niet meer omheen dat Franciscus ondertussen belagers heeft ter linker- en ter rechterzijde.Ga naar eind21 Het heeft wellicht allemaal te maken met de in de ogen van Benedictus foute pauselijke strategie van Franciscus, die zijn pontificaat begon met een delicate enquête onder alle lokale bisschoppenconferenties in de wereld, gevolgd door een buitengewone synode. Behalve Johannes xxiii, die voor zijn concilie in 1959-1962 wereldwijd aan de bisschoppen rapporten vroeg over de lokale staat van de Kerk, had bij mijn weten nog geen paus hem dit voorgedaan. Op hetzelfde thema van huwelijk, gezin en seksualiteit hield Franciscus een jaar later nog een normale synode van het wereldepiscopaat, beëindigd met de publicatie van de zeer pastorale (maar door behoudsgezinden uiterst kritisch ontvangen) slot-exhortatie Amoris Laetitia. Hiermee boorde hij meteen de sociologische realiteit aan van de leek in de Kerk, die zich via de bisschoppen op de synode eindelijk kon uitspreken over zaken die sinds Vaticanum II angstvallig uit kerkelijke discussies werden gehouden en waar de hele mannelijke hiërarchie in de Kerk - als celibatairen - existentieel ook buiten staat. Franciscus staat intellectueel sterk, maar moet ook rekening houden met zijn voorganger die zich ‘emeritus-paus’ blijft noemen en om de hoek woont in het Vaticaan. Het betekent ook dat de orthodoxie van paus Franciscus van binnenuit nu gewoon wordt ondermijnd door zijn aartsbisschoppelijke privésecretaris. Maar toch lijkt - wat de secretaris van de twee pausen wil zeggen - ‘eens paus, altijd paus’ geen stand te kunnen houden. De huidige prefect van de geloofsleer, Gerhard kardinaal Müller, is daarin zeer duidelijk. Het Petrusambt is een persoonlijke opdracht die vanaf Petrus is doorgegeven aan één persoon; later in de vorm van conclaven met pauskeuzes, ook van pausen die het ambt niet waardig waren. Het was persoonlijk en vrijwel altijd ad vitam, tenzij...Ga naar eind22 Het feit dat juist Benedictus abdiceerde is in zijn geval van grotere waarde omdat hij in de loop der eeuwen tot de grootste paus-theologen behoort en qua niveau te vergelijken is met de achttiende-eeuwse paus Benedictus xiv of met de zesde-eeuwse paus Gregorius de Grote.Ga naar eind23 Een van de huidige kardinalen zag onraad bij de idee van aartsbisschop Ganswein aangaande een gelijktijdig ‘actief’ en ‘contemplatief’ pausambt en wenst vanaf nu maatregelen bij het terugtreden van een paus. Dat is de conservatieve historicus, Walter kardinaal Brandmüller. Voor hem is de abdicatie van een paus niet in het belang van de Kerk en kan er altijd het gevaar van een mogelijk schisma in schuilen. In die zin verkeert de roomskatholieke Kerk in een gevarenzone, die erin kan bestaan dat een paus te snel kan kiezen voor emeritaat. Hij pleit dan ook voor een regeling omtrent | |
[pagina 112]
| |
de exacte status die een afgetreden paus in de toekomst zou moeten bekleden. Dat kan zijn: 1) als kardinaal zonder kiesrecht; 2) met een onderscheiden toga van de witte pauselijke; 3) met een duidelijke aangewezen verblijfplaats; 4) met sociale contacten en mediacontacten, die overeenstemmen met de waardigheid van een emeritus maar zonder een bedreiging op te leveren voor de eenheid van de Kerk en 5) een uitvaart van een afgetreden paus die recht doet aan zijn waardigheid maar onderscheiden blijft van die van een regerende paus. Verder is voor hem een gedegen studie nodig van de theologische betekenis van het Petrusambt in veranderende tijden.Ga naar eind24 Met het huidige werktempo en de roofbouw op het eigen lichaam van de enorm actieve paus Jorge Bergoglio, kan men rustig hopen dat een aftreden in zijn geval onnodig zal zijn. Hij lijkt me toch een paus die straks in het harnas zal sterven. Nog voor het einde van het jubileumjaar las ik in Rome een interview met de paus. Ik citeer hieruit tot slot: ‘Het Jaar van Barmhartigheid viel samen met het jubileum van Vaticanum ii... Toen heeft de Kerk de verantwoordelijkheid gevoeld om in de wereld teken te zijn van de Vader. Met de constitutie Lumen Gentium is ze teruggekeerd naar de bronnen van haar natuur, naar het Evangelie. Dit verplaatst de hoofdlijn van een christelijke opvatting van een soort gezagsgetrouwheid, die ideologisch kan zijn, naar de Persoon van God, die zich tot Barmhartigheid maakte in de incarnatie van zijn zoon’. Over zijn openlijke criticasters, onder wie zelfs een twaalftal kardinalen, besluit Franciscus: ‘Zij gaan door met niet te begrijpen, het moet zwart of wit zijn, zelfs als het in de golving van het leven ligt waarin men moet onderscheiden. Het concilie heeft een “waarom” aangegeven, maar historici zeggen dat een concilie om goed te zijn opgenomen door de Kerk, nood heeft aan een eeuw... We zijn nu op de helft’Ga naar eind25 Nu gaat het eindelijk de goede kant op. Er is opnieuw een paus die, ondanks een voorganger die Vaticanum ii altijd op zijn manier had bewaakt en zich genoodzaakt zag om als paus af te treden, zijn beleid echt stoelt op de constituties van het concilie, waarin katholieken zich mochten/konden realiseren dat ze een ‘Volk Gods Onderweg’ zijn. |
|