Streven. Jaargang 83
(2016)– [tijdschrift] Streven [1991-]– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 869]
| |||||||||||||||
Streven
| |||||||||||||||
[pagina 871]
| |||||||||||||||
Andrew Winnick
|
• | a Voor de meeste arbeiders is de aanpassing van de lonen aan de inflatie sinds 1975 gestagneerd, dus gedurende vier decennia. |
• | b Gezinsinkomens zijn tijdens een groot gedeelte van deze periode gestagneerd en de laatste jaren blijven dalen, tot 2015. In 2015 bleef het nog 1,6% onder het niveau van 2007, net voor de economische crash, |
en zelfs 2,4% onder de piek van de jaren 1990, een piek die nauwelijks hoger was dan die in de jaren 1970. | |
• | c De middenklasse is sinds midden jaren 1970 blijven krimpen, met als gevolg toenemende armoede, vooral onder kinderen en niet-blanken. |
• | d Er heeft een snelle groei in ongelijkheid plaatsgevonden, zowel in gezinsinkomen als gezinsvermogen, in het bijzonder tussen de rijkste 1%, zelfs de rijkste 0,1%, en de rest van de samenleving. Dit was de reden achter de Occupy-beweging die begon in de Verenigde Staten en die zich uitbreidde over veel landen in Europa. Intussen is de ongelijkheid alleen maar toegenomen. |
• | e Voor veel gezinnen is de economische en sociale mobiliteit gestagneerd of zelfs verminderd. Dit wil zeggen dat weinig gezinnen op de economische ladder zijn gestegen, en sommige zelfs gedaald. |
• | f Er zijn goed betaalde fabrieksbanen verloren gegaan, vooral in relatie tot de bevolkingsgroei, in het bijzonder voor mensen met een opleiding in het hoger onderwijs. |
• | g Het vertrouwen in de groei van de welvaart vermindert: ouders geloven niet langer dat hun kinderen het waarschijnlijk beter zullen hebben dan zijzelf. |
• | h De voordelen van pensioen via het werk (buiten de Sociale Zekerheid) zijn afgenomen, nu we zijn overgestapt van het systeem van vastgelegde pensioeninkomens op dat van vastgelegde bijdragen. Het gevolg is dat gepensioneerden vandaag bijna geen ander inkomen hebben dan de Sociale Zekerheid, wat niet volstaat voor een voldoende levensstandaard. |
Waarom hebben deze veranderingen in het sociaaleconomisch leven plaatsgevonden?
De volgende vraag betreft het hoe en waarom van deze sociaaleconomische veranderingen. We bespreken de oorzaken van deze veranderingen in dezelfde volgorde als hierboven.
1 Er zijn verschillende oorzaken voor de voornoemde economische trends, waarvan elk een gedetailleerde bespreking zou verdienen, waarvoor hier geen ruimte is; maar we zullen ze op zijn minst noemen:• | Veranderingen in de technologie leiden tot minder, maar hoger gekwalificeerde banen. |
• | Globalisering en internationale handel resulteren in het verhuizen van banen naar lagelonenlanden. |
• | Het lidmaatschap van vakbonden evolueerde in de privésector van ongeveer 37% naar niet meer dan 6,7%. De regering heeft de vorming of het behoud van vakbonden niet gesteund. Het gevolg is dat, zelfs wanneer de productie stijgt, er niemand overblijft om ervoor te vechten dat een redelijk gedeelte van de meeropbrengst naar de arbeiders gaat. |
• | De politiek faalde, in het bijzonder bij het uitblijven van verhoging van het minimumloon gedurende decennia, het gebrek aan steun voor de vakbonden, handelsakkoorden die werden afgesloten, de regulering van de mobiliteit van kapitaal en, ten slotte, de belastingwetten. |
• | De toenemende rol van geld in de politiek, de verkiezingen en het lobbyen. Daardoor verkregen de grote firma's en de rijken veel meer invloed op elk aspect van de politiek. |
Maar niet de immigratie! Hoewel het door Trump en anderen tot hét centrale thema wordt opgeklopt, was de immigratie niet de hoofdoorzaak van ook maar een van de acht genoemde economische problemen. Met uitzondering van banen in een aantal laagbetaalde sectoren, bijvoorbeeld huishoudelijke hulp en conciërgediensten in de horeca, is er weinig concurrentie tussen immigranten en autochtone arbeiders. Het noemen van in het bijzonder de illegale immigratie als belangrijkste oorzaak van de toenemende economische druk is een goedkope en ongepaste zondebokstrategie die inspeelt op het racisme en de angst van de blanke arbeidersklasse voor de veranderende demografie, maar weigert te kijken naar de ware oorzaken van hun miserie. Er bestaat overtuigend bewijs dat immigratie vaak banen schept, omdat veel immigranten kleine zaken openen. De nadruk die de aanhangers van Sanders leggen op het verhogen van het minimumloon, en het terugdringen van de rol van het geld in de politiek is begrijpelijk en juist. Hetzelfde geldt voor het verzet tegen het Trans Pacific Trade Agreement (ttip) onder aanhangers van Sanders zowel als van Trump. Maar nadruk leggen op de legale of illegale immigratie als belangrijkste oorzaak van de economische druk waarmee zoveel Amerikaanse gezinnen worden geconfronteerd, leidt af van de echte problemen die ten grondslag aan deze malaise liggen.
2 Het gebrek aan toegang tot, en de hogere kosten van het hoger onderwijs zijn te wijten aan de politiek die verantwoordelijk is voor het uitblijven van investeringen in het onderwijs, voor de stijgende kosten van dat onderwijs en de daaruit volgende stijging van het inschrijfgeld, en aan de verandering in de financiële steun aan studenten van studiebeurzen naarleningen waarvan zijzelf de kosten moeten dragen. In Californië gold het in de jaren 1950 en 1960 als normaal dat studenten voor 10% van de kosten van het hoger onderwijs opdraaiden, en de staat voor 90%. Tegenwoordig draagt op de University of California en de California State University de student 55 tot 60% van de kosten, de staat niet meer dan 40 tot 45%. Niet alleen zijn de totale kosten van het hoger onderwijs gestegen, een groter percentage ervan moet dus worden gedragen door de studenten. Is het dan verwonderlijk dat voor de jonge aanhangers van Sanders een plan voor de financiering van universitaire studies, zoals in veel Europese staten, een fundamenteel thema was? Hierbij zij vermeld dat de kosten naast het eigenlijke studiegeld, bijvoorbeeld voor boeken, kamers, eten en pendelen, betekenen dat het onderwijs niet helemaal gratis zou zijn. Hillary Clinton verzette zich aanvankelijk tegen hoger onderwijs zonder inschrijfkosten, maar veranderde van standpunt: ze steunt nu deze maatregel voor gezinnen die minder dan 125.000 dollar per jaar verdienen, wat neerkomt op 80% van de Amerikaanse gezinnen.
3 De langdurige stagnatie, en gedurende bepaalde periodes zelfs vermindering van het reële gezinsinkomen is een permanent probleem dat fundamenteel verbonden is met bovengenoemde economische problemen. Het reële gezinsinkomen is tegenwoordig (2016) meer dan 4.000 dollar lager dan voor de economische crisis van 2008, en zelfs lager dan pieken die werden bereikt in de jaren 1990. En zelfs die pieken van de jaren 1990 waren niet veel hoger dan in de jaren 1970. Een ontoereikend gezinsinkomen wordt niet alleen veroorzaakt door onnodig lage lonen, maar ook door de diepe loonkloof tussen mannen en vrouwen, en niet alleen in gezinnen met een vrouwelijk gezinshoofd. Het falen van de regering om de triljoenen dollars te investeren die nodig zijn om de infrastructuur van het land in stand te houden en te verbeteren, vooral op het gebied van vervoer, energievoor-ziening en betaalbare woningen, heeft het probleem van het ontoereikende gezinsinkomen nog verergerd, ook al omdat deze publieke uitgaven miljoenen goedbetaalde banen hadden kunnen scheppen. De situatie is voor gezinnen verergerd door het falen van de politiek inzake kinderopvang, ouderschapsverlof en vakantietijd, iets wat gezinnen zware stress bezorgt. Dit heeft niet alleen arme gezinnen getroffen, maar ook wat nog resteert van de middenklasse. 4 Demografie. Hier spelen vooral verschillen in geboortecijfers. Er zijn 2,1 kinderen per vrouw nodig om het bevolkingsaantal stabiel te houden. In de vs is dat momenteel 1,8 voor blanke vrouwen, 2,4 voor Spaanssprekenden, 2,1 voor Amerikaanse zwarten en 1,8 voor Aziaten. Er zijn echter ook andere demografische gegevens die alle een rol spelen in de veranderende relatieve grootte van etnische groepen, zoals de veranderende leeftijds-structuur, verschillen in levensverwachting en de ontwikkeling van de gezondheid. Illegale en zelfs legale immigratie spelen een minder belangrijke rol. Dus daalt het aantal blanken, en niet slechts als een percentage van de bevolking. Tegelijkertijd stijgt het percentage Spaanssprekenden, en dit is niet op de eerste plaats te wijten aan immigratie, maar aan het verschil in geboortecijfers. De niet-Spaanssprekende zwarte bevolking is absoluut en relatief gestagneerd. De Aziatische bevolking stijgt, grotendeels dankzij de immigratie. Het is interessant dat de Mexicaanse immigratie de laatste vijf jaar feitelijk negatief is geweest; wel komt er een netto immigratie uit Centraal Amerika. Maar zelfs deze stroom is kleiner dan voorheen.
5 Veranderende en omstreden sociale waarden. Waarom komen sociale waarden onder druk door de genoemde veranderingen? Dit is een te complex onderwerp in het kader van deze analyse. Het is deels door het onderwijs, deels het gevolg van een vermenging van groepen als gevolg van demografische veranderingen, en deels het gevolg van het dramatisch slinkende overwicht van de ‘praktiserende’ blanke protestanten. De godsdienst heeft minder invloed, deels door de uitbreiding van het onderwijs. Maar de verandering in sociale waarden is ook het gevolg van het succes op lange termijn van acties voor sociale verandering, bijvoorbeeld vanuit de holebigemeenschappen. Bovendien lijkt het alsof het politieke activisme, dat was stilgevallen in de periode van 1980-2010, opnieuw wordt gewaardeerd. We zien het aan de rechterkant, zoals bijvoorbeeld in de Tea Party-beweging, onder minderheden zoals de Black Lives Matter-beweging, en algemeen in de campagnes van Trump en Sanders. 6 Redenen voor het verlies van respect voor de regering. Een belangrijke reden is de rol van het geld in de campagnes, en het lobbywerk. Een groeiend aantal burgers beschouwt de regering, met name die op federaal niveau, als corrupt en ongevoelig voor de noden van de bevolking. Daarenboven bestaat er een belangrijke ideologische stroming die ‘libertarian’ (libertijns), zelfs anarchistisch is, en principieel gekant tegen een sterke rol voor de staat. Dit wantrouwen jegens de regering werd al verspreid in het begin van de Reagan-periode en gepopulariseerd door belangrijke mediakanalen als Fox News en Talk Radio, en de sociale media. Er is ook een toenemend gebrek aan respect voor de grondwet en het verkiezingsproces, ondanks al de tegengestelde praat van zogenaamde ‘strict constructionists’Ga naar eind1. Als gevolg daarvan wordt een verkiezingsuitslag aangevochten door een groeiend aantal mensen die weigeren ‘de wil van het volk te aanvaarden’. We hebben dit gezien bij politiek rechts, in het bijzonder in het Congres.De verschillende politieke programma's van de aanhangers van Trump en Sanders
Terwijl er belangrijke overeenkomsten bestaan in de oorzaken van de woede en de ontgoocheling bij aanhangers van Trump en Sanders, bestaan er belangrijke meningsverschillen over de politieke maatregelen die worden voorgesteld door ‘ontgoocheld links’ en ‘ontgoocheld rechts’ als ik hen zo mag noemen.
Toegegeven: er bestaan inderdaad belangrijke punten van overeenkomst: de behoefte de handel en de globalisering in te perken en beter te regelen; meer geld uit te geven voor de infrastructuur; en, op zijn minst in theorie, de macht en de rol van de elite, het ‘establishment’, Wall Street, in te perken. Maar er zijn veel meer geschilpunten over de analyse en de politiek die veel breder en dieper gaan en de kern raken van de verschillende politieke agenda's die door beide groepen worden verdedigd. Deze betreffen vooral:
1 De rol van immigratie en minderheden in economische en sociale problemen: rechts ziet immigratie, legaal of illegaal, als de belangrijkste oorzaak van de economische problemen. Links beschouwt de legale en illegale immigratie terecht als een prikkel voor de economische groei, niet als een centraal probleem. Rechts heeft de gewoonte om minderheden, of dat nu autochtone burgers of immigranten zijn, te zien als de belangrijkste oorzaak van misdaad, economische spanningen en sociale onrust. Links ziet discriminerende rechtsuitoefening, ook binnen het juridische en het gevangenissysteem, en economische kansarmoede als de belangrijkste oorzaken van misdaad binnen sommige minderheidsgroepen. Links stelt vast dat de criminaliteitscijfers binnen immigrantengemeenschappen in feite lager liggen dan bij de rest van de bevolking. Daarenboven erkent links dat de verschillende graden van criminaliteit voortvloeien uit verschillen in economische omstandigheden, niet uit etniciteit of ras. Voor links is het diverse, multiculturele en multi-etnische karakter van de Amerikaanse maatschappij een verrijking en een factor die de economische groei bevordert.
Daartegenover heeft de Trump-campagne zelfs de zogenaamde alternatieve rechterzijde opgevrijd, die bestaat uit organisaties en mediakanalen die niet alleen openlijk tegen migranten en minderheden zijn, maar zelfs de idee van blanke suprematie aanhangen.
2 Rechts eist een strikte toepassing van de wet, die speciaal gericht is tegen etnische minderheden en immigrantengemeenschappen. Links verdedigt de hervorming van het strafrecht op elk niveau, van de toepassing ervan en van het gevangenissysteem. 3 Rechts eist beperkingen van welvaartsprogramma's en gelooft dat de verhoging van het minimumloon zal leiden tot grotere werkloosheid enhogere prijzen. Voor links is de verhoging van het minimumloon noodzakelijk voor het economische overleven van een belangrijk gedeelte van de werkende bevolking. Het verdedigt het principe dat ieder die voltijds werkt, voldoende zou moeten verdienen om te ontsnappen aan de armoede en argumenteert dat loonsverhogingen leiden tot verhoging van consumentenuitgaven, wat nieuwe banen kan scheppen.
4 Rechts schijnt te denken dat voor hoger onderwijs moet worden betaald, omdat dit later hogere inkomens zal opleveren. Links argumenteert dat de algemene sociale voordelen van een beter opgeleide bevolking en de verhoogde productiviteit van de arbeiders, in het bijzonder in het licht van de snelle ontwikkelingen in de technologie, betekenen dat het contraproductief is studiegelden te eisen die de toegang tot hoger onderwijs beperken. Daarenboven beweert links dat de last van de studieleningen de consumptie door afgestudeerden uit het hoger onderwijs beperkt, en zo de economische groei beperkt. Daarom eist links dat de vs zich aansluit bij de meerderheid van de ontwikkelde wereld door hoger onderwijs zonder inschrijfgeld aan te bieden. 5 Rechts wil niet aanvaarden dat de opwarming van de aarde wordt veroorzaakt door mensen. Links aanvaardt de wetenschappelijke bewijzen voor dit fenomeen en beweert dat de kosten van de gevolgen hiervan zo omvangrijk en verstorend zullen zijn, dat de kosten om die opwarming op zijn minst te vertragen en te milderen vanzelfsprekend moeten worden opgebracht. 6 Er bestaat een meer algemeen meningsverschil tussen beide stromingen over een op feiten en wetenschap gebaseerd regeringsbeleid. Ontgoocheld rechts meent dat het geloof boven alles gaat, dat iedereen het recht heeft op zijn eigen, op dit geloof berustende opinies en dat alles wat daartegenin gaat en dus irriteert, kan worden genegeerd. Aan de andere kant probeert ontgoocheld links de politiek te vestigen op wetenschappelijk vastgestelde feiten, zelfs wanneer dit zou leiden tot politieke maatregelen waarbij ze zich niet comfortabel voelen. 7 Er bestaan ook verschillende opvattingen over het belang van rechtsregels (the rule of law). Trump en veel van zijn aanhangers lijken veeleer bereid de wet te omzeilen om hun doeleinden te bereiken. Ze overwegen zelfs de mogelijkheid geweld te gebruiken, inclusief folteringen. Links en de aanhangers van Sanders lijken veel meer gehecht aan het behoud van burgerrechten, rechtsregels en aan het vermijden van geweld. 8 Er bestaat een cruciaal verschil van inzicht over de buitenlandse politiek, en de vraag of America First (‘Amerika Eerst’) wel het beste beleid is. Rechts gelooft vast in de idee van de Amerikaanse Uitzondering, namelijk dat de vs verschilt van, en beter is dan alle andere naties, en zich dus niet aan dezelfde regels hoeft te houden. In de vs neigt men te geloven in deoude slogan dat ‘Hoe erg het ook is in de vs, het is hier nog altijd beter dan waar dan ook ter wereld.’ Links gelooft dat de vs kan leren van bepaalde betere praktijken en politieke programma's uit het buitenland. Links gelooft niet dat welke natie ook, de vs inbegrepen, ‘alle antwoorden bezit’, en vindt dat bepaalde landen betere antwoorden hebben op specifieke problemen. Links vindt ook dat het noodzakelijk is dat de vs samenwerkt met andere landen, en geen politieke agenda aan andere landen kan dicteren, hoewel op bepaalde terreinen inderdaad de leiding kan worden genomen. Rechts neigt te geloven dat de vs op een meer autoritaire en oorlogszuchtige manier moet optreden, en politieke programma's moet opleggen die de nationale belangen het best dienen.
9 Er bestaat nog een laatste terrein waarop tussen links en rechts, maar ook binnen deze kampen een grondig meningsverschil bestaat, of het nu gaat om de dissidenten (dat wil zeggen de aanhangers van Trump en Sanders) of de meer traditionele republikeinen en democraten - de vraag of en hoe militair geweld in het buitenland wordt aangewend. Trump en diens aanhangers, en de meeste traditionele republikeinen, verdedigen een grote uitbreiding van de militaire slagkracht van de vs - meer personeel, schepen, vliegtuigen, raketten, enzovoort. Ze lijken erop uit deze macht ook te gebruiken, zo nodig eenzijdig, altijd wanneer de vs voelt dat haar belangen worden bedreigd. Het lijkt dat Trump bereid zou zijn kernwapens in te zetten. Tegelijkertijd willen Trump, noch zijn aanhangers, noch de traditionele republikeinen, dat de vs de rol van ‘de politieagent van de wereld’ speelt. Zij verwerpen het concept van de Responsibility to Protect (RtoP), dat wil zeggen de idee dat de vs verantwoordelijkheid draagt om andere volkeren te beschermen, tegen buitenlandse agressie of tegen geweld door de eigen regering. Interventie om de Libische of Syrische bevolking te beschermen tegen hun eigen dictators, of de Bosnische bevolking tegen Servië, sluiten ze uit. Kiezers van ontgoocheld rechts, en Trump zelf, lijken zelfs onwillig de verdragsbepalingen van de navo na te leven die eisen dat iedere staat zich inzet om andere leden te verdedigen; voor veel traditionele republikeinen is dit ‘een stap te ver’.Anderzijds is er voor alle geledingen van rechts geen beperking aan de intensiteit en de omvang van militaire maatregelen. Deze willen ze inzetten om ‘de Islamitische Staat te verpletteren’. Dit omvat zelfs een brede tolerantie voor ‘collateral damage’ (‘bijkomende schade’), het ombrengen van niet-strijdende burgers - zolang er geen grondtroepen van de vs bij worden betrokken. Ze lijken ook bereid militair geweld te gebruiken om toegang tot en controle over de grondstoffen van andere volkeren te verkrijgen, wanneer de vs deze grondstoffen, zoals bijvoorbeeld olie, nodig heeft.
Ontgoocheld links, dat wil zeggen de aanhangers van Sanders, argumenteert dat het leger van de vs al te veel van het federaal budget opslorpt en dat erin moet worden gesnoeid. De meer traditionele democraten delen deze mening, maar in mindere mate dan Sanders en diens aanhangers. Toch is er een verschil tussen traditioneel en ontgoocheld links over wanneer en hoe die militaire macht moet worden ingezet. Ontgoocheld links en Sanders verwerpen het gebruik van militaire macht, met uitzondering van niet nader omschreven uitzonderingen. De meer traditionele linkerzijde is meer bereid militair geweld te gebruiken om bijvoorbeeld de Libische of Syrische bevolking te beschermen, of de toegang te behouden tot noodzakelijke grondstoffen, hoewel ook zij zich verzet tegen de inzet van grote aantallen grondtroepen.
Internationale gelijkenissen
Er bestaan gelijkenissen tussen de Amerikaanse ontgoochelde rechterzijde die Trumps kandidatuur voor het presidentschap steunt en rechtse bewegingen in Europese landen. De meest opvallende overeenkomst is wellicht die tussen de Brexit-kiezers in Groot-Brittannië en de Trump-campagne. Beide richten zich op de reële economische en sociale problemen in hun land, maar doen dat door de etnische minderheden en de immigranten als zondebok te bestempelen en de basisoorzaak van die problemen te noemen. In feite vormen deze mensen echter een wezenlijk element van de economische basis van beide naties. Er is inderdaad een gelijkenis tussen hen die hebben gestemd voor de uittreding van Groot-Brittannië uit de Europese Unie en de Trump-kiezers in de vs. Dat geldt zowel voor hun profiel (ouder, blank, zonder diploma hoger onderwijs) als voor hun motivatie. Uiteindelijk hebben ze, ironisch genoeg, tegen hun eigen reële economische belangen gestemd.
Enkele andere Europese staten zijn vergelijkbaar met de vs op een aantal van de genoemde terreinen: een stagnerend gezinsinkomen, een vertraagde economische en sociale mobiliteit en het verlies van respect voor de regering. In sommige landen heeft de werkloosheid, in het bijzonder bij mensen onder de dertig, een historisch hoogtepunt bereikt. Het thema van de kosten voor en de toegang tot hoger onderwijs is een probleem in het Verenigd Koninkrijk, maar dit verschilt sterk van de situatie in de meeste landen op het continent. Sociale waarden verschuiven in die andere landen, net als in de vs, al verschillen de details van land tot land. Zelfs in de Scandinavische landen (Denemarken, Zweden en Noorwegen en volgens bepaalde criteria ook Finland) nemen de spanningen toe over de immigratie uit de rest van Europa, vooral uit Oost-Europa, en meer recent ook uit moslimlanden in het Midden-Oosten en Noord-Afrika. Zelfs in Duitsland en Frankrijk zien
we groeiend verzet tegen immigratie, en een nadruk op de immigranten als oorzaak van economische problemen, waar zij dat in feite niet of nauwelijks zijn. Dit is ook het geval geweest in Spanje en Italië. Uiteraard heeft men in een aantal Europese landen (vooral Frankrijk, België en Duitsland) het probleem van de recente terroristische aanslagen door moslims, van wie de meesten zichzelf associeerden met de Islamitische Staat. Helaas hebben deze aanslagen de wrevel tegen de moslims in het algemeen versterkt. Zo zijn de politieke krachten van uiterst rechts in Europa vergelijkbaar met de aanhang van Trump in de vs.
Meer algemeen zien we in deze landen de snelle opkomst van een rechtervleugel die zelfs protofascistisch kan worden genoemd. Dit rechts is racistisch in zijn analyse en politieke programma; heeft weinig respect voor de burgerrechten van minderheden; slechts beperkt ontzag voor de rechtsregels, in het bijzonder wanneer het gaat over minderheden en immigranten; en is vaak agressief genoeg om tijdens zijn betogingen geweld toe te laten. We denken aan belangrijke krachten in de regeringen van Hongarije en Polen, aan het succes van de Alternative für Deutschland (AfD) in Duitsland, aan de groeiende politieke macht van Marine Le Pen en haar Front National, aan de opkomst van Norbert Hofer van de anti-immigrantenpartij fpö, en aan Geert Wilders en zijn anti-moslim Partij voor de Vrijheid (pvv) in Nederland. We kunnen zeker stellen dat extreem rechts in heel Europa sterker is dan ooit sinds de Tweede Wereldoorlog.
Indien de progressieve krachten er niet in slagen om de zeer reële basisoorzaken van de onvrede aan te pakken, die zowel in de vs als in Europa op een vergelijkbare manier woekeren, is het maar al te waarschijnlijk dat de rechtse krachten zullen winnen. Dit betekent dat de aanvallen op migranten en minderheden (van verschillende aard) zullen verergeren, terwijl de oorzaken van de zeer reële economische en sociale problemen verwaarloosd blijven, wat tot nog meer onvrede zal leiden. Jammer genoeg zal de politieke patstelling in de vs waarschijnlijk niet worden doorbroken, zelfs wanneer Hillary Clinton wint. Het is weinig waarschijnlijk dat een wezenlijk progressieve sociale verandering zal plaatsvinden, tenzij er een zeer sterke en brede, goed georganiseerde publieke druk op het politieke apparaat tot stand komt. De aanhangers van Sanders begrijpen dit en trachten zich te organiseren om net dit soort druk te kunnen uitoefenen. We moeten afwachten in hoeverre ze daarin slagen. In Europa zou dit betekenen dat de centrumlinkse en progressieve elementen moeten samenwerken om de opmars van xenofoob rechts af te remmen.
Het is tegenwoordig moeilijk optimistisch te zijn over wat er gebeurt in de vs en Europa.
- eind1
- Noot van de vertaler: mensen die de debatten tussen de Amerikaanse Founding Fathers als norm gebruiken en zich dus erg conservatief opstellen.