Walter Weyns en Stefaan Marysse
Toe-komende tijd
Ter inleiding
Iedere generatie heeft haar eigen toekomst. Vandaag tekent zich een generatie af van mensen die zich niet plat laten slaan door (wereld)problemen noch zich laten verdorren door cynisme. Pragmatisch zoeken ze elkaar op en steken de handen uit de mouwen; ze proberen nieuwe ideeën uit die allicht niet de wereld in één klap, maar wel de kleine leefwerelden van mensen verbeteren, zodat op die manier, stapje voor stapje, ook de aarde met haar bewoners herademt. In vele domeinen duiken nieuwe vormen van productie, verdeling, politiek, onderwijs en urbanisatie op. Dat zoeken en uitproberen gebeurt bijna luchtig, met een wonderlijke mengeling van oude en nieuwe technologie en oude en nieuwe organisatievormen, zonder blauwdruk, bereid om bij te leren. Na de mislukkingen van het centralistisch-collectivisme en marktistisch-individualisme lijkt het tijd voor een ander denken over mens, maatschappij, politiek, stad, milieu en economie. En het lijkt een denken te zijn dat ontspruit aan doen. ‘Als we nu eens’ is het motto, en men begint eraan. Zonder dogma's. Al knedend en boetserend ontstaan nieuwe levensvormen. Er is nog leven na het marktisme.
Het opzet van dit themanummer is om enkele initiatieven, welwillend maar kritisch, tegen het licht te houden. Een omvattende logica moet je niet verwachten, tenzij misschien die van de burgerparade, zoals Pascal Gielen het in zijn artikel noemt: we laten een bonte stoet van initiatieven voorbij trekken. Soms zijn de stukken geschreven door auteurs die nauw betrokken zijn bij de projecten, vaker gaat het om auteurs die een analytisch-kritische blik werpen op deze ‘vernieuwingen van onderuit’.
Openen doen we met wat in Vlaanderen een symbool is van verandering van onderuit: het initiatief om bovenop de Ring rond Antwerpen