Streven. Jaargang 83
(2016)– [tijdschrift] Streven [1991-]– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 604]
| |
Luk Corluy
| |
[pagina 605]
| |
zelf ooit in de raad van bestuur zat, wrijven tegenstanders haar morele verantwoordelijkheid aan voor wat er fout liep. Topmanager Maria das Graças Silva FosterGa naar eind1 en vijf andere directeuren van Petrobas namen op aandringen van Rousseff ontslag. Vele werven kwamen stil te liggen. Het is een kwestie van tijd voor we zullen zien hoeveel banen er precies zullen sneuvelen. De aandelenkoers van Petrobas donderde begin 2015 met een kwart omlaag op de Bovespo (de Braziliaanse beurs). Het corruptieschandaal blijft maar uitdijen. In november arresteerden agenten Delcidio Amaral, senaatsfractieleider van de regerende Arbeiderspartij. De procureur verdacht de vertrouweling van de presidente van ‘belemmering van de rechtsgang’. Enige dagen voordien viel zelfs de naam van de Belgische miljardair Albert Frère. | |
PresidentsverkiezingenHet stond het als een paal boven water dat Dilma Rousseff op een tweede presidentstermijn afstevende. Het werd een saaie strijd om het presidentschap, tot er een vliegtuig uit de lucht viel, met aan boord Eduardo Campos, de uitdager van Dilma Rousseff. Campos' running mate, de 56-jarige Marina Silva, kreeg meteen een nieuwe kans.Ga naar eind2 Al snel bleek dat zij beter in de markt lag dan haar verongelukte voorganger. Haar populariteitGa naar eind3 herschudde volledig de kaarten van Rousseff. Silva uitte felle kritiek op het economisch beleid van Rousseff. Zij hamerde voortdurend op de noodzaak van grote politieke hervormingen en drong erop aan de macht uit handen te nemen van de traditionele elite. Meteen werd zij getipt als dé grote uitdaagster van Dilma. Maar het was de centrumrechtse Aecio NevesGa naar eind4, de flamboyante liberale kandidaat van de sociaaldemocratische partij (Partido da Social-Democracia Brasileira, afgekort psdb) die in de eerste ronde van de presidentsverkiezingen met 33,6% op de tweede plaats eindigde. Hij werd door de rijkere Brazilianen gezien als de geknipte man om een nieuwe wind te doen waaien. De gewezen gouverneur van de economisch sterkste deelstaat Minas Gerais schakelde verrassend de ecologiste Silva uit. Zij strandde op 21,3% van de stemmen. De strategen van Rousseff hadden hun pijlen vooral op Silva gericht. De aanval op Neves begon met wat vertraging, wat zijn kansen vergrootte. De psb (Partido Socialista Brasileiro) van de ecologiste Marina Silva sprak nadien haar steun uit voor Neves in de ultieme tweede ronde. Met 51,6% van de stemmen trok Rousseff in de spannendste verkiezingen ooit in Brazilië, het laken toch naar zich toe. | |
De Braziliaanse economie: de vervlogen gouden jarenRousseff besefte maar al te goed dat de toestand ernstig was toen ze na haar | |
[pagina 606]
| |
herverkiezing Joaquim Levy aanstelde als nieuwe minister van Financiën. Levy moest de boel weer op orde brengen. Hij boezemde veel hoop in: hij had in de vs gestudeerd en was nadien aan de slag gegaan bij het imf. Om de begroting te redden en een verdere verlaging van de rating naar ‘rommelniveau’ te vermijden verhoogde hij de belastingen en drukte de kosten. Het was niet voor niets dat de linkse president een orthodoxe liberaal op de post van Financiën zette. Maar Joaquim Levy had alle moeite van de wereld om zijn besparingsrecepten door te drukken. De weerstand binnen de Arbeiderspartij was te groot. Probleem was dat Dilma Rousseff en de Arbeiderspartij ideologisch helemaal niet achter de recepten van Levy stonden. Om besparingen te realiseren schrapte Rousseff acht ministersposten, van 39 naar 31. Opvallend daarbij was dat de sociaaldemocratische coalitiepartner (psdb) voortaan geen zes, maar zeven portefeuilles mocht beheren terwijl Rousseffs eigen Arbeiderspartij drie posten verloor en er negen overhield. Verder werden 30 staatssecretarissen en 3.000 andere overheidsjobs geschrapt. De wedden van de president en de ministers daalden met 10% en de uitgaven werden beknot waardoor er jaarlijks minstens 200 miljoen real (45 miljoen euro) werd bespaard. Het parlement stelde zich evenwel vijandig op, waardoor het zo goed als onmogelijk was om andere noodzakelijke bezuinigingsmaatregelen door het Congres te loodsen. Rechtse oppositieleden en zelfs de eigen coalitiepartners blokkeerden beslissingen die ze normaal zouden uitvoeren, gewoon om de linkse president verder te verzwakken. De meningsverschillen tussen de presidente en Joaquim Levy werden alsmaar groter. Levy nam ontslag en werd opgevolgd door Nelson Barbosa, één van de felste tegenstanders van de recepten van Levy. De regering balanceerde van links naar rechts en terug. Het leek er sterk op dat men het evenwicht verloren was. In de maand augustus 2015 verlaagde de kredietbeoordelaar Moody's de rating van het land tot net boven de ‘rommelstatus’. De nieuwe status, bb+ in plaats van bbb-, betekende dat Brazilië niet langer werd beschouwd als een betrouwbare lener. Een goede maand later was de waarde van de real gevallen van 3,8 tot 4,2 voor één dollar. Aanleiding daartoe was de beslissing van S&P om de rating van de staatsobligaties te downloaden tot de ‘rommelstatus’. Terzelfdertijd verlaagde zij dozijnen grote ondernemingen, naast talloze banken, tot dezelfde status. In december ten slotte degradeerde Fitch Brazilië tot diezelfde rommelstaat. Terwijl regering en oppositie al maanden met elkaar in de clinch lagen, namen de economische problemen alleen maar toe. In het tweede kwartaal 2015 kromp de economie met maar liefst 1,9% tegenover het voorgaande kwartaal (-0,7%). Daarmee was het land - de op zes na grootste economie ter wereld - in een recessie beland. Alle sectoren werden getroffen: de in- | |
[pagina 607]
| |
dustrie (-4,3%), en de handel (-3,3%) het zwaarst, maar ook de landbouw (-2,7%) en de diensten (-0,7%) moesten inbinden. Bovendien daalde de privéconsumptie voor het tweede opeenvolgende kwartaal met 2,1%. Het imf bracht begin oktober 2015 een rapport uit waaruit moest blijken dat het Bruto Binnenlands Product (bbp) in 2015 met 3% zou krimpen. De recessie zal volgend jaar aanhouden en de werkloosheid verder stijgen. Meer dan 500.000 jobs gingen verloren in 2015 waardoor de werkloosheid in één jaar tijd steeg van 4,9% (juli 2014) naar 7,5% (juli 2015) - en van groei is er geen sprake meer tot wellicht de volgende presidentsverkiezingen van 2018. De inflatie is circa tweemaal zo hoog als het beoogde doel van de regering en de Braziliaanse staatsrente op 10 jaar is gestegen van 11,5% (september 2014) naar 14,9% (september 2015). De sfeer is in geen tijd omgeslagen. Volgens een peiling van augustus 2015 is Rousseffs aanhang gedaald tot 9%: een ongeziene neergang. Alle klassen, van rijk tot arm, zijn haar afgevallen. Hierdoor is zij de minst populaire president sinds het herstel van de democratie in 1985. Het enige wat nog ontbrak om de crisis compleet te maken was veel volk op straat. In augustus 2015 kwamen meer dan 1 miljoen Brazilianen op straat om tegen Rousseff te protesteren. De betogers hadden als boodschap: ‘Fora Dilma’ (‘Weg met Dilma’). Toch verscheen aan deze duistere einder een - totaal onverwacht - lichtpuntje. Voor Brazilië is de Russische importban van westerse landbouwproducten, onderhevig aan een exportverbod, een unieke kans om zijn aandeel op de wereldvoedselmarkt te vergroten. Brazilië produceert weliswaar niet genoeg om het wegvallen van de Europese export volledig te compenseren, maar kan daardoor wel hogere prijzen aan de Russen vragen. Er valt wel enige terughoudendheid te bespeuren bij de Brazilianen: ze zijn bang dat de relaties met de Europese Unie vertroebeld raken. De eu heeft immers van het land internationale solidariteit gevraagd. | |
ImpeachmentOnlangs werd de begroting van 2015 ongeldig verklaard vanwege financiële onregelmatigheden, nadat reeds in oktober 2015 een onderzoek was gestart naar de campagnefinanciering van Dilma Rousseff bij de voorbije presidentsverkiezingen. Hiermee hoopte de oppositie de afzettingsprocedure te kunnen inzetten. Zelfs al is het onwaarschijnlijk dat het lukt - er is een twee derde meerderheid voor nodig -, het feit dat het woord zo vaak valt, schaadt de presidente hoe dan ook. Volgens de Braziliaanse Rekenkamer had Rousseff gesjoemeld met de overheidsrekeningen. Rousseff had de rekeningen aangepast om een groter wordend begrotingstekort te verhullen in de aanloop naar de presidentsverkiezingen van 2014. De instelling riep | |
[pagina 608]
| |
het Congres op de begroting van vorig jaar te verwerpen. De uitspraak van de Rekenkamer is niet bindend, maar kan door oppositiepartijen worden gebruikt om de presidente voor de rechter te brengen. Het impeachmentGa naar eind5 is een stapje dichterbij gekomen door de veroordeling van de Rekenkamer, maar is nog verre van realiteit. De regering heeft al laten weten dat ze in beroep gaat. Bovendien moet het Congres zich nog uitspreken over de veroordeling van de Rekenkamer. Dat kan nog maanden aanslepen. Pas daarna kan een eventuele afzettingsprocedure in het Congres in gang worden gezet. Om zich beter te kunnen verweren heeft Rousseff haar kabinet hervormd. Coalitiegenoot pmdb (Partido do Movimento Democratico Brasileiro), sleutelpartij in de Braziliaanse politiek, kreeg meer macht. Rousseff verwacht in ruil daarvoor politieke steun in haar strijd tegen het impeachment. Lange tijd heeft Rousseff er zich met succes tegen verzet. De behandeling is ingezet in juli 2015. De voorzitter van het Huis van Afgevaardigden en lid van de pmdb, Eduardo CunhaGa naar eind6, heeft herhaaldelijk verzoeken om de afzettingsprocedure in te zetten, afgewezen. In december 2015 werd het impeachment een feit. De concrete aanleiding om de procedure nu effectief in gang te zetten was de klacht van enkele vooraanstaande juristen dat Rousseff een wet met voeten had getreden om de begroting van 2015 in orde te krijgen. Maar er was veel meer aan de hand. Het draaide niet alleen om de wet; het was ook een politiek spel waarbij een hoofdrol was weggelegd voor Eduardo Cunha. Zijn figuur - het is allerminst een geheim dat hij een politieke vijand van Rousseff is - is niet onbelangrijk. Er hangt hem een gevangenisstraf boven het hoofd. Cunha werd onlangs genoemd in het schandaal rond Petrobas. Er loopt een disciplinair onderzoek waardoor hij mogelijk niet zal kunnen aanblijven als parlementsvoorzitter. Hij zou bovendien zwart geld op een Zwitserse bank hebben staan. Toen hij eind december 2015 besefte dat hij niet op de Arbeiderspartij moest rekenen om hem de hand boven het hoofd te houden, sloeg hij toe. Over de grond van de zaak moet nog worden gedebatteerd. De volgende stap is nu de oprichting van een speciale parlementaire commissie. Die mag tot vijftien keer vergaderen, vooraleer een rapport op te stellen waarin al dan niet het ontslag van de presidente kan worden gevraagd. Het is dan uiteindelijk de voltallige Kamer die over dat rapport moet stemmen. Daarbij is een twee derde meerderheid nodig om de procedure, die gemakkelijk een paar maanden kan duren, voort te zetten. Als Rousseff schuldig wordt verklaard, zal ze voor een periode van maximaal 180 dagen uit haar functie worden ontheven. Het is dan aan de Senaat om in plenaire zitting en onder leiding van het Hooggerechtshof knopen door te hakken. Ook hier is een twee derde meerderheid nodig om tot een onmiddellijk ontslag van de presidente te kunnen overgaan. | |
[pagina 609]
| |
Cunha en een aantal van zijn partijgenoten desavoueerden Rousseff nu openlijk. De vice-voorzitter van de partij, Michel Temer, zei zelfs doodleuk dat de pmdb voortaan de partij van Roussseff ging tegenwerken door onderhandelingen aan te knopen met andere partijen om een nieuwe alliantie op poten te zetten. Ernstiger voor de presidente is de groeiende dissidentie in haar eigen partij. Haar grote mentor, Luiz Inacio Lula da Silva, ging weliswaar niet zo ver, maar bekritiseerde haar voor haar al te stringente soberheidsmaatregelen. | |
BesluitAan alle kanten wordt Rousseff belaagd. Het is duidelijk dat zij zal vechten tot de laatste snik. Zij heeft slechts vertrouwen in een beperkt aantal adviseurs, onder wie haar ex-man Carlos AraujoGa naar eind7. Zij weet van geen wijken: zij wil niet abdiceren. Alles lijkt erop dat het resultaat van de crisis niet de polarisatie, maar wel de fragmentatie zal zijn. Geen enkele partij(groep) kan bogen op een meerderheid - en iedereen blokkeert iedereen. De politieke vijanden van Rousseff zijn vastberaden om haar kop te doen rollen. Het is een vijandig parlement dat nu het lot van de presidente in handen heeft. Zij beschuldigt haar tegenstanders ervan een ‘staatsgreep’ te willen plegen. Maar zolang er geen afdoende bewijzen zijn dat zij betrokken is bij corruptie, is het juridisch erg moeilijk om Rousseff af te zetten. Aan de politieke top is de strijd losgebarsten. De presidente staat quasi helemaal alleen. Heel wat partijgenoten hebben haar laten vallen en op steun bij politieke tegenstanders moet ze al helemaal niet rekenen, zeker niet nu het land wordt geconfronteerd met een ongeziene milieuramp en een dodelijk virus. Begin november 2015 groeide de dammenbreuk bij een ijzerertsmijn in de staat Minas Gerais uit tot één van de grootste milieurampen ooit van het land. De dodelijke modderstroom overspoelde verschillende dorpen. De Samarco-mijn is een samenwerkingsproject van het Braziliaanse bedrijf Vale en het Brits-Australische bhp Billiton. Vale gaf toe dat het water van de Rio Doce vervuild was door lood, arsenicum, nikkel en chroom. Door de aanwezigheid van die giftige stoffen in de modderbrij is de watervoorziening van honderdduizenden mensen bedreigd. Het zal dertig jaar duren voor het bekken van de Rio Doce zich van deze catastrofale milieuramp hersteld heeft. Meer dan een miljoen Brazilianen zijn reeds besmet met het zikavirus. Als een zwangere vrouw wordt gestoken door een besmette Aziatische tijgermug, kan dit hersenschade veroorzaken bij het ongeboren kind en leiden tot blijvende ontwikkelingsproblemen. Ondanks de 220.000 soldaten die dag en nacht uitrukken om insecticiden te sproeien en muggenmelk | |
[pagina 610]
| |
en muggennetten uit te delen aan zo'n 400.000 zwangere vrouwen, zijn sinds oktober 2015 al meer dan 4.000 baby's met een schedelmisvorming geboren, tegenover minder dan 150 gevallen in 2014. Muggennetten uitdelen is sympathiek, maar die bieden enkel bescherming wanneer men in bed ligt. Bovendien is deze mug zo hardnekkig dat ze zich niet zomaar laat afschrikken door insecticiden. Kan Brazilië de strijd wel winnen tegen de aedes aegypti-mug? Het welvarende zuidoosten, met de megapolissen Sao Paulo en Rio de Janeiro, is de op één na hardst getroffen regio. De paniek is ondertussen overgeslagen naar geheel Brazilië en naar de overige Midden- en Zuid-Oost-Amerikaanse landen. In die zin moet men deze epidemie ernstig nemen. Een gigantische inspanning om ze uit te roeien verdreef de mug in de jaren vijftig uit Brazilië. Maar in de jaren daarna kwam ze langzaam terug. En als dit alles nog niet voldoende was om Dilma Rousseff te destabiliseren - nu komt daar de val van haar charismatische mentor, Lula da Silva, nog bij. Het parket wil hem vervolgen voor het verborgen houden van een luxueus appartementsgebouw in Guaruja aan de kust, dat officieel op naam van het bouwbedrijf oas staat, en het witwassen van geld. Het is nog onduidelijk in hoeverre deze zaak kadert in het gerechtelijk onderzoek rond oliegigant Petrobas. Huiszoekingen vonden plaats bij hem, bij één van zijn zonen en bij enkele bedrijven. Het leidde tot een schok in het land. De val van Lula is een nieuwe, ditmaal dramatische klap voor Rousseff. Om Lula te beschermen tegen een eventuele gevangenisstraf benoemt Rousseff hem tot haar nieuwe kabinetschef. Deze functie is in Brazilië be langrijker dan een ministerportefeuille. Lula wordt zowaar onschendbaar. Slechts het Hooggerechtshof kan hem vervolgen. Pas aangesteld maakt een rechter de controversiële benoeming ongedaan. Enige dagen later maakt een andere rechter het eerdere besluit van de rechtbank in eerste aanleg weer ongedaan. Dit vonnis betekent dat het gerechtelijke spelletje rond oud-president Luis Inacio Lula da Silva (voorlopig) is beëindigd. De hele heisa bewijst hoe smerig het politieke spel wordt gespeeld. Rousseff en Lula komen zwaar gehavend uit de strijd. Hun imago heeft een fatale deuk gekregen. Maar het probleem is dat de politieke tegenstrevers, die zich klaar houden om het roer van het zinkende schip over te nemen, in hetzelfde bedje ziek zijn en achtervolgd worden door hun eigen corruptieonderzoek. Van de 513 volksvertegenwoordigers is 60% formeel in staat van beschuldiging gesteld wegens corruptie, verkiezingsfraude of zelfs moord. Onder de directe tegenstanders van Rousseff woedt een ongeziene machtsstrijd. Tegen haar verwachte opvolger, vicepresident Michel Temer, loopt een afzonderlijke afzettingsprocedure. Wordt hij opzij geschoven, dan is Eduardo Cunha aan de beurt. Maar zijn naam was eerder al besmeurd | |
[pagina 611]
| |
toen hij begin april 2016 opdook in de Panama Papers. Anderhalf jaar tevoren was hij reeds formeel in beschuldiging gesteld in het gigantische lavo jato-onderzoek naar massaal smeergeld van Petrobras. De centrumrechtse pmdb-partij van vicepresident Temer en parlementsvoorzitter Cunha verlieten zopas met enig misbaar de regering. De partij riep, nadat haar minister van Toerisme Henrique Alves zijn ontslag had aangeboden, haar zes overige ministers op om eenzelfde stap te zetten. Verrassend genoeg weigerden zij. Op 18 april 2016 stemde de Kamer in met de afzettingsprocedure tegen Rousseff met 367 stemmen voor en 137 tegen, ruim 70%. Begin mei werd Eduardo Cunha geschorst door het Hooggerechtshof op verdenking van corruptie, belemmering van het gerechtelijk onderzoek en van intimidatie van parlementsleden. Praktisch alle linkse regeringen in Latijns-Amerika verkeren op dit ogenblik in moeilijkheden. Links lijkt op zijn laatste benen te lopen. Overal voelt rechts de kans om de macht te grijpen. Opmerkelijk is dat in Brazilië president Rousseff één van de weinigen lijkt die nog steeds niet rechtstreeks in een corruptiezaak genoemd wordt. Van zelfverrijking is nooit sprake geweest. | |
Venezuela 2014: het einde van de ‘bolivariaanse revolutie’De financieel-economische toestand van Venezuela nam na het overlijden van Hugo Chávez verder dramatisch toe. Er was een enorm gebrek aan alles. De inflatie steeg duizelingwekkend. Hugo Chávez had zijn ‘bolivariaanse revolutie’ volledig op oliegeld gebouwd. De staat had zich meester gemaakt van de economie en ervoor gezorgd dat het vele arme Venezolanen aan weinig ontbrak. Ze kregen gratis huizen, onderwijs en medische zorg. Maar de olieprijs, die lange tijd hoger lag dan 100 dollar per vat - daalde en bleef maar zakken. Hulp van internationale instellingen als de Wereldbank of het imf was onmogelijk. Het chavistisch regime was er te hard tegen van leer getrokken. Enkel het communistische China leek bereid het zwalpende Venezuela met miljardenleningen bij te staan in ruil voor al te goedkope olie. Maar na verloop van tijd begon Peking ook op zijn hoede te zijn. Dramatischer was dat vanaf eind 2014 het land voor het eerst sinds de jaren negentig olie moest invoeren, grotendeels ten gevolge van technische mankementen bij gebrek aan fondsen om te voorzien in onderhoud en in noodzakelijke investeringen om de oliesector rendabel te houden. President Maduro kondigde daarop ernstige besparingen - tot 20% van alle staatsuitgaven - en bijkomende belastingen (btw-verhogingen op tabak, alcohol en luxegoe- | |
[pagina 612]
| |
deren) aan. In de sloppenwijken - de bastions van het ‘chavisme’ - begon het gemor aan te zwellen. Het volk was de lange rijen aan de winkels en de aanzwellende hyperinflatie meer dan beu. Doordat de sociale programma's nog min of meer overeind bleven, voelden vele armen de economische problemen nog niet ten volle en bleef massaal straatprotest uit. Tevens bood op politiek vlak de verdeelde oppositie geen valabel alternatief. De totale economische instorting van het land liet op zich wachten, wel kwam het einde van de ‘revolutie’ stilaan in zicht. | |
De verkiezingscampagne voor een nieuw parlementEen twintigtal politiek rechtse groeperingen hadden zich verenigd onder de noemer Mesa de la Unidad Democratica (mud). De verkiezingscampagne werd hard gespeeld en verliep verre van vlekkeloos. Groot was de druk van de overheid om op de regeringspartij te stemmen. Volgens aloude communistische traditie werden de ambtenaren gedwongen deel te nemen aan campagnebijeenkomsten en hun aanwezigheid werd gecontroleerd. Vele arme Venezolanen hadden een baan en een dak boven het hoofd gekregen van Hugo Chávez. Als de verkiezingskoorts toenam, werd hen dan ook om een tegenprestatie gevraagd. De spanningen liepen op naarmate de datum van 6 december 2015 naderde. Tijdens een campagnemeeting werd een lokaal oppositieleider van de Democratische Actie, Luis Manuel Diaz, doodgeschoten. De partij stak een beschuldigende vinger uit naar ‘gewapende bendes’ van de psuv, de regeringspartij van president Nicolas Maduro (psuv). Oppositieleden maakten tevens melding van allerhande bedreigingen. Enkele prominente tegenstanders van de regering konden niet eens op pad: ze zaten achter de tralies. Maduro, wiens populariteit zienderogen was afgenomen door de aanhoudende economische crisis, joeg de kiezers schrik aan door te stellen dat een stem op de oppositie een stem voor pure chaos was. Bovendien was het algemeen geweten dat er verdeeldheid heerste binnen het chavistisch kamp. Voor het eerst in vijftien jaar leek de Venezolaanse oppositie in staat de macht in het parlement te grijpen. | |
De parlementaire verkiezingen van 6 december 2015Een triomferende oppositie, de mud (‘Het Verenigd Democratisch Platform’) behaalde 112 zetels: 109 eigen zetels en drie zetels voor lokale partijen die aan de mud waren gelinkt. Dat was een uiterst nipte gekwalificeerde twee derde meerderheid, waarmee het nieuwe parlement de bewegingsruimte van president Nicolas Maduro en zijn socialistische psuv-regering kon inperken. In vergelijking met de presidentiële verkiezingen van 2013 | |
[pagina 613]
| |
heeft de oppositie er 400.000 stemmen bij gewonnen, de psuv heeft er 2 miljoen verloren. De psuv behaalde 42,7% van de stemmen of 5,6 miljoen en de mud 57, 3% of 7,5 miljoen. Zo het rechtse kartel gewonnen heeft, is dit te danken niet zozeer aan zijn aantrekkingskracht als wel aan de moedeloosheid van een groot deel van het electoraat dat verkoos thuis te blijven. De psuv wordt nu afgestraft wegens de slechte economische toestand, de hoge inflatie en Maduro's autoritaire manier van regeren. Dankzij die twee derde meerderheid kan de verenigde oppositie verhinderen dat de president het parlement opzij schuift. Zo kan zij beslissen wie in belangrijke organen als het Hooggerechtshof of de Nationale Kiesraad gaat zetelen en desgevallend de gouverneur van de Centrale Bank of de regering ter verantwoording kan roepen. Met een gekwalificeerde meerderheid kan de oppositie een aantal zaken afdwingen, zoals de grondwet wijzigen, een referendum organiseren, of zelfs aansturen op een vervroegd vertrek van de president. Nu Maduro de verkiezingen heeft verloren, overheerst de euforie, maar zullen de spanningen wederom toenemen. Het zal voor de twintig politieke groeperingen van mud, die samen alle kleuren van de regenboog dragen, belangrijk zijn om de eenheid te bewaren. De oppositie, ondanks haar klinkende overwinning, blijkt intern verdeeld. Wel maakt zij zich sterk dat er niet alleen een einde aan de economische chaos komt, maar ook dat de sociale controle en het keurslijf van het regime zullen verdwijnen. In theorie zal de mud nu alle wetgevende macht kunnen uitoefenen, maar de presidentiële greep op het land zal na 6 december sowieso groot blijven. Maduro zal er alles aan doen om zijn uitvoerende macht zo veel mogelijk te behouden. Zo benoemde de president, die tot 31 december 2015 regeerde per decreet, nog snel dertien nieuwe raadsheren in het Hooggerechtshof. En eind december ondertekende hij een aantal nieuwe wetten (rechterlijke macht) om de macht van het nieuwe parlement aan banden te leggen. Hij kondigde eveneens aan dat voortaan de president, zonder tussenkomst van het parlement, de directie van de Centrale Bank kan benoemen en ontslaan. Zo zette hij de nieuwe verhoudingen direct op scherp, want één van de verkiezingsbeloftes van de oppositie was juist om schoon schip te maken binnen de Centrale Bank. Begin 2016 kondigde het Hooggerechtshof, dat volledig wordt gedomineerd door chavista's, aan dat alle beslissingen van het nieuw gekozen parlement ongeldig waren, omdat drie parlementsleden de eed hadden afgelegd ondanks hun schorsing. Zolang de drie parlementsleden beëdigd zijn, beschouwt het Hooggerechtshof de resoluties van het parlement als ‘ongeldig’. De oppositie verdenkt het Hooggerechtshof er dan ook van de chavisten te bevoordelen en noemde de schorsing, die er kwam na een procedure die door de aanhangers van Maduro was opgestart, een ‘gerech- | |
[pagina 614]
| |
telijke staatsgreep’. De socialisten beschuldigden de oppositie er dan weer van, stemmen te hebben gekocht om zo een twee derde meerderheid te behalen. De nieuwe wet maakt elk ingrijpen door de oppositie onmogelijk. Waarnemers vrezen dat de president niet zal toestaan dat de oppositie daadwerkelijk een twee derde meerderheid krijgt. De openingzitting van het parlement verliep begin 2016 in elk geval tumultueus. De nieuwe leden vroegen om alle politieke gevangenen, waaronder de prominente oppositieleider Leopoldo Lopez vrij te laten, waarop de chavista-parlementsleden prompt de vergadering verlieten. Het land wordt momenteel verlamd door een machtsstrijd tussen het parlement en de regering, die nog altijd geleid wordt door Maduro. | |
Diepe economische crisisVenezuela gaat door een diepe economische crisis. Het olierijke land zag zijn inkomsten sterk teruglopen. In geen enkel land heeft de scherpe daling van de olieprijs een zwaarder effect gehad dan in Venezuela. De regering begreep dat zij niet inactief kon blijven. In oktober 2015 vroeg Maduro aan het parlement hem toestemming te verlenen te regeren per decreet, niet enkel om de economie op te krikken, maar ook om de corruptie te bestrijden. De oppositie, die de Centrale Bank ervan beschuldigde de regering onrechtmatig te financieren door simpelweg geld bij te drukken, gaf Maduro eind 2015 zes maanden de tijd om het economisch beleid op orde te krijgen. Verder dan het uitroepen van de economische noodtoestand en het herschikken van zijn regering kwam hij niet. Een maand later, midden januari 2016, kondigde Maduro voor zestig dagen de economische noodtoestand uit. Hij eigende zich daartoe speciale bevoegdheden toe om het beleid bij te sturen. Hij wil de brandstofprijzen - de laagste ter wereld - optrekken en is ook van plan de vaste wisselkoersen van het land te herbekijken. Zullen die plannen zoden aan de dijk brengen? Het economisch nooddecreet en elke maatregel die de overheid op dit punt nog kan nemen, zouden wel eens te laat kunnen komen. Maduro's populariteit taant door de aanhoudende tekorten van onder meer voedsel en medicijnen. Het water staat de Venezolanen aan de lippen, nu in februari 2016 ook nog eens de droogte het land parten speelt. Daarom wordt het elektriciteitsverbruik gerantsoeneerd. Het zal er het leven van de gewone Venezolaan er niet makkelijker op maken. De schappen in de supermarkten zijn nu al zo goed als leeg. Aan alles is er in het land een tekort. Door een gebrekkig economisch beleid staat het land al jaren aan de afgrond. De verminderde olieopbrengsten hebben het land zo in financiële moeilijkheden gebracht dat een bankroet niet langer wordt uitgesloten. De | |
[pagina 615]
| |
‘bolivariaanse revolutie’ van wijlen Hugo Chávez steunde voor een groot deel op de stijgende olie-inkomsten. Maar de trend keerde toen de olieprijs in recordtempo kelderde. De snel slinkende overheidsinkomsten, gecombineerd met de afbouw van de vrijemarkteconomie, zorgde voor een massale verarming van de bevolking. Geschat wordt dat de economie in 2015 met 10% kromp. Geen wonder dat de bevolking de psuv een klinkende nederlaag bezorgde. Minister van Olie, Eulogio del Pino, wil snel een bijeenkomst van de olieproducerende landen om de prijs op te krikken. Olie is goed voor 40% van de overheidsinkomsten. Het land heeft naar schatting 185 miljard dollar aan buitenlandse schuld. Als de olieprijs laag blijft - begin februari 2016 was de olieprijs zelfs even onder de 30 dollar per vat gezakt - slinkt de kans dat die ooit terugbetaald kan worden. Venezuela poogde daarom het tij te keren door andere landen te smeken om hun olieproductie terug te schroeven. Venezuela's queeste om gesprekken op te zetten was van bij de start gedoemd om te mislukken. Het toont aan hoe wanhopig sommige van de olieproducerende landen zijn. Saoedi-Arabië staat niet te springen om minder olie boven te halen op een moment dat Iran en andere wereldwijde producenten de kraan opendraaien. Het wil ook vermijden dat schaalolie in de vs opnieuw aanslaat. Met zijn 29 miljoen inwoners is Venezuela voor 96% van zijn export afhankelijk van olie. Officieel is de wisselkoers al jaren 6,30 bolivar voor 1 dollar, maar op de zwarte markt wordt tot 200 bolivar betaald. Daardoor is geïmporteerd voedsel duur en schaars. Dat wordt versterkt door de Venezolaanse Centrale Bank, die er niet voor terugdeinst om bolivars bij te drukken. Voor het jaar 2016 wordt verwacht dat de prijzen gemiddeld zullen verachtvoudigen. Tegelijk zal de economie met 8% krimpen, na een achteruitgang van 10% vorig jaar. Driekwart van de Venezolanen is arm, tegenover 55% in 1998, net voor wijlen Hugo Chávez aan de macht kwam. Met de overheidsfinanciën gaat het belabberd. Volgens het imf kampt het land met een ongekend hoge inflatie. Toen begin 2015 de inflatie begon op te lopen, hebben tal van bemiddelde Venezolanen zich hals over kop geworpen op de groene biljetten van de zwarte markt. Hiermede lokten zij een nieuwe oververhitting van de clandestiene wisselkoers uit en een verdere aangroei van de rush naar dollars. Het systeem van een strikte wisselcontrole, werktuig van een soevereine en antikapitalistische politiek, keerde zich aldus voor de meest rijke Venezolanen ten goede. De geprivilegieerden, die toegang hadden tot de officiële wisselmarkt, verwierven exorbitante winsten door goederen aan te kopen op de officiële markt en nadien te verkopen aan duizelingwekkende prijzen op de zwarte markt. Het parlement heeft half februari 2016 de regering opgeroepen ‘internationale humanitaire hulp’ te vragen om de hongersnood te vermijden. De | |
[pagina 616]
| |
val van de olieprijzen heeft geleid tot een schaarste aan basisproducten als koffie, melk, geneesmiddelen, olie en luiers, waarbij de Venezolanen ook urenlang moeten aanschuiven om voedsel te kunnen kopen in de supermarkten. Vele winkels hebben ondertussen hun deuren gesloten. Volgens Julio Borges, fractieleider van de oppositie, heeft het chavistisch regime twaalfhonderd bedrijven onteigend, waaronder 300 voedselbedrijven. Dat is volgens hem ook het geval voor het grootste deel van de 4 miljoen ha landbouwgebied. De populariteit van president Maduro zit in vrije val. Hij is sowieso nooit uit de schaduw getreden van zijn charismatische voorganger Chávez. Hij wil de regering herschikken. De uitslag baart hem ernstige zorgen. Het grootste gevaar is het oplaaiend geweld op straat. Schermutselingen en plunderingen zijn vandaag al dagelijkse kost. Midden februari 2016 maakte Maduro bekend dat de prijs aan de pomp zal worden verhoogd, voor de eerste maal sinds 1996. Ondanks de prijsstijging blijft tanken nog steeds spotgoedkoop. Daarnaast zal de bolivar specifiek voor basisproducten worden gedevalueerd. In feite hanteert Venezuela dan twee officiële wisselkoersen; voor de ene soort producten de ene wisselkoers, voor de andere de andere. Zelf slaat president Maduro wild en onbeheerst om zich heen. In de toenemende chaos probeert hij een elektriciteitscrisis te bestrijden. Zo hoeven rijksambtenaren nog maar twee dagen per week op hun werk te verschijnen. Begin mei is de oppositie gestart met het verzamelen van handtekeningen voor een afzettingsprocedure tegen Eduardo Maduro. |
|