zich niet voor, wat dan weer uitgelegd kan worden als een succesvol gevolg van dat beleid. Gelijk heeft men dus altijd. Maar het gaat nog verder dan dat. Met zijn woorden maakte Rumsfeld zijn daden niet alleen immuun voor elke kritiek, tegelijk suggereerde hij dat politiek in hoofdzaak een reactie behelst op de werkelijkheid, dat deze bepaald wordt door de omstandigheden, en dat klopt maar gedeeltelijk. Bewindslieden spelen wel degelijk een veel actievere rol, meer nog, ze ‘maken’ zelfs de werkelijkheid, veeleer dan deze lijdzaam te ondergaan. Wat Rumsfeld beoogde met zijn uitspraak was de verantwoordelijkheid afschuiven op de omstandigheden: ‘de situatie dwong ons ertoe, we konden nu eenmaal geen risico nemen’. Maar politici beschikken wel degelijk over een vrije wil en dragen dus verantwoordelijkheid. Ze maken bewuste beleidskeuzes vanuit eigen ideologische voorkeuren.
Kortom: beleid wordt niet in de eerste plaats gestuurd door het weten of niet weten, maar wel door het willen of niet willen. Bovendien draait in onze hypergemediatiseerde tijd politiek in steeds sterkere mate om perceptie: niet de werkelijkheid zelf is in het geding, wel ons beeld ervan. Het hele werkelijkheidskader van ‘known knowns’ tot ‘unknown unknowns’ wordt gebruikt door en ondergeschikt aan de wil van de machthebbers. Feiten worden verzwegen, aangepast of gewoonweg verzonnen, allemaal in functie van het beleid dat men wil voeren. Dat fenomeen op zich is niet nieuw in de geschiedenis, maar in onze hoog ontwikkelde en uiterst complexe maatschappij, ziet de mens zich wel veel meer dan in vroeger tijden geconfronteerd met niet waarneembare gevaren. En dat maakt de kans op leugens en bedrog er alleen maar groter op. We staan dikwijls tegenover onzichtbare vijanden. Wat onzichtbaar is, maakt angstig. Angst werkt verlammend. En wie verlamd is, verzet zich niet. Wat Rumsfeld veertien jaar geleden in de perszaal uiteenzette, was, meer nog dan een eigenzinnige proeve van epistemologie, een blauwdruk voor misleiding gebaseerd op bangmakerij zonder tegenspraak. Ook vandaag en ten onzent wordt die strategie gretig aangewend: economische ineenstorting, stroomtekort, terrorisme, ... de doemscenario's volgen elkaar snel op. Wat telkens terugkeert bij deze schrikbeelden en het antwoord van de diverse regeringen erop is het slinks verwisselen van oorzaak en gevolg, van middel en doel. Meerdere agenda's spelen door elkaar volgens een logica die doorgaans verborgen blijft. Onwetendheid, die vaak hand in hand gaat met onschuld, verwordt zo tot instrument van machtsuitoefening die allerminst onschuldig is.